Operation Manual
232 I-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096090 - BUE-0051-05NL
Onderhoud
12
Dimlicht/grootlicht Het vervangen van gloeilampen gebeurt vanuit de motorruimte.
Motorkap openen (zie hoofdstuk 4).
Achter de lamphouder (Afb. 254,1) grijpen.
De lamphouder met de lamp tegen de klok in draaien en verwijderen.
Gloeilamp tegen de klok in draaien en uit de lamphouder nemen.
Nieuwe gloeilamp plaatsen.
Parkeerlicht Het vervangen van gloeilampen gebeurt vanuit de motorruimte.
Motorkap openen (zie hoofdstuk 4).
Aan het voorste frame 2 schroeven (Afb. 259,1 en 2) met ringen losmaken
en verwijderen.
Aan de voorzijde naast de opening van de motorruimte 2 schroeven
(Afb. 259,4) met ringen losmaken en verwijderen.
Schroef (Afb. 260,1) met ring losmaken en verwijderen.
Kunststof voorzijde (Afb. 260,2) aan de zijkant voorzichtig iets naar voren
trekken, totdat de lampbehuizing toegankelijk is.
Wartelmoer op lampbehuizing tegen de klok in draaien en verwijderen.
Lampbehuizing van het parkeerlicht (Afb. 260,3) met de lamp uitnemen.
Gloeilamp uit de lampbehuizing nemen.
Nieuwe gloeilamp plaatsen.
Parkeerlicht in omgekeerde volgorde inbouwen.
Kunststof voorzijde in omgekeerde volgorde bevestigen.
Afb. 258 Dimlicht/grootlicht/parkeerlicht
Z Hierna wordt het vervangen van gloeilampen voor het rechter parkeerlicht
beschreven. De beschrijving geldt ook voor het linker parkeerlicht.
Afb. 259 Bevestiging van de kunststof
voorzijde
Afb. 260 Kunststof voorzijde met
lampen