Operation Manual

129I-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096090 - BUE-0051-05NL
Elektrische installatie
8
8.7.6 12-V-controlelicht
Het 12-V-controlelicht (Afb. 130,5) licht op, als de hoofdschakelaar 12 V
(Afb. 130,6) is ingeschakeld.
8.7.7 230-V-controlelicht
Het gele 230-V-controlelicht (Afb. 130,3) licht op, als aan de ingang van het
elektroblok netspanning aanwezig is.
8.7.8 Schakelaar voor waterpomp
Inschakelen: Wipschakelaar (Afb. 130,7) boven indrukken: De watervoorziening is inge-
schakeld.
Uitschakelen:
Wipschakelaar (Afb. 130,7) beneden indrukken: De watervoorziening is
uitgeschakeld.
8.8 Paneel LT 510
Z Bij het verlaten van het voertuig de 12-V-voorziening via het paneel uit-
schakelen. Zo kan een onnodige ontlading van de woonruimteaccu worden
vermeden.
Z Verbruikers als regelapparaten (bijv. zonneregelaar, ijs-ex of paneel) of
inbouwapparatuur (bijv. verwarming, koelkast of opstap) halen verder
stroom van de accucapaciteit, ook wanneer de 12-V-voorziening op het
paneel is uitgeschakeld. Daarom de woonruimteaccu met de schakelaar
op het elektroblok loskoppelen van het 12-V-boordnet, als het voertuig lan-
gere tijd niet wordt gebruikt.
Z Als het voertuig niet op de 230-V-voorziening is aangesloten en de water-
pomp langere tijd niet wordt gebruikt: Stroomvoorziening van de water-
pomp uitschakelen. Het pomprelais verbruikt per dag ongeveer 4 Ah
stroom.
Z De lichtsterkte van de lichtdioden (LED's) en van de symbolen past zich
automatisch aan de omgevingshelderheid aan.
Z De weergaven kunnen alleen opgeroepen worden als de 12-V-voeding
ingeschakeld is.
Z Zodra een toets ingedrukt wordt, wordt het weergave-instrument automat-
sich verlicht. 20 seconden na het laatste indrukken van een toets gaat de
indicatie uit.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.