Operation Manual

87Premio/Averso - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976768 - BUE-0012-08NL
Elektrische installatie
8
8Elekt rische i nstallatie
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de elektrische installatie van de caravan.
De instructies hebben betrekking op:
de veiligheid
verklaringen van begrippen met betrekking tot de accu
het 12-V-boordnet
het stroomvoorzieningsapparaat
de elektro-kit
het 230-V-boordnet
de aansluiting op de 230-V-voorziening
de zekeringenindeling
de aansluiting aan het trekvoertuig
de buitencontactdoos
het verloop van de leidingen
De bediening van de op elektriciteit werkende apparaten van de woonopbouw
is in hoofdstuk 9 beschreven.
8.1 Algemene veiligheidsinstructies
Het voertuig biedt tijdens onweer een veilig onderkomen (Faraday-kooi). Voor
de zekerheid echter de 230-V-aansluiting ontkoppelen en de antennes
induwen ter bescherming van de elektrische apparaten.
8.2 Begrippen
Capaciteit Als capaciteit wordt de hoeveelheid elektriciteit aangeduid, die een accu kan
opnemen.
De capaciteit van een accu wordt in ampère-uren (Ah) aangegeven. In de
regel wordt daarbij de zogenaamde K20-waarde gebruikt.
De K20-waarde geeft aan, hoeveel stroom een accu over een periode van
20 uur kan afgeven, zonder dat deze wordt beschadigd, of hoeveel stroom er
nodig is, om een lege accu binnen 20 uur te laden.
Wanneer een accu bijv. 20 uur lang 4 ampère kan afgeven, heeft deze een
capaciteit van 4 A x 20 h = 80 Ah.
Wanneer er meer stroom stroomt, verlaagt de capaciteit van de accu even-
redig.
Externe invloeden zoals temperatuur en leeftijd veranderen het opnamever-
mogen van de accu. Capaciteitsgegevens hebben betrekking op nieuwe, bij
ruimtetemperatuur gebruikte accu's.
Alleen vaklieden aan de elektrische installatie laten werken.