Operation Manual
41Premio/Averso - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976768 - BUE-0012-08NL
Wonen
6
6Wonen
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor het wonen in het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
het openen en sluiten van deuren en serviceluiken
de lichtschakelaars
het instellen van de halogeenspotlights
het positioneren van de televisie
het verwarmen van het voertuig
het ventileren van het voertuig
het openen en sluiten van ramen en rolgordijnen
het openen en sluiten van de dakluiken
het ombouwen van tafels
het gebruik van de bedden
6.1 Ingangsdeur
6.1.1 Ingangsdeur, buiten
Openen: Sleutel in cilinderslot (Afb. 23,1) steken en draaien, totdat het deurslot is
ontgrendeld.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
Aan de deurgreep (Afb. 23,2) trekken. De deur is geopend.
Vergrendelen:
Sleutel in cilinderslot (Afb. 23,1) steken en draaien, totdat het deurslot is
vergrendeld.
Sleutel in middelste stand terugdraaien en uittrekken.
Alleen met vergrendelde deuren rijden.
Het vergrendelen van de deuren kan verhinderen, dat de deuren vanzelf
open gaan, bijv. bij een ongeval.
Vergrendelde deuren verhinderen tevens het ongewenste binnendringen
van buitenaf, bijv. als u voor een verkeerslicht stopt.
Bij het verlaten van het voertuig altijd de deuren vergrendelen.
Afb. 23 Deurslot, ingangsdeur, buiten
Bij ingangsdeuren met een linkse aanslag gebeurt het vergrendelen en
openen in spiegelbeeld ten opzichte van de weergegeven ingangsdeur.