Operation Manual

28 Premio/Averso - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976768 - BUE-0012-08NL
Voor het rijden
3
3.8.5 Fietsenrek (speciale uitvoering)
Fietsenrek aan de
voorkant
Het fietsenrek wordt met het montagemateriaal aan de bomen van de dissel
bevestigd.
Fietsen bevestigen:
Fietsen op het fietsenrek (Afb. 9,2) zetten en met Quick-riemen (Afb. 9,1)
vastbinden.
Bij het beladen van het fietsenrek moet men rekening houden met de
toelaatbare asbelastingen en de technisch toegelaten totale massa.
De minimum oplegdruk niet onderschrijden.
Fietsen mogen aan de zijkant, gemeten vanaf de buitenranden van de
achterlichten, maximaal 40 cm uitsteken. Een totale breedte van 2,50 m
mag echter niet worden overschreden. De bevestigingen voor de fietsen
instellen. Het uitstekende gedeelte moet met een rode vlag worden
gekenmerkt.
Het fietsenrek alleen met fietsen (max. twee stuks) beladen.
Fietsen met aanwezige riemen bevestigen en na een paar kilometer
controleren of zij goed zijn bevestigd.
De bevestiging van de fietsen op het fietsenrek na de eerste 10 km
rijden en vervolgens bij iedere rustpauze controleren.
Fietsenrek niet als bagagerek of als ladder gebruiken.
Het fietsenrek dient uitsluitend voor het transporteren van fietsen.
De door de fabrikant aangegeven totale massa mag niet worden over-
schreden.
Het nummerbord en de achterlichten mogen niet worden afgedekt.
De maximale draagkracht van het fietsenrek bedraagt 35 kg.
Bij het beladen van het fietsenrek rekening houden met het zwaartepunt.
Wanneer slechts één fiets op het fietsenrek wordt meegenomen, de fiets
zo dicht mogelijk tegen de wand van het voertuig.
Ritten met uitgeklapt fietsenrek zonder fietsen zijn niet toegestaan.
Voor elke rit controleren:
Is het fietsenrek zonder fietsen correct ingeklapt?
Zijn de fietsen met het koord van het fietsenrek veilig aan het fietsenrek
bevestigd?
Afb. 9 Fietsenrek aan de voorkant