Operation Manual
185Premio/Averso - 10/11 - Ausgabe 07/10 - 1976768 - BUE-0012-08NL
Wielen en banden
13
13.5.4 Wiel vervangen bij aluminiumvelgen
13.6 Reservewielhouder
13.6.1 Reservewielhouder in de gaskast
De reservewielhouder is in de gaskast aangebracht. Het reservewiel
(Afb. 234,2) is tegen meerprijs verkrijgbaar.
Reservewiel eruit nemen:
Schroef (Afb. 234,1) losdraaien.
Reservewiel (Afb. 234,2) eruit nemen.
13.6.2 Reservewielhouder onder het voertuig (speciale uitvoering)
De reservewielhouder is onder het voertuig in de buurt van de as geplaatst.
De draagvlakken van de wielen op de remtrommels moeten schoon en
braamvrij zijn.
De wielen alleen met de bijgevoegde bevestigingsdelen in eerste
instantie licht aandraaien en controleren op een foutloos draagvlak en
een foutloze vrije loop. Vervolgens de wielschroeven met een draaimo-
mentsleutel kruiselings vastdraaien.
Bij verschillende asuitvoeringen zijn geen centrering (centreerhulp),
geen band en geen bouten aanwezig. Er moet op gelet worden dat de
wielschroeven gelijkmatig over de boutgaten worden gecentreerd (niet
kantelen).
Voor aluminiumvelgen en stalen velgen zijn verschillende wielschroeven
vereist. Als er aluminiumvelgen zijn gemonteerd, dan zijn voor het reser-
vewiel (stalen velg) passende wielschroeven meegeleverd.
Afb. 234 Reservewielhouder
Afb. 235 Reservewielhouder Afb. 236 Reservewiel-bevestiging