Operation Manual

107Premio/Averso - 09/10 - Ausgabe 12/09 - 1865261 - BUE-0012-07NL
Inbouwapparatuur
9
De verwarmingsketel kan naar believen werken op de 230-V-voorziening
(elektrisch gebruik), met warme lucht van het verwarmingsysteem of met
beide energiesoorten. De verwarmingsketel verhit ca. 5 l water tot ca. 65 °C.
Met de bedieningsschakelaar (Afb. 133) wordt het elektrisch gebruik inge-
schakeld. Het controlelicht (Afb. 133,1) in de schakelaar moet branden.
Bij een werking op warme lucht wordt het water in de verwarmingsketel door
de verwarming en circulatielucht verwarmd.
Al naargelang het model is het voertuig voorzien van een of twee aftapkranen
voor de verwarmingsketel.
Inschakelen:
Het voertuig op de externe 230-V-voorziening aansluiten en de
230-V-beveiligingsautomaat inschakelen.
Bedieningsschakelaar (Afb. 133) inschakelen. Controlelicht (Afb. 133,1) in
de schakelaar brandt. Het water in de verwarmingsketel wordt verhit tot
65 °C.
Uitschakelen:
Bedieningsschakelaar (Afb. 133) uitschakelen. Controlelicht (Afb. 133,1) in
de schakelaar gaat uit.
Verwarmingsketel met
water vullen:
Het voertuig op de externe 230-V-voorziening aansluiten en de
230-V-beveiligingsautomaat inschakelen.
Bedieningsschakelaar (Afb. 133) uitschakelen. Controlelicht (Afb. 133,1) in
de schakelaar brandt niet.
Alle aftapkranen sluiten. Hiervoor de kappen (Afb. 134,1) met de klok mee
draaien.
Alle waterkranen op "Warm" zetten en openen. De waterpomp wordt inge-
schakeld. De warmwaterleidingen worden gevuld met water.
Afb. 133 Bedieningsschakelaar voor
verwarmingsketel
Afb. 134 Aftapkraan voor verwarmings-
ketel