Operation Manual
49
A
-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Tijdens de rit
4
4.8 Pilotenstoel voor bestuurdersstoel en passagiersstoel
4.9 Stoelverwarming (speciale uitvoering)
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de bestuurders- en passagiersstoel
worden verwarmd door stoelverwarming met twee standen.
Stoelverwarming
inschakelen:
Schakelaar (Afb. 24,1) linksachter op de stoelconsole indrukken.
z Voor geringe verwarmingscapaciteit: Schakelaar naar beneden
drukken.
z Voor hoge verwarmingscapaciteit: Schakelaar naar boven drukken.
Wanneer de stoelverwarming werkt, brandt de LED (Afb. 24,2).
Stoelverwarming
uitschakelen:
Schakelaar (Afb. 24,1) in de middelste stand zetten. De LED gaat uit.
X Voor het begin van de rit alle draaibare stoelen in de rijrichting draaien
en vergrendelen.
X De stoelen tijdens de rit in de rijrichting vergrendeld laten en niet ver-
draaien.
Z Voor het draaien van de stoelen in een opgesteld voertuig altijd de
handrem trekken.
Z De bestuurdersstoel en passagiersstoel zijn bestanddeel van het basis-
voertuig. Het instellen van de stoelen is in de gebruiksaanwijzing van het
basisvoertuig beschreven.
Z De stoelverwarming werkt alleen, wanneer het contact is ingeschakeld.
Afb. 24 Schakelaar voor stoelverwar-
ming