Operation Manual
42 A-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Tijdens de rit
4
Luchtvering houdt het voertuig in elke beladingstoestand op gelijk rijniveau.
Daarnaast kunnen verschillende functies handmatig worden uitgevoerd. Een
verhoging van het voertuig vergemakkelijkt bijv. het oprijden van veerboten
(grotere "taludhoek").
4.5.2 Luchtvering achteras
De verschillende functies van de luchtvering kunnen via de toetsen van de
afstandsbediening handmatig worden ingesteld.
Met de toetsen kunnen de volgende functies worden gekozen:
X In de volgende gevallen niet sneller dan 25 km/u rijden:
- Tijdens het hoger zetten van het voertuig.
- Tijdens het lager zetten van het voertuig.
- Wanneer het voertuigniveau hoger of lager wordt gezet.
Pas met hogere snelheid rijden wanneer het rijniveau is ingesteld.
Z Wanneer het voertuig stilstaat, zijn de toetsfuncties alleen beschikbaar als
het contact ingeschakeld is.
Tijdens de rit zijn de toetsfuncties alleen bij snelheden onder 25 km/u
beschikbaar.
Z Wanneer de snelheid 25 km/u overschrijdt, wordt het rijniveau automatisch
aangestuurd.
Afb. 22 Afstandsbediening
1 Controlelicht
2 Niveau hoger zetten
3 Niveau lager zetten
4 Asindicatie
5Rijniveau
6 Stoptoets
7 Geheugen 2
8 Geheugen 1
Functie Toets Indicatie Betekenis
Systeem starten
(contact inschake-
len)
LED brandt één
seconde
Systeem gereed
LED brandt Voertuig in rijni-
veau
Rijniveau instellen
Kort indrukken
LED brandt Voertuig wordt op
rijniveau ingesteld