Operation Manual
41
A
-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Tijdens de rit
4
4.4 Remmen
Voor het begin van iedere
rit
Voor iedere rit door test-remmen controleren:
z Functioneren de remmen?
z Reageren de remmen gelijkmatig?
z Blijft het voertuig tijdens het remmen in het spoor?
4.5 Luchtvering (speciale uitvoering)
4.5.1 Algemene instructies
X Ongelijkmatige of eenzijdige belading verandert het rijgedrag.
X Op onbekende wegen kunnen moeilijke verhoudingen van de rijbanen
heersen en verrassende verkeerssituaties optreden. Pas daarom voor
uw eigen veiligheid de rijsnelheid telkens aan de verkeerssituatie en de
omgeving aan.
X De nationale wettelijke snelheidsbeperkingen aanhouden.
X Gebreken aan de reminstallatie meteen laten verhelpen door een geau-
toriseerde werkplaats.
Z Hard remmen vermijden. Bij hard remmen, waarbij de wielen blokkeren,
slijten de banden snelller en onregelmatig. Dit vermindert het rijcomfort. De
banden kunnen zelfs onbruikbaar worden.
X Bij luchtvering met een automatisch nivelleersysteem is overlading van
het voertuig optisch niet te zien.
De asbelasting en technisch toegelaten totale massa nooit over-
schrijden.
X De luchtvering nooit gebruiken om het voertuig hoger te zetten bij een
onderhoudsbeurt (bijv. bij vervangen van de banden).
X Het voertuig alleen bij stilstand of bij een snelheid tot 25 km/u hoger of
lager zetten.
X De afstandsbediening alleen gebruiken als zich geen personen of voor-
werpen in het hefbereik onder het voertuig bevinden.
X Kinderen niet met de installatie laten spelen.
X Bij storingen aan de luchtvering alleen nog met aangepaste, lage snel-
heid rijden en de storing onmiddellijk door een geautoriseerde werk-
plaats laten verhelpen.
Z Tijdens het hoger of lager zetten het rempedaal niet intrappen. Zo kan
spanning op het chassis worden vermeden.
Z Bij langere stilstand kan het voertuigniveau geleidelijk aan dalen. Hierdoor
kunnen de luchtbalgen beschadigd worden. Daarom bij langere stilstand
de volgende maatregelen treffen:
– Hefsteunen gebruiken.
– Eenmaal per week de luchtbalgen met perslucht vullen.