Operation Manual

36 A-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Voor het rijden
3
3.11 Verkeersveiligheid
Voor het begin van de rit de checklist doornemen:
X Regelmatig voor het begin van de rit of iedere 2 weken de bandenspan-
ning controleren. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt overma-
tige slijtage en kan de banden beschadigen of zelfs doen klappen. Het
voertuig kan uit controle raken.
Nr. Controles Gecon-
troleerd
Basisvoertuig
1 Alle voertuigpapieren zijn aan boord
2 Banden in reglementaire staat
3 Voertuigverlichting, rem- en achteruitrijlichten functioneren
4 Oliepeil van motor, transmissie en servostuur gecontroleerd
5 Koelvloeistof en ruitenwisservloeistof gevuld
6 Remmen functioneren
7 Remmen reageren gelijkmatig
8 Voertuig blijft tijdens het remmen in het spoor
Woonopbouw buiten
9 Markies volledig opgerold
10 Dak sneeuw- en ijsvrij (in de winter)
11 Buitenaansluitingen afgekoppeld en leidingen opgeborgen
12 Externe steunen verwijderd
13 Aangebouwde steunen ingeklapt en bevestigd
14 Wielkeggen verwijderd en opgeborgen
15 Opstap veilig opgeborgen of ingeklapt
16 Serviceluiken gesloten en vergrendeld
17 Ingangsdeur gesloten
18 Totale hoogte van het voertuig, incl. beladen dakdrager vast-
gesteld en genoteerd. Informatie m.b.t. de hoogte in de be-
stuurderscabine binnen handbereik bewaren
Woonopbouw binnen
19 Ramen en dakluiken gesloten en vergrendeld
20 Televisie van de drager verwijderd en veilig opgeborgen
21 Flatscreen vergrendeld
22 TV-antenne ingetrokken (voorzover ingebouwd)
23 Losse onderdelen en aanbouwonderdelen opgeborgen of be-
vestigd
24 Open bergruimtes opgeruimd
25 In de dakkast van de voortentverlichting geen gaspatronen of
andere licht ontvlambare materialen opgeslagen
26 Afdekkingen voor het aanrecht en de afdruipbak veilig opge-
borgen
27 Koelkastdeur vergrendeld
28 Koelkast omgeschakeld op 12-V-gebruik