Operation Manual
171
A
-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Inbouwapparatuur
9
Bij wintergebruik "Verwarming en boiler" (Afb. 183,3) wordt bij het aanzetten
van de verwarming automatisch ook het water in de boiler verhit. Als de ver-
warming bij het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur uitschakelt, dan
verhit de boiler verder tot de watertemperatuur is bereikt.
Bij zomergebruik (Afb. 183,1) wordt alleen het water in de boiler tot 40 °C of
60 °C verwarmd. Het water wordt in ca. 25 minuten tot 60 °C verhit. Het gele
controlelicht (Afb. 183,5) licht op tijdens de opwarmfase van de boiler.
De spanningsvoorziening voor het toestel kan via de hoofdschakelaar 12 V
niet worden onderbroken. Bij storing licht het rode controlelicht (Afb. 183,4) op
het bedieningspaneel op (zie hoofdstuk 14).
Veiligheids-/aftapventiel De boiler is uitgerust met een veiligheids-/aftapventiel (Afb. 184). Het veilig-
heids-/aftapventiel voorkomt, dat het water in de boiler bevriest als bij vorst de
verwarming niet is ingeschakeld.
Inbouwplaats Zie hoofdstuk 16
Variant: Boiler met
gasgebruik
De boiler werkt alleen op gas.
Wintergebruik Bij wintergebruik is in de schakelaarstand "Verwarming en boiler" de boiler
reeds uitgeschakeld.
Zomergebruik Bij zomergebruik kan het water tot 40 °C of 60 °C worden verwarmd.
Inschakelen:
De hoofdafsluitkraan op de gasfles en de gasafsluitkraan "Verwarming/
Boiler" openen.
Op het bedieningspaneel (Afb. 183) de draaischakelaar (Afb. 183,2) op
"Zomergebruik" (Afb. 183,1) zetten.
Z Veiligheids-/aftapventiel openen en de boiler leegmaken, als het voertuig
langere tijd niet wordt gebruikt.
Z Bij temperaturen onder 2 °C gaat het veiligheids-/aftapventiel automatisch
open. Pas wanneer de temperatuur bij het veiligheids-/aftapventiel boven
6 °C ligt, kan het veiligheids-/aftapventiel weer afgesloten worden.
Z De waterpomp en de waterarmaturen zijn niet tegen vorst beschermd door
het veiligheids-/aftapventiel.
Z De aftapaansluiting van het veiligheids-/aftapventiel moet altijd vrij van ver-
ontreiningen (bijv. bladeren, ijs) zijn.
Afb. 184 Veiligheids-/aftapventiel van
de boiler