Operation Manual

166 A-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Inbouwapparatuur
9
Inschakelen: Het voertuig op de 230-V-voorziening aansluiten (zie hoofdstuk 8).
De wipschakelaar (Afb. 177,2) indrukken. Het controlelicht (Afb. 177,1) in
de schakelaar brandt.
Uitschakelen:
De wipschakelaar (Afb. 177,2) indrukken. Het controlelicht (Afb. 177,1) in
de schakelaar gaat uit.
Na het uitschakelen blijft de vloer nog een tijdje warm door restwarmte.
Als de transformator overbelast wordt, spreekt de overbelastingsbeveiliging
aan. De pen (Afb. 176,2) springt eruit.
Overbelastingsbeveiliging
inschakelen:
De pen (Afb. 176,2) aan de overbelastingsbeveiliging indrukken als de
transformator is afgekoeld.
9.2.8 Standverwarming (speciale uitvoering)
Met de standverwarming kunnen het interieur en de motor worden verwarmd.
De verwarming van de motor kan worden uitgeschakeld.
De standverwarming kan handmatig of door een tijdschakeling in- en uitge-
schakeld worden. Het tijdstip waarop de verwarming moet aanslaan kan
nauwkeurig worden ingesteld, variërend van 1 minuut tot 24 uur. De program-
mering van 3 schakeltijden is mogelijk, hiervan kan er echter slechts een
worden geactiveerd. De maximale inschakelduur bedraagt 60 minuten.
Verwarming van het
basisvoertuig inschakelen:
Verwarmingsregelaar op "Warm" instellen.
Ventilator inschakelen.
Voor continue werking: Ventilator op laagst mogelijke ventilatorstand
zetten (vanwege accucapaciteit).
Voor snelle verwarming van het voertuig: Ventilator op hogere ventilator-
stand zetten.
Luchtuitstroomopeningen van het basisvoertuig naar wens openen en
sluiten.
Standverwarming
handmatig inschakelen:
Toets (Afb. 178,7) indrukken. De verwarming wordt door het symbool
(Afb. 178,9) getoond. De ventilator wordt pas ingeschakeld bij een koelwa-
tertemperatuur van 30 °C.
X De verwarming niet gebruiken in gesloten ruimten. Verstikkingsgevaar!
X De verwarming niet gebruiken op tankstations. Explosiegevaar!
Afb. 178 Bedieningspaneel voor stand-
verwarming