Operation Manual
153
A
-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Inbouwapparatuur
9
9.2.3 Heteluchtverwarming Truma Combi
Al naargelang de uitrusting zijn in de voertuigen verschillende verwarmingen
ingebouwd. De verwarmingen verschillen met betrekking tot de energiesoort,
waarop ze werken.
Gebruikswijzen Alle verwarmingen hebben twee gebruikswijzen:
z Wintergebruik
z Zomergebruik
Het verwarmen van het voertuig is alleen mogelijk met de gebruikswijze
"Winter". Bij de gebruikswijze "Zomer" wordt alleen het water in de boiler ver-
warmd. Het verwarmen van het voertuig is bij deze gebruikswijze niet moge-
lijk.
Gebruikswijze instellen:
Gebruikswijze instellen met de draaischakelaar (Afb. 162,3).
De spanningsvoorziening van de verwarming kan via de hoofdschakelaar
12 V niet worden onderbroken.
Variant: Verwarming met
gasgebruik
De verwarming wordt uitsluitend met gas gebruikt.
Wintergebruik De verwarming kiest naargelang de gewenste ruimtetemperatuur zelfstandig
het vereiste branderniveau. Als de gewenste ruimtetemperatuur is bereikt,
schakelt de brander uit. Bij gebruikswijze "Verwarming en boiler" (Afb. 162,6)
wordt ook het water in de boiler opgewarmd. De verwarming kan in de
gebruikswijze "Verwarming zonder boiler" (Afb. 162,5) met lege boiler werken.
Inschakelen:
De hoofdafsluitkraan op de gasfles en de gasafsluitkraan "Verwarming/
Boiler" openen.
Temperatuurdraaiknop (Afb. 162,1) op het bedieningspaneel instellen op
de gewenste verwarmingsstand.
Draaischakelaar (Afb. 162,3) op wintergebruik "Verwarming zonder boiler"
(Afb. 162,5) of op wintergebruik "Verwarming en boiler" (Afb. 162,6)
instellen.
Z Als de verwarming bij vorstgevaar niet wordt gebruikt, de boiler leegmaken.
Z De circulatieluchtventilator schakelt automatisch in, zodra de heteluchtver-
warming in gebruik wordt genomen en wordt tijdens het gebruik via een
thermostaat automatisch uit- en weer ingeschakeld. Daardoor wordt de
woonruimteaccu extreem belast, als het voertuig niet op een externe
230-V-voorziening is aangesloten. Houdt er rekening mee, dat de woon-
ruimteaccu maar een beperkte energievoorraad heeft.
Afb. 162 Bedieningspaneel voor ver-
warming/boiler
1 Temperatuurdraaiknop
2 Zomergebruik watertemperatuur
40 °C of 60 °C
3 Draaischakelaar
4Uit
5 Wintergebruik "Verwarming zonder
boiler"
6 Wintergebruik "Verwarming en boiler"
7 Groen controlelicht "Gebruik verwar-
ming"
8 Rood controlelicht "Storing"
9 Geel controlelicht "Boiler opwarm-
fase"