Operation Manual

124 A-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Elektrische installatie
8
Waterhoeveelheid/
afvalwaterhoeveelheid
Met het indicatie-instrument V/tank kan de waterhoeveelheid of de afvalwater-
hoeveelheid worden getoond.
Bij het indicatie-instrument V/tank (Afb. 133,2) letten op de onderste schaal-
verdeling. Het indicatie-instrument wordt automatisch verlicht, zodra een
schakelaar wordt ingedrukt.
Indicaties:
Schakelaar (Afb. 133,5) indrukken " ": De waterhoeveelheid wordt
getoond.
Schakelaar (Afb. 133,6) indrukken " ": De afvalwaterhoeveelheid
wordt getoond.
13,3 V tot 13,7 V Accu wordt gela-
den (hoofdlading)
Treedt slechts
kortdurend na het
laden op
Accu wordt gela-
den (hoofdlading)
13,8 V tot 14,4 V Accu wordt gela-
den (druppella-
ding)
Accu wordt gela-
den (druppella-
ding)
Meer dan 14,5 V Accu wordt over-
laden, regelaar
van de dynamo
defect
Accu wordt over-
laden, elektroblok
defect
1)
Accubewaking schakelt alle verbruikers uit (bij 10,5 V).
2)
Indien de spanning dit bereik meerdere uren niet overschrijdt.
Waarden voor rustspanning Laadtoestand van de accu
Minder dan 11 V Diepontladen
12,0 V 0 %
12,2 V 25 %
12,3 V 50 %
12,5 V 75 %
Meer dan 12,8 V 100 %
Z Langere diepontlading beschadigt de accu onherstelbaar.
Z De rustspanning het beste meerdere uren na de laatste lading (bijv. 's och-
tends) en niet direct na het stroomverbruik meten.
Accuspanning
(waarden bij lo-
pende werking)
Rijden
(voertuig rijdt,
geen 230-V-aan-
sluiting)
Accugebruik
(voertuig staat
stil, geen 230-V-
aansluiting)
Netgebruik
(voertuig staat
stil, 230-V-aan-
sluiting)
Z Tankpeil slechts kort aflezen. Als de indicatie langere tijd ingeschakeld
blijft, kunnen de meetvoelers beschadigd raken.