Operation Manual

117
A
-Modell - 14/15 - Ausgabe 09/14 - 2476528 - BUE-0005-13NL
Elektrische installatie
8
Ontlading Door de ruststroom, die sommige elektrische verbruikers permanent ver-
bruiken, wordt de woonruimteaccu ontladen.
Ook een vol geladen woonruimteaccu wordt na langere tijd door ruststroom
(stille verbruikers) diepontladen.
Bij lage buitentemperaturen verlaagt de beschikbare capaciteit.
De zelfontlading van de accu is eveneens afhankelijk van de temperatuur. Bij
20 tot 25 °C bedraagt het zelfontladingspercentage ca. 3 % van de capaciteit/
maand. Bij stijgende temperaturen neemt het zelfontladingspercentage toe:
Bij 35 °C bedraagt het zelfontladingspercentage ca. 20 % van de capaciteit/
maand.
Een oude accu beschikt niet meer over de volle capaciteit.
Hoe meer elektrische verbruikers ingeschakeld zijn, des te sneller is de ener-
gievoorraad van de woonruimteaccu verbruikt.
Laden De woonruimteaccu wordt via het elektroblok geladen.
Wanneer de voertuigmotor niet draait en het voertuig op een externe 230-V-
voorziening is aangesloten, wordt de woonruimteaccu via de externe 230-V-
voorziening geladen.
Als de voertuigmotor draait, worden de woonruimteaccu en de startaccu door
een relais in het elektroblok aaneengeschakeld en door de voertuigdynamo
geladen.
8.5 Elektroblok
8.5.1 Elektroblok (EBL 99)
Z Diepontlading is schadelijk voor de accu.
Z Accu tijdig opladen.
Z Na een diepontlading de accu tenminste 48 uur laden.
Z Ventilatiesleuven niet afdekken. Gevaar voor oververhitting!
Z Afhankelijk van het model zijn niet altijd alle stekkerplaatsen voor zeke-
ringen uitgerust.
Z Wanneer meerdere woonruimteaccu's aanwezig zijn, een extra laadappa-
raat gebruiken.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.