Operation Manual
206 A-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL
Onderhoud
12
12.9 Vervangen van gloeilampen, binnen
12.9.1 Halogeenplafondlamp
Halogeengloeilamp 12 V/10 W
Lamp vervangen:
Borgmoer (Afb. 224,3) afschroeven en afdekplaat (Afb. 224,2) afnemen.
Halogeengloeilamp (Afb. 224,1) verwijderen.
Nieuwe halogeengloeilamp plaatsen.
Lamp in omgekeerde volgorde in elkaar zetten.
X Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
X Vóór het vervangen van de gloeilampen de stroomtoevoer naar de
beveiligingsautomaat in de 230-V-zekeringenkast uitschakelen.
X Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
X Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
X Lampen kunnen zeer heet worden. Als de lamp is ingeschakeld, moet
de veiligheidsafstand tot brandbare voorwerpen altijd 30 cm bedragen.
Brandgevaar!
X LED's in lampen niet vervangen met gewone gloeilampen. Brandgevaar
door sterke hitteontwikkeling.
Z Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Z Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt
gebruiken.
Z Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.
Afb. 224 Halogeenplafondlamp