Operation Manual

111
A
-Modell - 11/12 - Ausgabe 09/11 - 2096088 - BUE-0005-10NL
Elektrische installatie
8
8.5.3 Schakelaar voor waterpomp
Inschakelen: Wipschakelaar (Afb. 117,4) boven indrukken "I": De watervoorziening is
ingeschakeld.
Uitschakelen:
Wipschakelaar (Afb. 117,4) beneden indrukken "O": De watervoorziening
is uitgeschakeld.
8.5.4 Accu-alarm voor woonruimteaccu
Het rode waarschuwingslicht "ALARM" (Afb. 117,1) knippert zodra de span-
ning van de woonruimteaccu (meting bij lopende werking) minder dan 11 V
bedraagt en daardoor diepontlading dreigt op te treden.
Maatregelen:
Bij accu-alarm verbruikers uitschakelen en woonruimteaccu laden, ofwel
door te rijden of door aansluiting op een 230-V-voorziening.
8.5.5 12-V-controlelicht
Het 12-V-controlelicht (Afb. 117,8) licht op, als de hoofdschakelaar 12 V
(Afb. 117,9) is ingeschakeld.
8.5.6 230-V-controlelicht
Het gele 230-V-controlelicht (Afb. 117,3) licht op, als aan de ingang van het
elektroblok netspanning aanwezig is.
8.6 Paneel LT 510
Z Als het voertuig niet op de 230-V-voorziening is aangesloten en de water-
pomp langere tijd niet wordt gebruikt: Stroomvoorziening van de water-
pomp uitschakelen. Het pomprelais verbruikt per dag ongeveer 4 Ah
stroom.
Z Diepontlading is schadelijk voor de accu.
Z Als de accuspanning onder 10,5 V daalt, schakelt de accubewaking in het
elektroblok alle 12-V-verbruikers uit. De accu-scheidingsschakelaar acti-
veert.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Z De lichtsterkte van de lichtdioden (LED's) en van de symbolen past zich
automatisch aan de omgevingshelderheid aan.
Z De weergaven kunnen alleen opgeroepen worden als de 12-V-voeding
ingeschakeld is.
Z Zodra een toets ingedrukt wordt, wordt het weergave-instrument automat-
sich verlicht. 20 seconden na het laatste indrukken van een toets gaat de
indicatie uit.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.