Operation Manual

67A-Modell - 10/11 - Ausgabe 08/10 - 1976781 - BUE-0005-09NL
Wonen
6
Openen: De vouwverduistering in het midden van de greeplijst vasthouden en naar
beneden schuiven.
Rolhor De rolhor bevindt zich in de rolgordijnbehuizing bovenaan.
Sluiten:
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 62,2) naar beneden trekken tot deze tegen
de greeplijst van de vouwverduistering (Afb. 62,3) stoot.
Arretering (Afb. 62,1) op rolhor met de greeplijst van de vouwverduistering
vergrendelen.
Openen:
Arretering (Afb. 62,1) op rolhor boven naar achteren drukken.
Rolhor aan de greeplijst (Afb. 62,2) langzaam terugbrengen.
6.9.4 Vouwverduisteringen voor voorruit, bestuurdersraam en
passagiersraam (speciale uitvoering)
Afhankelijk van het model vindt de verduistering van bestuurderscabine plaats
door gordijnen of vouwverduisteringen.
De gordijnen worden met drukknopen bevestigd.
De vouwverduisteringen worden ofwel met magneetstroken bevestigd of zijn
in het kozijn vast aan het voertuig gemonteerd.
Als volgt te werk gaan om de vast gemonteerde vouwverduistering te sluiten
of te openen.
Sluiten:
Op de vouwverduistering voor de voorruit de vergrendelingsknoppen
(Afb. 63,1) naar boven resp. naar beneden schuiven. Als de rode punt
zichtbaar is, is de vergrendeling open.
De vouwverduisteringen aan de greep (Afb. 63,2 en Afb. 64,2) vastpakken
en voorzichtig dichttrekken tot de magneetsluiting de vouwverduistering
gesloten houdt.
Openen:
De vouwverduisteringen aan de greep voorzichtig terugschuiven.
Op de vouwverduistering voor de voorruit de vergrendelingsknoppen naar
beneden resp. naar boven schuiven. Zolang de rode punt zichtbaar is, is
de vergrendeling nog open.
Op de vouwverduistering voor het bestuurdersraam en het passagiers-
raam de greep (Afb. 64,2) op de houder (Afb. 64,1) schuiven. De vouwver-
duistering is vergrendeld.
Afb. 63 Vouwverduistering voor de
voorruit
Afb. 64 Vouwverduisteringen voor
bestuurdersraam en passa-
giersraam