Operation Manual

66 A-Modell - 10/11 - Ausgabe 08/10 - 1976781 - BUE-0005-09NL
Wonen
6
Continue ventilatie Met de vergrendelingshendel kan het uitzetbaar raam in twee verschillende
standen worden gezet:
In stand "continue ventilatie" (Afb. 61)
In stand "vast afgesloten" (Afb. 59).
Om het uitzetbaar raam in de stand "continue ventilatie" te brengen:
De vergrendelingshendel (Afb. 61,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
Het uitzetbaar raam licht naar buiten duwen.
De vergrendelingshendel een kwartslag naar het raamkozijn draaien. De
vergrendelingsneus (Afb. 61,2) daarbij in de uitsparing van de raamver-
grendeling (Afb. 61,1) schuiven.
Het uitzetbare raam mag tijdens de rit niet in de stand "continue ventilatie"
staan.
Bij regen kan er spatwater in de woonruimte binnendringen, als het uitzetbare
raam in de stand "continue ventilatie" staat. Daarom de uitzetbare ramen vol-
ledig sluiten.
6.9.3 Vouwverduistering en rolhor
De ramen zijn uitgerust met vouwverduistering en rolhor. De rolhor kan alleen
samen met de vouwverduistering worden verschoven.
Vouwverduistering De vouwverduistering bevindt zich in de rolgordijnbehuizing onderaan.
Sluiten:
Vouwverduistering in het midden van de greeplijst (Afb. 62,3) vastpakken,
van onder naar boven trekken en op de gewenste hoogte loslaten. De
vouwverduistering blijft in deze hoogte staan.
Afb. 61 Vergrendelingshendel in stand
"continue ventilatie"
Afb. 62 Uitzetbaar raam