Operation Manual
32 A-Modell - 10/11 - Ausgabe 08/10 - 1976781 - BUE-0005-09NL
Voor het rijden
3
Aanbouwonderdelen Aanbouwonderdelen zijn bijvoorbeeld bedverbredingen, ladders of tafelblad-
verlengingen.
Aanbouwonderdelen
vergrendelen:
Aanbouwonderdelen (Afb. 12,1 en Afb. 13,1) in de daarvoor bestemde
houders plaatsen en vastzetten met de aanwezige bevestigingsmiddelen.
Wanneer er geen houder voor het aanbouwonderdeel nodig is, het aan-
bouwonderdeel in de opbergruimtes onderbrengen, waarvan de deuren
niet in de rijrichting kunnen worden geopend (bijvoorbeeld kledingkast of
opbergruimte achter).
Deuren en luiken Deuren zijn bijvoorbeeld binnendeuren of scheidingswanden. Meubelluiken
zie sectie 6.3.
Deuren vergrendelen:
Deuren of scheidingswanden (Afb. 14,1) met de aanwezige vergrende-
lingen of bevestigingsmiddelen vergrendelen.
3.10 Sneeuwkettingen (speciale uitvoering)
Afb. 12 Bedverbreding in garage
achter
Afb. 13 Bedladder in kledingkast
Afb. 14 Douchescheidingswand
Sneeuwkettingen alleen monteren, als de afstand tussen banden en voer-
tuigcarrosserie ten minste 50 mm bedraagt.
Banden, wielophanging en besturing zijn blootgesteld aan een bijkomende
belasting, als er sneeuwkettingen zijn gemonteerd. Met sneeuwkettingen
langzaam (maximaal 50 km/u) en alleen over straten rijden die volledig met
sneeuw zijn bedekt. Het voertuig kan anders beschadigd worden.
Montagevoorschrift van de producent van de sneeuwkettingen in acht
nemen.
Geen sneeuwkettingen op aluminiumvelgen aanbrengen.