Operation Manual

116 A-Modell - 10/11 - Ausgabe 08/10 - 1976781 - BUE-0005-09NL
Elektrische installatie
8
8.9.1 230-V-aansluiting
Het voertuig kan op een externe 230-V-voorziening worden aangesloten. De
kabel mag een lengte van max. 25 m hebben.
8.9.2 Voedingskabel voor externe 230-V-aansluiting
Voedingskabel
Drieaderig (3 x 2,5 mm
2
) flexibel snoer met rubber mantel
Max. 25 m lengte
1 stekker met randaarde
1 aansluitkoppeling met randaarde (steekvoorzieningen conform
EN 60309)
Aansluitmogelijkheden Wij adviseren als voedingskabel een CEE-verbindingskabel met CEE-stekker
en CEE-koppeling. Als deze aansluitmogelijkheid niet mogelijk is, adviseren
wij de volgende combinatie met een randaardestekker:
Adapterkabel:
CEE 17 aansluitkoppeling met randaarde (Afb. 113,1) – stekker met ran-
daarde (Afb. 113,2)
Kabelhaspel:
Contactdoos met randaarde (Afb. 113,3) – stekker met randaarde
(Afb. 113,4)
Adapterkabel:
Aansluitkoppeling met randaarde (Afb. 113,5) – CEE 17 stekker met ran-
daarde (Afb. 113,6)
De externe 230-V-voorziening moet beveiligd zijn met een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar, 30 mA).
Voor de aansluitpunten op campings (campingverdelers) zijn uiterst
gevoelige aardlekschakelaars (FI-schakelaars, 30 mA) voorgeschreven.
Het voertuig is al met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar) uitgerust.
De kabel volledig van de kabelhaspel afwikkelen om oververhitting te
vermijden.
Afb. 113 Aansluitmogelijkheden 230-V-
aansluiting
Afb. 114 Aansluiting aan een hoekkop-
peling met contactdoos