Operation Manual
108 A-Modell - 10/11 - Ausgabe 08/10 - 1976781 - BUE-0005-09NL
Elektrische installatie
8
8.6.1 230-V-controlelicht
Het 230-V-controlelicht (Afb. 108,1) licht op, als aan de ingang van het elek-
troblok netspanning aanwezig is.
8.6.2 Hoofdschakelaar 12 V
De hoofdschakelaar 12 V (Afb. 108,18) schakelt het paneel en de 12-V-voor-
ziening van de woonruimte aan en uit.
Uitzondering: Verwarming, basisverlichting (verlichting in het ingangsbereik)
en opstap blijven bedrijfsklaar.
Inschakelen:
Toets 12-V-voorziening (Afb. 108,18) kort indrukken. De 12-V-voorziening
van de woonruimte is ingeschakeld. De controle-indicatie "12 V" brandt.
Uitschakelen:
Toets 12-V-voorziening (Afb. 108,18) kort indrukken. De 12-V-voorziening
van de woonruimte is uitgeschakeld. De controle-indicatie "12-V-voorzie-
ning" gaat uit.
Accuscheiding activeren
(elektroblok zonder
accuscheidingsschakelaar):
12-V-voorziening uitschakelen.
Toets woonruimteaccu (Afb. 108,15) indrukken en ca. 10 seconden lang
ingedrukt houden. Het symbool volt "V" (Afb. 108,3) en de controle-indi-
catie "12 V" knipperen drie keer. De woonruimteaccu is losgekoppeld van
het 12-V-boordnet.
Accuscheiding deactiveren
(elektroblok zonder
accuscheidingsschakelaar):
Toets 12-V-voorziening (Afb. 108,18) indrukken en ca. 5 seconden lang
ingedrukt houden. Het symbool volt "V" (Afb. 108,3) en de controle-indi-
catie "12 V" knipperen drie keer. De woonruimteaccu is met het 12-V-
boordnet verbonden. De controle-indicatie brandt na ca. 5 seconden.
Het 230-V-controlelicht brandt ook, als de hoofdschakelaar 12 V is uitge-
schakeld.
Als na het inschakelen de LED "11,0" van de voltindicatie en het symbool
volt "V" (Afb. 108,3) in het weergave-instrument accu's (Afb. 108,2) knip-
peren, dan is de spanning van de woonruimteaccu te gering. Accu laden.
Als na het inschakelen de controle-indicatie "12 V" en het symbool volt "V"
(Afb. 108,3) drie keer knipperen, dan is de accuscheiding geactiveerd.
Accuscheiding deactiveren.
Bij het verlaten van het voertuig de 12-V-voorziening via het paneel uit-
schakelen. Zo kan een onnodige ontlading van de woonruimteaccu worden
vermeden.
Verbruikers als regelapparaten (bijv. zonneregelaar, ijs-ex of paneel) of
inbouwapparatuur (bijv. verwarming, koelkast of opstap) halen verder
stroom van de accucapaciteit, ook wanneer de 12-V-voorziening op het
paneel is uitgeschakeld. Daarom de woonruimteaccu met de schakelaar
op het elektroblok loskoppelen van het 12-V-boordnet, als het voertuig lan-
gere tijd niet wordt gebruikt.