Operation Manual
4 bedrijf
10 Gebruiksaanwijzing ThemaClassic 0020195968_01
4.6 Installatiedruk controleren
Aanwijzing
Het product beschikt over een
druksensor en een digitale druk-
indicatie.
Bij het onderschrijden van de ver-
eiste installatiedruk (0,08 MPa ...
0,2 MPa (0,8 bar ... 2 bar)) knippert
de drukindicatie op het display. Bij
verder drukverlies (onder 0,03 MPa
(0,3 bar)) schakelt het product op
storing. Als de CV-installatie voor
meerdere verdiepingen is, kan een
hogere installatiedruk nodig zijn.
Vraag hiervoor raad bij uw installa-
teur.
▶ Controleer de installatiedruk op het
display.
1 / 2
Installatiedruk: 0,08 … 0,2 MPa (0,80
… 2,0 bar)
De installatiedruk ligt in het geplande
drukbereik.
2 / 2
Installatiedruk: < 0,08 MPa (< 0,80 bar)
▶ Vul de CV-installatie. (→ Pagina 10)
◁ Als voldoende drukbereik is be-
reikt, verdwijdt de indicatie na 20
seconden.
4.7 CV-installatie vullen
Opgelet!
Risico op materiële schade
door sterk kalkhoudend,
sterk corrosief of met
chemicaliën vervuild verwar-
mingswater!
Ongeschikt leidingwater be-
schadigt pakkingen en mem-
branen, verstopt waterdoor-
stroomde componenten in het
product en in de CV-installatie
en veroorzaakt geluiden.
▶ Vul de CV-installatie alleen
met geschikt CV-water.
▶ Vraag bij twijfel hiervoor raad
bij een installateur.
Aanwijzing
De installateur is verantwoordelijk
voor de eerste vulling.
1. Verbind de vulkraan met een koudwa-
terleiding, zoals de installateur het u
uitgelegd heeft.
2. Open alle thermostaatkranen van de
CV-installatie.
3. Open de koudwaterleiding.
4. Draai de vulkraan langzaam open en
vul water bij tot de vereiste installatie-
druk bereikt is.
5. Sluit de koudwaterleiding.
6. Ontlucht alle radiatoren.
7. Controleer de installatiedruk op het
display. (→ Pagina 10)
8. Vul evt. water bij.
9. Sluit de vulkraan.
10. Scheid de vulkraan van de koudwa-
terleiding.
4.8 CV-aanvoertemperatuur
instellen
1.
Druk op of ( ).
◁ Op het display wordt de ingestelde
CV-aanvoertemperatuur knipperend
weergegeven.
Voorwaarden: Geen thermostaat aangesloten
▶
Stel met of ( ) de gewenste CV-
aanvoertemperatuur in.
Voorwaarden: Thermostaat aangesloten
▶
Stel met of ( ) de maximaal mo-
gelijke CV-aanvoertemperatuur op het
product in.
▶ Stel de gewenste CV-aanvoertempera-
tuur aan de thermostaat in (→ gebruiks-
aanwijzing thermostaat).










