Operation Manual

Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
45
Opalia F 17 E
Afmetig mm Afmetig mm
O 14 Q 171
P 157
5.5 Aansluiting aan lucht-/
rookgasgeleiding
U kunt verschillende systemen van
de lucht-/rookgasgeleiding voor uw
gasdoorstroomgeiser installeren.
Daarna vindt u voorbeelden van de
mogelijke installaties.
Uitvoerige informatie, ook over bijkomende
mogelijkheden en het vereiste toebehoren,
vindt u bij uw groothandelaar.
1 %
Attentie!
De geleiding van de lucht-/rookgasbuis
moet een horizontale helling van ca. 1 %
t.o.v. de rookgasuitlaatopening hebben om
eventueel condensaat af te voeren.
5.5.1 Concentrische, horizontale lucht-
/rookgasgeleiding Ø 60/100 mm
en Ø 80/125 mm (installatie type
C12)
1
2
L
Legende
1 = Afdichting
2 = Diafragma
Maximaal drukverlies: 60 Pa
Deze waarde wordt met een buislengte (L)
+ 1 boog bereikt.
Type
Type
C12
(mm)
L (m)
met diafragma
(mm)
zonder
diafragma
Ø 40,5 Ø 44,5
F 14 E
Ø 60/100
0,5 - 0,5 < L ≤ 5
Ø 80/125
1 1 < L ≤ 4 4 < L ≤ 10
F 17 E
Ø 60/100
- 0,5 0,5 < L ≤ 3
Ø 80/125
- 1 ≤ L ≤ 2 2 < L ≤ 8
Voor elke bijkomende 90°-boog (of 2
bijkomende 45°-bogen) moet de lengte (L)
met 1 m verkort worden.