Operation Manual

nl
20
4. toepassingen van wieg en stoeltje
U kunt de wieg gebruiken vanaf de geboorte van het kind tot ongeveer 6
maanden. Het gebruik is uitsluitend bedoeld voor kinderen die (nog) niet kunnen
zitten of zichzelf op handen en knieën niet omhoog kunnen drukken. Gebruik
de wieg niet als het kind langer is dan 71 cm of zwaarder dan 9 kg. U kunt het
stoeltje gebruiken wanneer het kind ouder is dan 6 maanden en niet zwaarder
dan 17 kg.
wieg
Het kind kan volledig plat liggen. Hierdoor wordt de wervelkolom niet belast en kan het kind de
beentjes strekken. Als u de wieg als kinderwagen gebruikt, plaats de wieg dan alleen horizontaal
op het onderstel. U kunt de wieg eenvoudig omdraaien. U kijkt dan in de wieg en het kind kan u
aankijken. De wieg kan ook los van het onderstel worden gebruikt, mits geplaatst op een vlakke,
stevige en droge ondergrond.
WAARSCHUWING
• Gebruik de wieg uitsluitend wanneer deze op het onderstel is geplaatst of op
een vlakke, stevige en droge ondergrond.
• Gebruik de wieg uitsluitend in horizontale positie. In elke andere stand kan het
kind wegglijden of uit de wieg vallen.
• Zorg vóór gebruik dat alle klittenbanden en sluitingen goed vast zitten.
• Gebruik de wieg NIET als autowieg. Voorkom ongelukken die tot lichamelijk letsel
kunnen leiden of een fatale afloop kunnen hebben.
• NOOIT de wiegbekleding gebruiken wanneer deze niet aan het frame
bevestigd is.
stoeltje
U kunt het stoeltje in 3 verschillende standen zetten. Dat kan alleen als het stoeltje op het
onderstel staat. De 3 standen zijn:
1. zitten
2. half zitten
3. liggen
U kunt het stoeltje eenvoudig omdraaien. Hiermee verandert u de kijkrichting van uw kind.
Let op De houding van het kind (de hoek tussen rugleuning en zitting) blijft in de 3 standen
onveranderd.
WAARSCHUWING
• Gebruik het stoeltje niet losstaand op de grond.
• Gebruik het stoeltje alleen wanneer dit op het onderstel is geplaatst.
Z10057 - UG_G_NL~PT rv02.indb 20 13/2/07 12:38:54










