Installation Instructions
Brander in bedrijf stellen
6
Blauwevlambrander Logatop BE 1.3 en 2.3 ECO - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden. 21
Aanzuigluchtgeleiding instellen
Indien het CO
2
-gehalte niet enkel door een aanpassing
van de oliedruk (oliedruk buiten het instelbereik)
ingesteld kan worden, moet bovendien het luchtvolume
via de aanzuigluchtgeleiding gewijzigd worden.
z Maak de aanzuigluchtgeleiding (ALF) los (afb. 16,
pos. 1).
z Pas de statische ventilatordruk aan door de
aanzuigluchtgeleiding te verdraaien.
Let erop, dat bij een hogere ventilatordruk een
verschuiving van de regelaar resulteert in kleinere
waarden op de schaal. Dat stemt overeen met de
richting van de pijl in afb. 16.
z Stel de oliedruk bij (zie hoofdstuk "CO2- gehalte
bijstellen", pagina 20), zodat het CO
2
-gehalte binnen
het waardenbereik ligt (zie hoofdstuk 4.3
"Instelwaarden en sproeieruitrusting", pagina 10).
Vervang eventueel de sproeiers.
Trek van de schoorsteen meten
Als de opvoerdruk te hoog ligt, moet u een bijkomende
trekregelaar inbouwen.
Indien voor de instelling van de schoorsteentrek de
inbouw van een bijkomende trekregelaar noodzakelijk
is, moet u die inbouwen in de schoorsteen en niet in de
rookgasleiding. Zo vermijd u een geluidsoverdracht in
de opstellingsruimte.
Roettest uitvoeren
Het roetgetal moet "0" bedragen (RZ = 0).
z Bij afwijkingen ten opzichte van de aangegeven
waarde – storing verhelpen (zie hoofdstuk 10
"Branderstoringen verhelpen", pagina 42).
Afb. 16 Aanzuigluchtgeleiding instellen
Pos. 1: Bout
Pos. 2: Schaal
Pos. 3: Pijl op de schaal van de aanzuigluchtgeleiding
Pos. 4: Hendel voor het instellen van de
aanzuigluchtgeleiding
1
2
1
3
4
Schaal Luchtvolume CO
2
-gehalte
0 maximaal minimaal
6 minimaal maximaal
Tab. 9 Instelling van de luchthoeveelheid
OPGELET!
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door schoorsteenvervuiling.
z Vermijd schoorsteenverstoppingen,
door de schoorsteen te berekenen
volgens DIN EN 13384.
z Vraag in geval van twijfel na.










