Installation Instructions

10 Storingen
Logatherm – 6 720 806 593 (2013/05)
65
U7 Oververhitting gestoord door te
lage heetgastemperatuur
Wanneer de oververhitting gedu-
rende meer dan 3 minuten -15 °C
bedraagt, de LEV praktisch geslo-
ten is (laagste impulsfrequentie)
en 10 minuten zijn verlopen sinds
het starten van de compressor,
verschijnt storingsmelding “U7”.
Slechte verbinding/contacten of losse aansluit-
klem van de kabels en stekker van de heetgas-
temperatuursensor TH4 op de printplaat.
Controleer de contacten, kabels en verbindingen van de temperatuur-
sensor TH4 en repareer deze indien nodig.
Defecte bevestiging van de heetgastempera-
tuursensor TH4.
Bevestig de temperatuursensor TH4 correct.
Slechte verbinding/contacten of losse aansluit-
klem van de kabels en stekkers op de LEV-aan-
drijving.
Controleer de verbindingen, contacten en aansluitingen op de LEV-aan-
drijving en repareer of vervang deze eventueel.
Slechte of losse contacten van de LEV-kabels en
stekkers op de printplaat.
Controleer de contacten, kabels en verbindingen van de LEV-kabels en
repareer deze indien nodig.
Fout of defect lineair expansieventiel (LEV). Controleer het lineaire expansieventiel (LEV) en vervang deze eventu-
eel.
U8 Toerentalstoring aan ventilator-
motor
Het toerental op de ventilatormo-
tor wordt als fout aangemerkt,
wanneer:
Vanaf een buitentemperatuur
van 20 °C en hoger gedurende
15 seconden slechts maximaal
100 1/min wordt gemeten.
Gedurende één minuut minder
dan 50 1/min of meer dan
1500 1/min wordt gemeten.
Ventilatormotor defect. Controleer de ventilatormotor en vervang een defecte motor.
Printplaat defect. Controleer de printplaat en vervang defecte exemplaren.
U9 Over- of onderspanning in de in-
verter en storing in de seriele
communicatie van de printplaat
Plotselinge val van de busspan-
ning tot onder 200 V
Toename van de busspanning
tot boven 420 V
Afname van het stroomver-
bruik van de buiteneenheid tot
nog maar 0,1 A bij een bedrijfs-
frequentie van 40 Hz of een
compressorstroom van 6,0 A.
Toename van de voedingsspanning (netzijde). Controleer de voedingsspanning aan de netzijde.
Bedrading op de compressor los. Controleer de bedrading op de compressor en de spanningsprintplaat
en corrigeer dit.
Defecte PFC-module op de spanningsprintplaat
van de buiteneenheid.
Printplaat vervangen.
Defecte ACT-module. ACT-module vervangen.
Stekker CNAF los of losgetrokken. Bevestiging en bedrading van CNAF controleren en corrigeren.
Defect 52C-circuit op de printplaat. Printplaat vervangen.
Stekker CN5 op de spanningsprintplaat los of
losgetrokken.
Bevestiging en bedrading van CN5 controleren en corrigeren.
Stekker CN2 op de spanningsprintplaat los of
losgetrokken.
Bevestiging en bedrading van CN2 controleren en corrigeren.
Code Benaming Oorzaak van de storing Mogelijke oplossing/controle
Tab. 30 Storingsmeldingen buiteneenheid