Installation Instructions
6 In bedrijf nemen
Logatherm – 6 720 806 593 (2013/05)
42
6.2.12 Hybride manager ontluchten
1.Open de handmatige ontluchting.
2.Sluit de handmatige ontluchting, zodra het systeem is gevuld. Daar-
mee wordt voorkomen, dat lucht weer in het systeem wordt terugge-
zogen.
3. Toerental III op de hoogrendementpomp in de hybride manager instel-
len.
4.Centrale verwarming met behulp van de bedieningseenheid
Logamatic RC35 starten (zie bedieningshandleiding van de bedie-
ningseenheid Logamatic RC35).
5. Laat de hoogrendementpomp in de hybride manager, afhankelijk van
de constructie en grootte van de installatie, korte tijd draaien.
6.Centrale verwarming met behulp van de bedieningseenheid
Logamatic RC35 stoppen (zie bedieningshandleiding van de bedie-
ningseenheid Logamatic RC35).
7.Open de handmatige ontluchting.
8.Handmatige ontluchting sluiten.
9.Stappen 3 t/m 8 zolang herhalen, tot het systeem compleet is ont-
lucht.
10.Stel de pomp in, nadat de installatie is ontlucht
( hoofdstuk 6.2.9).
6.2.13 Bypassventiel instellen
Het bypassventiel wordt afhankelijk van de gekozen pompcurve inge-
steld:
• Toerental I
Bypass-instelling = 0,05 bar
• Toerental II
Bypass-instelling = 0,18 bar
• Toerental III
Bypass-instelling = 0,45 bar
▶ Stel de vastgestelde bypass-instelling in op de insteleenheid van het
bypassventiel.
Afb. 54 Bypassventiel instellen
6.2.14 Parameters voor energie- en kostenoptimalisatie van het
hybride systeem instellen
Het hybride systeem biedt de keuze uit verschillende bedrijfsmodi:
OPMERKING: Schade aan de hybride circulatiepomp!
Schade door te lage of ontbrekende installatiedruk:
drooglopen van de pomp!
▶ Controleer het waterpeil regelmatig bij en vul dit bij in-
dien nodig.
Wij adviseren, een handmatige ontluchting in de nabij-
heid van de cv-waterretouraansluiting van de hybride
manager te installeren, om het ontluchten van de hybri-
de manager mogelijk te maken.
Ontlucht de pomp, wanneer luchtinsluitingen in de pomp
geluid veroorzaken.
Wanneer een groot luchtvolume uit het systeem ont-
wijkt, moet de gespecificeerde systeemdruk weer wor-
den hersteld.
Het verdient aanbevelingen na het instellen van het by-
passventiel, de instellingen te blokkeren.
Deze parameters worden op de hybride regelmodule in-
gesteld. De waarden worden telkens overgedragen en
overschreven. Zie hoofdstuk 6.2.17 voor informatie
over de instelling op de hybride regelmodule.
Modus Benaming
Milieufactoren Bij CO
2
-geoptimaliseerde bedrijfsmodus be-
slist de systeemregeling, op welk tijdstip het
bedrijf van de lucht-waterwarmtepomp of de
condensatieketel de hoogste CO
2
-reductie
bereikt.
Kosten Bij kostengeoptimaliseerd bedrijf beslist de
systeemregeling op basis van de actuele
energieprijzen. Stijgende gasprijzen hebben
een langer bedrijf van de lucht-waterwarm-
tepomp tot gevolg, stijgende stroomprijzen
veroorzaken een langer bedrijf van de con-
densatieketel.
Milieu en kosten Mengbedrijf van milieufactoren en kosten.
Er wordt rekening gehouden met milieu-as-
pecten en financiële gezichtspunten.
Omschakeldrempel Bij buitentemperatuurafhankelijk bedrijf
gaat vanaf een gedefinieerde buitentempe-
ratuur de condensatieketel in werking.
Tab. 12 Overzicht bedrijfsmodi
6 720 646 970-118.1ITL