Installation Instructions
5 Montage en installatie
Logatherm – 6 720 806 593 (2013/05)
33
Afsluiters openen
Afsluiters op de leiding voor vloeibaar en gasvormig koudemiddel ope-
nen ( afb. 39):
▶ Ventielkap [2] verwijderen.
▶ Met een inbussleutel (4 mm) de ventielspindel [3] linksom tot aan de
aanslag draaien (ca. 10 slagen).
Niet meer verder draaien, wanneer de aanslag is bereikt.
▶ Ventielstang [3] ½ slag terugdraaien (rechtsom).
▶ Ventielkap [2] plaatsen. Let er daarbij op, dat de binnenkant niet
wordt beschadigd, omdat deze als afdichting dient.
▶ Ventielkap [2] met aandraaimoment van 20 tot 25 Nm aantrekken.
Wanneer de kappen niet weer worden geplaatst en aangetrokken, kan
koudemiddel ontsnappen.
Afb. 39 Afsluiter in de leiding voor gasvorming koudemiddel
[1] Terugslagventiel (onder de onderhoudskap)
[2] Kap van de afsluiter
[3] Stang van de afsluiter
[4] Leiding naar gebouw
[5] Leiding naar buiteneenheid
5.7 Aansluiten elektriciteit
5.7.1 Veiligheid
Bij alle werkzaamheden aan de elektrische installatie en aan elektrische
componenten moet de veiligheid zijn gewaarborgd. Daarbij hoort:
▶ voor de elektrische aansluiting de voedingsspanning naar de cv-ketel
en alle andere BUS-deelnemers onderbreken.
▶ Voordat de buiteneenheid of de hybride manager wordt geopend:
alle zekeringautomaten spanningsloos schakelen en beveiligen tegen
onbedoeld herinschakelen. Het is niet voldoende de bedieningseen-
heid uit te schakelen.
▶ Gebruik voor de aansluiting van de buiteneenheid op het net alleen ka-
bels en leidingen, die voor buiten zijn toegelaten.
▶ Voor druppelwaterbescherming elektrische kabels door de tulen lei-
den en zonder trekbelasting op de daarvoor bedoelde klemmen aan-
sluiten.
▶ Waarborg, dat de buiteneenheid correct is geaard. Sluite de randaar-
de niet aan op gas- of waterleidingen, bliksemafleiders of telefoon-
aardkabels.
▶ Vermogensschakelaar (FI-schakelaar, scheidingsschakelaar met B-
zekering en installatie-automaat) met de gespecificeerde vermogens
gebruiken.
▶ Houd alle relevante lokale en nationale voorschriften voor de elektro-
technische installatie aan.
5.7.2 Algemene voorwaarden
Voordat de hybride manager kan worden aangesloten, moeten de bouw-
zijdige voorwaarden zijn vervuld.
• Voor condensatieketel en hybride manager is ieder een 10 A installa-
tie-automaat karakteristiek B aanwezig.
Om inductieve beïnvloeding te vermijden:
• Laagspanningskabels gescheiden van 230 V of 400 V elektrische ka-
bels installeren.
• Houd een minimale afstand van 100 mm aan.
• Voer bij externe inductieve invloeden de kabels afgeschermd uit.
Voor spatwaterbescherming (IP):
• kabels zo installeren, dat de kabelmantel ten minste 20 mm in de ka-
beldoorvoer steekt.
OPMERKING: Materiële schade door gesloten afslui-
ters!
Wanneer de afsluiters tijdens bedrijf van de buiteneen-
heid gesloten blijven, worden compressor en regelven-
tielen beschadigd.
▶ Afsluiters voor vloeibaar en gasvormig koudemiddel
openen.
GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom!
Niet deskundig uitgevoerde werkzaamheden aan elektri-
sche onderdelen kunnen levensgevaarlijke elektrische
schokken veroorzaken.
▶ Voer werkzaamheden aan elektrische componenten
alleen uit met overeenkomstige kwalificatie. Wanneer
geen geldende kwalificatie aanwezig is, moet de elek-
trische aansluiting door een erkend installateur wor-
den uitgevoerd.
6 720 646 970-28.2ITL
1
2
3
4
5
WAARSCHUWING: Elektrische aansluiting van de kabel
van de secundaire verwarming en het hybride systeem.
Een verkeerd aangesloten kabel van het secundaire ver-
warmingssysteem veroorzaakt ernstige schade aan de
buiteneenheid.
▶ Sluit de kabel van de secundaire verwarming niet aan
op de elektrische aansluiting van de buiteneenheid.
Gebruik altijd een andere elektrische aansluiting dan
die voor de buiteneenheid.
Daardoor zijn de kabels beschermd tegen externe in-
vloeden (bijv. krachtstroomdraden, bovenleiding, trafo-
stations, radio- en TV-toestellen, amateurzenders,
magnetrons enz.).