Installation Instructions

5 Montage en installatie
Logatherm – 6 720 806 593 (2013/05)
32
Afb. 36 Afsluiters koudemiddelcircuit
[1] Afsluiter in de leiding voor vloeibaar koudemiddel
[2] Afsluiter in de leiding voor gasvorming koudemiddel
[3] Terugslagventiel (onder de onderhoudsaansluiting)
[4] Sectie openen/sluiten
[5] Onderhoudsaansluiting
[6] Hier geen schroefsleutel plaatsen
[7] Hier twee schroefsleutels gebruiken
[8] Isolatie
[9] ¼ inch leiding
[10] ½ inch leiding
5.6.7 Koudemiddelafsluiter isoleren
Na de aansluiting op de buiteneenheid moeten de koudemiddelleidingen
inclusief de afsluitventielen worden geïsoleerd.
Isolatiemateriaal [3] zodanig bijsnijden, dat deze goed op de koude-
middelafsluiters past.
De isolatie [3] voor de leidingen voor vloeibaar koudemiddel (klein, 2
gaten) aan de vloeistofzijde zodanig aanbrengen, dat de gaten op de
ventielkapjes [1] passen en de afsluiter [2] volledig is bedekt.
Isolatiemateriaal voor de leiding voor vloeibaar koudemiddel bijsnij-
den, daarbij van 2 gaten voor de afsluitkapjes voorzien.
Zodanig op de leiding bevestigen, dat de gaten de afsluitkapjes [1]
omsluiten en de afsluiter [2] volledig is bedekt.
Afb. 37 Isolatiemateriaal, afsluiter en ventielkapjes
[1] Afsluitkappen
[2] Borgmoer
[3] Isolatiemateriaal (toebehoren afvoerset voor elektrische warmte-
pomp)
Isolatiemateriaal [1] met trekbandjes bevestigen.
Overtollige uiteinden van de trekbanden [2] afknippen.
Afb. 38 Isolatie met trekbanden
[1] Isolatiemateriaal (toebehoren afvoerset voor elektrische warmte-
pomp)
[2] Trekbanden (toebehoren elektrische warmtepomp afvoerset)
Isolatiemateriaal [1] voor de leiding voor gasvormig koudemiddel bij-
snijden en bevestigen.
Isolatiemateriaal [1] met trekbandjes [2] bevestigen.
Overtollige uiteinden van de trekbanden [2] afknippen.
5.6.8 Koudemiddelcircuit aftappen en drogen
De lucht uit het koudemiddelcircuit moet via de hierna beschreven va-
cuëmdroogmethode worden verwijderd. Bij onvoldoende vacuümdro-
ging blijven lucht en waterdamp achter in het koudemiddelcircuit. Dit
kan vanwege de vochtigheid een ongewone toename van de overdruk of
afname van de onderdruk tot gevolg hebben en kwaliteitsverlies van de
koudemiddelolie. Dit kan een negatief effect op de levensduur van de
compressor hebben.
Vacuümdrogen
Op het terugslagventiel ( afb. 36, [3]) een hoogvermogenvacuüm-
pomp aansluiten.
Met de vacuümpomp een druk van 101 kPa(g) (5 Torr) opbouwen.
De druk minimaal 1 uur in stand houden.
Daarbij het vacuüm constant op de manometerverdeler bewaken.
Wanneer er vocht in de leiding aanwezig is, wordt volledig vacuüm
bij kort gebruik van de vacuümpomp mogelijk niet bereikt.
Verdelerventiel sluiten en vacuümpomp uitschakelen.
Druk een minuut lang bewaken.
Indien de druk binnen deze tijd toeneemt (vacuüm neemt af), het va-
cuüm trekken en de aansluitende test herhalen.
Maak de vacuümpomp los van het koudemiddelcircuit.
6 720 646 970-27.3Wo
8
10
9
3
1
2
4
5
6
7
6720803687-31.1Wo
2
3
1
WAARSCHUWING: Persoonlijk letsel door barstende
koudemiddelleidingen!
In de leidingen ingesloten lucht kan drukpieken veroor-
zaken, die leidingbreuk tot gevolg kunnen hebben.
Waarborg, dat er geen lucht in de leidingen achter-
blijft.
Het koudemiddelcircuit is met 2,5 kg koudemiddel
R410A voorgevuld. Bij de inbedrijfstelling hoeft geen
koudemiddel te worden bijgevuld.
Het koudemiddel uit de buiteneenheid mag niet worden
gebruikt voor het uitspoelen van de lucht uit de koude-
middelleidingen.
6720803687-32.1Wo
2
1