6301 4302 – 03/2001 BE (NL) Montagevoorschrift Zonnecollector Logasol SKS 3.
Voorwoord Belangrijke algemene gebruiksaanwijzingen Gebruik het materiaal enkel in de toepassing waarvoor het gemaakt werd en neem daarbij het montagevoorschrift in acht. Onderhoud en herstellingen mogen enkel door een erkend vakman worden uitgevoerd. Het technische materiaal enkel installeren in de voorgeschreven combinaties en met de toebehoren en de wisselstukken die in het montagevoorschrift vermeld staan.
Inhoudsopgave 1 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.2 Voorgeschreven toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.3 Voorschriften en richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 1 Algemeen Algemeen Dit voorschrift beschrijft – de plaatsing van de dakinbouwkader – de montage en de aansluiting van de aansluitset van de zonnecollectoren van de reeks Logasol SKS 3.0. De complete technische documentatie moet bewaard worden en kan bij de producent geraadpleegd worden. J OPMERKING! Dit montagevoorschrift moet aan de klant overhandigd worden. De installateur geeft de klant de nodige uitleg betreffende de werking en de bediening van het toestel.
Technische gegevens 2 2 Technische gegevens Lengte 2.118 mm Breedte 1.
3 3 3.1 Algemene aanwijzingen 3.2 Veiligheidsaanwijzingen De dakinbouwkader is bestemd voor de montage van thermische zonnecollectoren op schuine daken met een hellingsgraad van 25°– 60°. Ze kunnen op de aanwezige dakconstructie van pannendaken opgebouwd worden. De afbeeldingen in dit montagevoorschrift zijn schematische voorstellingen. l Zorg ervoor dat u voor het begin van de werkzaamheden alle onderdelen en hun functie kent.
Algemene aanwijzingen 3.3 3 Voorschriften en richtlijnen Dit montagevoorschrift gaat er, voor de beschreven werkzaamheden, van uit dat de vakman beschikt over de nodige vakkennis en een beroepsdiploma CV. Voer de montage enkel uit, wanneer u daadwerkelijk over de nodige kwalificaties beschikt. Bij de uitvoering van het werk moeten de bouwzijdige voorwaarden evenals de regeln van de techniek en de plaatselijke voorschriften in acht genomen worden.
4 Algemene informatie 4 Algemene informatie 4.1 Collectortypes In tegenstelling tot de conventionele types van collectoren, is bij de SKS-collectoren, naast de leidingen voor de aanvoer en de retour eveneens een derde circulerende verzamelleiding geïntegreerd. Daardoor kan het collectorveld volgens het Tichelmannprincipe aangesloten worden. De aanvoerleiding wordt daarbij door alle collectoren opnieuw naar de aansluitzijde geleid. Een bijkomende leiding valt weg.
Algemene informatie 4.2 4 Soorten De zonnecollectoren SKS 3.0 kunnen uitgerust worden met een compleetstation van het type KS of DBS. Voor de montage van de zonnecollectoren moet u rekening houden met het volgende: a) Bij een compleetstation KS: – De installatie moet met Solarfluid gevuld worden. – De ontluchter moet op het hoogste punt van het leidingensysteem geïnstalleerd worden (montagevoorschrift ontluchterset in acht nemen).
5 Dakinbouwkader monteren 5 Dakinbouwkader monteren 5.1 Beknopte beschrijving van de dakinbouwkader en toebehoren Voor de toepassing van deze dakinbouwkader moeten er geen aanpassingen aan de dakconstructie aangebracht worden. De dakinbouwkader (één per collector) bestaat uit (afb. 4): 1x dakinbouwkader pos. 1 5x aanhechtingsplaatje pos. 2 4x collectorhouder pos. 3 1x loodslab b,1250 mm pos. 5 1x bladerplaat boven (optie) pos. 8 4x collectorklem pos.
Dakinbouwkader monteren 5 2 9 1 2 3 8 9 7 9 2 2 4 2 11 5 10 5 6 Afb. 4 Compleet overzicht van de montageset voor de plaatsing van een collector Legende Pos. 1: Dakinbouwkader Pos. 2: Aanhechtingsplaatje Pos. 3: Collectorhouder Pos. 4: Afsluitprofiel, zijdelings rechts Pos. 5: Loodslab b Pos. 6: Loodslab a Pos. 7: Afsluitprofiel, zijdelings links Pos. 8: Bladerplaat boven (optie) Pos. 9: Collectorklem Pos. 10: Driehoekige afdichtingsband Pos.
5 Dakinbouwkader monteren Bijkomend gereedschap / materiaal : – sleutel SW 27 – 5 daklatten; lengte: telkens even breed als het collectorveld – kopspijkers, nagels (80 mm) – felstang (of iets gelijkaardigs) – waterpas, metselkoord Korte beschrijving: De dakinbouwkaders uit titaanzink of koper kunnen in elk pannendak geïntegreerd worden. Voor elke zonnecollector is er een dakinbouwkader voorzien (zie afb. 4).
Dakinbouwkader monteren 5 10 10 1 3 2 4 6 9 Afb. 5 8 7 5 Dwarsdoorsnede van de dakinbouwkader Legende Pos. 1: Afsluitprofiel Pos. 2: Driehoekige afdichtingsband Pos. 3: Collector Pos. 4: Collectorklem Pos. 5: Dakinbouwkader Pos. 6: Collectorhouder Pos. 7: Aanwezige lattenconstructie Pos. 8: Dakinbouwkader Pos. 9: Keper Pos. 10: Vierkante afdichtingsband Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.
Oppervlakte ingenomen door het collectorveld Basisprincipe: Niet enkel de collectoren nemen plaats in, maar er moet ook rekening gehouden worden met de plaats ingenomen door aanvoer- en retourleidingen (in de stromingsrichting stijgende leidingen, ontluchtingsmogelijkheden) onder de dakpannen. U dient derhalve niet enkel met het oppervlak op het dak rekening te houden, maar eveneens met de plaats die onder het dak nodig is voor de installatie.
Dakinbouwkader monteren 5.3 5 Voor de montage – veiligheidsaanwijzingen Informeer voor de montage naar de bouwzijdige voorwaarden en de plaatselijke voorschriften. Controleer of – de levering compleet en intact is. Gebruik enkel de originele onderdelen van de producent en vervang defecte stukken onmiddellijk. – de dakconstructie voldoende draagkracht heeft en of er geen beschadigingen zijn aan de constructie (bv. een defecte lattenconstructie of ondichte plaatsen).
6 Montage van het systeem met dakinbouwkader 6 Montage van het systeem met dakinbouwkader 6.1 Montage voorbereiden A WAARSCHUWING! Tref bij de montagewerkzaamheden op schuine daken de gepaste maatregelen ter preventie van ongevallen. Neem de voorschriften ter preventie van ongevallen in acht! l Dek bij een oude woning het voor de collectoren noodzakelijke oppervlak af. Laat bij een nieuwe woning de noodzakelijke ruimte op de normale lattenconstructie vrij (per collector ongeveer 1,30 x 2,50 m).
Montage van het systeem met dakinbouwkader 6 l Bepaal een gunstige uitgangspositie tussen de bovenste, onderste en zijdelingse dakpannen. Neem, als hulpmiddel, de dakinbouwkader van een collector en het rechtse zijdelingse afsluitprofiel (afb. 9). De pannen moeten het afsluitprofiel aan de zijkant (afb. 9, pos. 4) zo’n 60–80 mm en bovenaan (afb. 9, pos. 5) zo’n 100–110 mm bedekken. J OPMERKING! Houd eveneens rekening met de latere zijdelingse pannenbedekking.
6 Montage van het systeem met dakinbouwkader Bijkomende daklatten + loodslab aanbrengen l Nagel de lat 1 (afb. 11, pos. 1) op een afstand van ca. 8 cm over de laatste aanwezige daklat met pannenbedekking. Breng onmiddellijk daarboven de lat 2 (afb. 11, pos. 2) aan. J OPMERKING! Bij een hellingsgraad van minder dan 30° moet er een langere loodslab gemonteerd worden (zie afb. 14). Die loodslabben zijn beschikbaar in de vakhandel. l Rol de bijgeleverde loodslab over de daklatten, evenals over de pannen uit.
Montage van het systeem met dakinbouwkader 6 5 4 7 6 5 4 8 3 2 1 Afb. 11 Aanbrengen van de bijkomende latten en een loodslab Legende Pos. 1: Lat 1 Pos. 2: Lat 2 Pos. 3: Lat 3 Pos. 4: Lat 4 Pos. 5: Lat 5 Pos. 6: Aanwezige lat (kan weggelaten worden) Pos. 7: Aanhechtingsplaatje Pos. 8: Dakinbouwkader Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be Montagevoorschrift zonnecollector Logasol SKS 3.
6 6.2 Montage van het systeem met dakinbouwkader Dakinbouwkader bevestigen l Verbind het zijdelingse afsluitprofiel met de eerste en de laatste dakinbouwkader vooraleer deze kaders aan te brengen. De kaders kunnen in de profielen gestoken worden en samengedrukt worden tot aan de staande gleuf en zo tot een eenheid verbonden worden. l Begin bij het monteren van de dakinbouwkaders aan de rechterzijde. 1 l Span een metselkoord in de nok van de dakinbouwkaders over de gehele breedte van de installatie (afb.
Montage van het systeem met dakinbouwkader 6.3 6 Collectorhouder monteren l Voor de afdichting snijd u van de vierkante afdichtingsband een stuk van ca. 10 cm lang af. Dat legt u in de bak van de collectorhouder (afb. 13, pos. 4). l Schroef de collectorhouders met behulp van de bijgeleverde houten schroeven in het bovenste deel (op max. 1/3) van de dakinbouwkader rechts, links, evenals onderaan langs de binnenzijde op aan afstand van ca. 80 cm op de daklat (afb. 13, pos. 3).
6 6.4 Montage van het systeem met dakinbouwkader Dakinbouwkader aarden De dakinbouwkaders moeten conform VDE 100 aan het aardingssystem aangesloten worden. De aansluiting kan via de dakinbouwkader langs de Cuverzamelleiding gebeuren. De werkzaamheden moeten door een elektriciën uitgevoerd worden. l Monteer op een willekeurige plaats aan de dakinbouwkader een Cu-leiding (min. diameter van 2 tot 6 mm) bv. door middel van inox dakgoot- of felsklemmen.
Montage van de collectoren 7 Montage van de collectoren 7.1 Veiligheidsaanwijzingen 7 A VOORZICHTIG! Gevaar voor blessures door naar beneden vallende collectoren. Zorg ervoor dat tijdens het transport of bij de montage de collectoren niet naar beneden kunnen vallen. – Voer de onderstaande werkzaamheden steeds per twee uit. De collector kan omwille van zijn afmetingen niet door één persoon gedragen worden, de collector is daarvoor te moeilijk hanteerbaar.
7 7.2 Montage van de collectoren Voor de montage van de collector Plaats afsluitkappen of stoppen op de aansluitingen die u niet nodig heeft (afb. 15) Voor de aansluiting van een collectorveld hoeft u alle aansluitingen niet te gebruiken. l Sluit de aansluitingen die u niet gebruikt af met de geleverde afsluitkappen of stoppen. Gebruik de geleverde montagesleutel, houdt alles eventueel tegen met een sleutel voor cilinderkopschroeven SW 10.
Montage van de collectoren 7 l Verwijder de transportbeveiligingen (afb. 17, pos.1) aan de linker collectorzijde nog niet op de grond! J OPMERKING! Verwijder de transportbeveiligingen pas vlak voor de de hydraulische aansluiting. Anders wordt het moeilijk om de aansluitstutten op de rechter collectorzijde bij het plaatsen van de collectoren naar de tegenoverliggende aansluitingen te voeren. 1 Afb.
7 7.3 Montage van de collectoren Collectoren plaatsen en bevestigen 1 J OPMERKING! Begin steeds met de collector aan de rechterzijde van het collectorveld. Ga voor de montage van de collector met ten minste twee personen tewerk. Neem alle eerder vermelde veiligheidsaanwijzingen in acht en zorg ervoor dat u en het materiaal niet van het dak kunnen vallen. l Plaats de eerste collector in de uiterste rechtse dakinbouwkader.
Montage van de collectoren 7.5 7 Voorbereiding van de hydraulische aansluiting 1 A OPGELET BIJ DBS-COMPLEETSTATIONS Plaats de aansluitleidingen steeds met een verval van ten minste 2 % naar het compleetstation. Ontluchter monteren bij KS-compleetstations Bij een zonne-installatie die door een KS-compleetstation wordt aangedreven, moet er op het hoogste punt van het collectorveld in de aanvoerleiding een ontluchter gemonteerd worden (afb.
7 Montage van de collectoren Montage van de retourleiding l Schuif de flexibele inox-slang door de zijdelingse boring van de onderste verluchtingspan en door de dakisolatie. l Trek de dichting voor de doorvoer van de leidingen (afb. 22) aan de zijde met de draad van de flexibele inox-slang aan (niet via de schroefverbinding van de klemring). Let erop, dat de dichting niet in de ontluchtingsleiding glijdt. l Plaats de pan op de latten. 1 Afb.
Hydraulische aansluiting 8 8 Hydraulische aansluiting Hydraulische aansluiting van de aanvoer- en retourleiding De hydraulische aansluiting gebeurt met behulp van de geleverde flexibele inox-slang. IOPMERKING! Bij de montage van de aansluitleidingen (evenals bij de Tichelmanbocht) moet aan de rechterzijde van het collectorveld de geleverde dubbele schroefkoppeling (afb. 25, pos. 1) gebruikt worden. l Schroef de zijde van de dubbele schroefkoppeling aan de witte dichting aan de collector.
8 Hydraulische aansluiting Hydraulische verbinding van twee collectoren! l De transportbeveiliging van de linker collectorzijde moet steeds vlak voor het plaatsen van de betroffen hydraulische verbinding verwijderd worden (afb. 26, pos.1). l De verbinding van de collectoren gebeurt via de tegenover elkaar liggende collectoraansluitingen. De aansluitingen aan de rechterzijde van de collector zijn vast, die aan de linkerzijde zijn flexibel.
Hydraulische aansluiting Beveiligingsplaten monteren (afb. 28) Opdat de twee flexibele aansluitingen van de linker collectorzijde beschermd zouden zijn tegen uitzettingen bij warmte, moeten er beveiligingsplaten gemonteerd worden. l Plaats steeds eerst de onderzijde in de collectorkuip naast de aansluitingen (pos. 1). 8 2 l Druk de plaat tegen de kader, tot ze in het kaderprofiel is vastgeklikt (pos. 2). l Schuif de plaat over de aansluiting (pos. 3).
9 9 Aansluiting temperatuur-voeler Aansluiting temperatuurvoeler l Druk de warmtegeleidende pasta (wordt geleverd bij het compleetstation) in de dompelhuls van de voeler. l Voer de temperatuurvoeler (afb. 30, pos. 3) door de klemmenschroef (afb. 30, pos. 1en 2) en schuif hem ca.
Werkzaamheden afronden 10 10 Werkzaamheden afronden 1 3 10.1 Dak afdichten en bedekken J OPMERKING! Nadat alle dakinbouwkaders en bedekkingen zijn aangebracht, dient u nogmaals de positie te controleren en indien nodig te corrigeren. J OPMERKING! De afdichtingsbanden elkaar lichtjes laten raken. De afdichtingsbanden kunnen apart besteld worden. l Kleef de driehoekige afdichtingsband (afb. 31, pos.
10 Werkzaamheden afronden l Knip, indien nodig, de driehoekige afdichtingsband af, vooraleer hem te bedekken (afb. 33). l Beveilig de dakpannen, indien nodig, tegen het verschuiven of het naar beneden vallen, bv. met pannenklemmen of schroeven. Afb. 33 Driehoekige afdichtingsband afsnijden l Maak, na elke dakpan die op het dak geplaatst wordt, met een mes een inkeping in de driehoekige afdichtingsband (afb. 34). Afb.
Werkzaamheden afronden 10 l Bedek het kadersysteem aan de bovenzijde en aan de zijkant met pannen (afb. 31, pos. 2). Snijd de pannen eventueel op maat. l De bovenste gleuven die rechtop staan kunnen ervoor zorgen dat de pannen niet helemaal vlak liggen. Om dat te vermijden, moeten die gleuven bovenaan naar de zijkant gebogen worden. l Aan de zijde van de dakgoot kan de loodslab onderaan (ca. 3 cm) met een rubberen hamer aan de contouren van de dakpannen aangepast worden (afb. 35). 1 2 Afb.
10 10.2 Werkzaamheden afronden Isolatie A OPGELET! Controleer ten slotte de correcte positie van de montageset en van de collectoren. J OPMERKING! De onderstaande isolatiewerkzaamheden moeten pas uitgevoerd worden als er een drukproef werd gedaan en alle aansluitingen dicht zijn. Isolatie van de bouwzijdige verzamelleidingen bij montage binnen en buiten – Gebruik voor de isolatie van de leidingen buiten UVbestendige materialen en materialen die bestand zijn tegen hoge temperaturen.
Notities Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be Montagevoorschrift zonnecollector Logasol SKS 3.
Notities Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! 38 Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be Montagevoorschrift zonnecollector Logasol SKS 3.
Notities Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden! Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be Montagevoorschrift zonnecollector Logasol SKS 3.
Buderus is steeds in uw buurt. Verwarmingstechnologie van hoogstaande kwaliteit gaat gepaard met een professionele installatie en een professioneel onderhoud. Buderus levert zijn hele gamma daarom enkel via de installateur. Vraag hem naar de Buderus verwarmingstechniek. Of informeer u bij een van onze filialen.