Installation Instructions

Dakinbouwkader monteren 4
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Montagevoorschrift zonnecollector Logasol dakintegratie-kader SKN 2.0 • Uitgave 03/2001
Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be
9
Bijkomend gereedschap / materiaal dat noodzakelijk
is voor de montage:
sleutel SW 27, 19
5 daklatten;
lengte: telkens even breed als het collectorveld
kopspijkers, nagels (80 mm)
felstang (of iets gelijkaardigs)
waterpas, metselkoord
Korte beschrijving:
De dakinbouwkaders uit titaanzink of koper kunnen in
elk pannendak geïntegreerd worden.
Voor elke zonnecollector is er een dakinbouwkader
voorzien (afb. 1).
Het voorziene aantal dakinbouwkaders wordt op de
lattenconstructie aangebracht en telkens met 5 aan-
hechtingsplaatjes bevestigd.
De collectorhouder en de collectorklem bevestigen
de collector aan de dakconstructie.
Links en rechts van de rij dakinbouwkaders grijpt een
speciaal afsluitprofiel onder de zijdelingse dakpan-
nen (zie afb. 2). Aan de kant van de dakgoot wordt
het afgevoerde water via een loodslab naar de on-
derliggende dakpannen afgevoerd. Indien gewenst
kan er eveneens een bladerplaat gemonteerd wor-
den.
De driehoekige afdichtingsbanden vervangen de
pannenbedekking aan de kant van de daknok en die-
nen aan de beide zijden bovendien ook als bescher-
ming tegen stortregens en als wind- en sneeuw-
afdichting.
AOPGELET!
Zorg er steeds voor, dat bij onderbreking van de
montagewerkzaamheden de collectoren met de
aanhechtingsplaatjes aan het dak bevestigd
zijn.
Hydraulische aansluiting:
De geleverde 1 m lange slangen worden aan de rechter-
en linkerzijde van het collectorveld aangesloten en via
de gepaste verluchtingspannen onder het dak doorge-
voerd.
Voor de hydraulische verbinding tussen de verschillen-
de collectoren worden de reeds aan de rechterzijde van
de collector voorgemonteerde slangen gebruikt. De be-
vestiging gebeurt met behulp van veerklemringen.