Installation Instructions

Montage van het systeem met dakinbouwkader5
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Montagevoorschrift zonnecollector Logasol dakintegratie-kader SKN 2.0 • Uitgave 03/2001
Buderus Verwarming - Chauffage • http://www.buderus.be
18
5.2 Dakinbouwkader bevestigen
l Verbind het zijdelingse afsluitprofiel met de eerste en
de laatste dakinbouwkader vooraleer deze kaders
aan te brengen. De kaders kunnen in de profielen ge-
stoken worden en samengedrukt worden tot aan de
staande gleuf en zo tot een eenheid verbonden wor-
den.
l Begin bij het monteren van de dakinbouwkaders aan
de rechterzijde.
l Steek de bijgeleverde aanhechtingsplaatjes, boven-
aan en onderaan, in de omgeplooide zijde van de
dakinbouwkader telkens 2 maal aan de binnenzijde
en schroef of nagel ze vast (afb. 10, pos. 2). Ingeval
het gaat om warmtedaken (sterk geïsoleerde daken,
bv. met styropor-vormstuken) moet er een dakdekker
in dienst genomen worden.
l Schuif de aanhechtingsplaatjes (hulpmiddelen voor
het positioneren) aan de buitenzijde in de omge-
plooide zijde van het zijdelingse afsluitprofiel en van
de dakinbouwkader en bevestig ze aan de daklat
(afb. 10, pos. 1+2).
l Plaats de overige dakinbouwkaders en controleer
aan de hand van een richtkoord (metselkoord) of de
kaders horizontaal liggen.
l Druk de gleuf tussen de dakinbouwkader en de aan-
hechtingsplaatjes samen (met een felstang of iets
dergelijks).
5.3 Dakinbouwkader aarden
De dakinbouwkaders moeten conform VDE 100 aan het
aardingssystem aangesloten worden.
De aansluiting kan via de dakinbouwkader langs de Cu-
verzamelleiding gebeuren.
De werkzaamheden moeten door een elektriciën uitge-
voerd worden.
l Monteer op een willekeurige plaats aan de dakin-
bouwkader een Cu-leiding (min. diameter van 2 tot
6 mm) bv. door middel van inox dakgoot- of felsklem-
men.
l De aansluiting van de Cu-leiding aan de verzamel-
leiding voor de aardingslus gebeurt met behulp van
inox aardingsklemmen.