Operation Manual

Logamatic RC300 – 6 720 807 326 (2013/06) 41
Vaktermen
10
Hybride toestel en hybride systeem
CV-systeem van af fabriek op elkaar afgestemde warmteprodu-
centen met geïntegreerde optimaliseringsregeling, die als een
module of als afzonderlijke modules wordt aangeboden (bij-
voorbeeld condensatieketel met geïntegreerde warmtepomp).
Het systeem produceert warm cv-water voor de verwarming
van een gebouw en eventueel voor de warmwaterbereiding.
Kinderslot
Instellingen in de standaardweergave en in het menu kunnen al-
leen worden veranderd, wanneer het kinderslot (toetsblokke-
ring) is uitgeschakeld ( pagina 13).
Doorstroomtoestel
Een warmteproducent, die in één ketel cv-water kan opwarmen
en drinkwater volgens het doorloopprincipe kan opwarmen.
Handmatig bedrijf
In handmatig bedrijf wordt het automatisch bedrijf (het tijdpro-
gramma voor verwarming) onderbroken en constant op de
voor het handmatig bedrijf ingestelde temperatuur verwarmd.
Menginrichting
Module, die automatisch waarborgt, dat warm water bij de tap-
punten maximaal met de op de menginrichting ingestelde tem-
peratuur kan worden afgetapt.
Referentieruimte
De referentieruimte is de ruimte in de woning, waar de regelaar
(of bij meerdere cv-circuits een afstandsbediening) is geïnstal-
leerd. De kamertemperatuur in deze ruimte dient als stuur-
grootheid voor het toegekende cv-circuit.
Schakeltijd
Een bepaalde tijd, waarop bijvoorbeeld de verwarming start of
warm water wordt geproduceerd. Een schakeltijd is onderdeel
van een tijdprogramma.
Temperatuur van een bedrijfsmodus
Een tempratuur, die aan een bedrijfsmodus is toegekend. De
temperatuur is instelbaar. Respecteer de toelichting over de
bedrijfsmodi.
Thermische desinfectie
Deze functie verwarmt het warm water tot een temperatuur bo-
ven 65 °C. Deze temperatuur is nodig voor het doden van ziek-
teverwekkers (bijvoorbeeld legionella). Respecteer de
veiligheidsinstructies betreffende verbrandingsgevaar.
Vakantieprogramma
Het vakantieprogramma maakt een meerdaagse onderbreking
mogelijk van de anders geldende instellingen van de bedie-
ningseenheid. Na afloop van het vakantieprogramma werkt de
bedieningseenheid weer met de anders geldende instellingen.
Aanvoertemperatuur
Temperatuur, waarmee het opgewarmde water in het cv-circuit
van de centrale verwarming vanuit de warmteproducent naar
de verwarmingsoppervlakken stroomt. Om de warmteverlie-
zen te beperken en energie te sparen, worden tegenwoordig la-
gere aanvoer-/retourtemperaturen gebruikt, bijvoorbeeld 60/
40 °C.
Warmhouding
Wanneer de warmhouding van een warmteproducent is geacti-
veerd, hoeft de warmteproducent voor de warmwatervoorzie-
ning in doorstroomprincipe niet te worden opgewarmd.
Daardoor staat warm water sneller ter beschikking.
Warmwaterboiler
Een boiler slaat opgewarmd drinkwater op in grotere hoeveel-
heden (bijvoorbeeld 120 liter). Daardoor is voldoende warm
water aan de tappunten (bijvoorbeeld kranen) ter beschikking.
Dit is bijvoorbeeld ideaal voor uitgebreid douchen.
Tijdprogramma voor verwarming
Dit tijdprogramma zorgt voor de automatische omschakeling
tussen de bedrijfsmodi op de vastgelegde schakeltijden.
Tijdprogramma voor warmwaterbereiding
Dit tijdprogramma zorgt voor de automatische omschakeling
tussen de bedrijfsmodi Warmwater, Warmwater spaar en Uit
op de vastgelegde schakeltijden. Het kan worden gekoppeld
aan het tijdprogramma voor de verwarming
( hoofdstuk 5.3.3, pagina 23).
Tijdprogramma voor circulatie
Dit tijdprogramma zorgt voor het automatisch bedrijf van de
circulatiepomp op vastgelegde schakeltijden. Het is zinvol dit
tijdprogramma aan het tijdprogramma voor warm water te kop-
pelen.
Circulatiepomp
Een circulatiepomp laat het warm water tussen boiler en tap-
punt (bijvoorbeeld waterkraan) circuleren. Zo staat aan het
tappunt sneller warm water ter beschikking. De circulatiepomp
kan door een tijdprogramma worden gestuurd.