Installation Instructions

Logamatic RC300 – 6 720 807 325 (2013/06) 37
Servicemenu
7
Menupunt Instelbereik Beschrijving
Warmwatersy-
steem I install
(Warmwatersy-
steem II install.)
Nee Warmwatersysteem niet geïnstalleerd
Op ketel Elektrische modules en componenten voor de geselecteerde boiler direct op de
warmteproducent aangesloten (alleen bij warmwatersysteem I beschikbaar)
Op module Elektrische modules en componenten voor de geselecteerde boiler op module Loga-
matic SM50/SM100/SM200 of MM50/MM100 aangesloten
Configuratie WW op
ketel
hydraulische aansluiting Warmwatersysteem I op de ketel
Geen warmwater Geen warmwatersysteem aanwezig
3-wegklep Warmwatersysteem I wordt via een 3-wegklep gevoed
Laadpomp Warmwatersysteem I wordt via een boilerlaadpomp gevoed
Max. warmwater-
temp.
60 ... 80 °C Maximale warmwatertemperatuur in gekozen boiler
Warmwater bijvoorbeeld 15 ...
60 °C (80 °C)
Gewenste warmwatertemperatuur voor bedrijfsmodus Warmwater, het instelbereik
hangt af van de geïnstalleerde warmteproducent.
Warmwater spaar bijvoorbeeld 15 ...
45 ... 60 °C (80 °C)
De gewenste warmwatertemperatuur voor bedrijfsmodus Warmwater spaar is alleen
bij warmwaterbereiding met module MM50, MM100 of EMS plus warmteproducent
beschikbaar. Het instelbereik hangt af van de geïnstalleerde warmteproducent.
Inschakeltemp. ver-
schil
bijvoorbeeld – 20
... – 5 ... – 3 K
Wanneer de temperatuur in de boiler met het inschakeltemperatuurverschil lager is
dan de gewenste warmwatertemperatuur, wordt de boiler opgewarmd. Het instelbe-
reik hangt af van de geïnstalleerde warmteproducent.
Aanvoertemp. ver-
hoging
5 ... 40 K Verhoging van de door de warmteproducent gevraagde aanvoertemperatuur voor op-
warming van de boiler. De basisinstelling hangt af van de geïnstalleerde warmteprodu-
cent.
Start boilerlaad-
pomp
Alleen bij warmwaterbereiding via een module Logamatic MM50/MM100 beschikbaar
Temperatuurafhan-
kelijk
Pas, wanneer de temperatuur in de warmteproducent of in de evenwichtsfles hoger is
dan de temperatuur in de boiler, wordt bij een boilerbelading de boilerlaadpomp inge-
schakeld (geen restwarmteafname uit de boiler).
Direct Bij een boilerbelading wordt de boilerlaadpomp onafhankelijk van de bedrijfstempe-
ratuur direct ingeschakeld.
Circulatiepomp
geinst.
Ja In een warmwatersysteem zijn circulatieleidingen en een circulatiepomp voor warm
water geïnstalleerd (systeem I of II).
Nee Geen circulatie voor warm water geïnstalleerd.
Circulatiepomp Aan Wanneer de circulatiepomp door de warmteproducent wordt aangestuurd, moet de
circulatiepomp hier in principe worden geactiveerd. De basisinstelling hangt af van de
geïnstalleerde warmteproducent.
Uit De circulatiepomp kan niet door de warmteproducent worden aangestuurd.
Bedrijfsmodus
circ.pomp
Uit Omlooppomp uit
Aan Circulatie permanent ingeschakeld (rekening houdend met de inschakelfrequentie)
Als warmwatersy-
steem I
(Als warmwatersy-
steem II)
Activeer hetzelfde tijdprogramma voor de circulatie als voor de warmwaterbereiding.
Meer informatie en instelling van het eigen tijdprogramma ( bedieningshandleiding
van de bedieningseenheid).
Eigen klokprogram-
ma
Eigen tijdprogramma voor de circulatie activeren. Meer informatie en instelling van
het eigen tijdprogramma ( bedieningshandleiding van de bedieningseenheid).
Tabel 19 Instellingen in de menu's warmwatersysteem I ... II