Installation Instructions

Logamatic RC300 – 6 720 807 325 (2013/06) 17
Basisprincipes van de bediening
4
4.4 Overzicht van de servicemenu's
Menu Doel van het menu Pagina
Inbedrijfstelling Configuratieassistent starten? en belangrijkste instellingen voor configuratie
van de installatie controleren en eventueel aanpassen.
18
Instellingen
verwarming
1)
1) Afhankelijk van de toegepaste warmteproducent slechts beperkt mogelijk.
Installatie gege-
vens
Instellingen, die voor de gehele installatie gelden, zoals bijvoorbeeld minimale
buitentemperatuur en soort gebouw. dit menu bevat extra instellingen voor cv-
circuit 1 en warmwatersysteem I (indien direct op de warmteproducent aange-
sloten).
24
Ketelinstelling Productspecifieke instellingen voor de geïnstalleerde warmteproducent, bijvoor-
beeld pomptype of pompnadraaitijd.
26
CV-circuit 1 ... 4 CV-circuitspecifieke instellingen van de geïnstalleerde cv-circuits 1 t/m 4, bij-
voorbeeld vorstbeveiliging en stooklijn.
27
Drogen dekvloer Configureerbaar programma voor drogen van een nieuwe chape bij vloerverwar-
ming.
34
Instellingen
warmwater
1)
Warmwatersy-
steem I of II
Gescheiden instelmogelijkheden voor twee warmwatersystemen, bijvoorbeeld
maximale warmwatertemperatuur, tijdstip voor thermische desinfectie en confi-
guratie van de circulatiepomp.
36
Instellingen solar Wanneer een solarinstallatie is geïnstalleerd: zie technische documenten van de
solarmodules.
38
Instellingen hybride Wanneer een hybride systeem is geïnstalleerd: zie technische documenten van
het hybride systeem.
39
Diagnose
1)
Diagnose van de installatie:
Voor de functietest van de afzonderlijke actoren (bijvoorbeeld pompen) uit.
Vergelijk de streefwaarde met de werkelijke waarde.
Roep actuele storingen en de storingshistorie op.
Roep de softwareversies van de BUS-deelnemers op.
Overige functies:
Definiëren onderhoudsintervallen.
Invoeren contactadres.
Restten van verschillende instellingen.
Kalibreren kamertemperatuursensor en tijd.
39
Tabel 7 Overzicht van het servicemenu