Bedieningseenheid EMS plus 6 720 807 316-00.1O 6 720 807 325 (2013/06) Installatiehandleiding voor de installateur Logamatic RC300 Voor installatie zorgvuldig lezen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Verklaring symbolen en veiligheidsinstructies . . . . . 3 1.1 Toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 3 2 Gegevens betreffende het product . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1 Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1.1 Soorten regelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1.2 Toepassingsmogelijkheden in verschillende cv-installaties . . . . . . . . .
Verklaring symbolen en veiligheidsinstructies 1 Gebruik volgens de voorschriften 1 Verklaring symbolen en veiligheidsinstructies ▶ Gebruik het product uitsluitend voor de regeling van cv-installaties in eengezinswoningen of appartementen. 1.1 Toelichting van de symbolen Ieder ander gebruik is niet voorgeschreven. Daaruit resulterende schade valt niet onder de fabrieksgarantie. Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek.
2 Gegevens betreffende het product • 2 Gegevens betreffende het product 2.1 • • • • • • Productbeschrijving De bedieningseenheid is bedoeld voor de regeling van een cv-installatie met maximaal vier cv-circuits, twee boilerlaadcircuits voor warmwaterbereiding, solarwarmwaterbereiding en solarverwarmingsondersteuning.
Gegevens betreffende het product 1 2 2 RC200 HK 2 HK 1 RC300 RC300 HK 1 HK 1 HK 2 6 720 645 480-09.1o Afb. 1 Voorbeelden voor cv-installaties met een cv-circuit of met twee cv-circuits [1] RC300 als regelaar voor meerdere (hier twee) cv-circuits (HK 1 en HK 2). [2] RC200 als afstandsbediening voor het tweede cv-circuit (HK 2) en RC300 als regelaar voor het eerste cv-circuit (HK 1). 2.2 Belangrijke adviezen voor het gebruik 2.
Gegevens betreffende het product 2 2.4 Leveringsomvang B U S 1 3 ii 2 4 6 720 645 480-01.2O Afb. 2 Leveringsomvang Sokkel voor wandmontage Bedieningseenheid Installatiemateriaal Technische documentatie 2.5 Technische gegevens auto menu man info fav 150 90 [1] [2] [3] [4] 25 32 6 720 645 408-02.1o Afb.
Gegevens betreffende het product • Hoofdstuk 2.4, pagina 6 Leveringsomvang Afmetingen 150 × 90 × 25 mm ( afb. 3) Nominale spanning 10 ... 24 V DC Nominale stroom (zonder verlichting) 9 mA • BUS-interface EMS plus Regelbereik 5 °C ... 30 °C Toegelaten omgevingstemp. 0 °C ... 50 °C • • • Beschermingsklasse III Beveiligingsklasse • bij wandinstallatie • • bij installatie in warm- • teproducent Tabel 2 2.
3 3 Installatie Installatie Zie voor het gedetailleerde installatieschema betreffende de installatie van de hydraulische modules en componenten en de bijbehorende stuurelementen de planningsdocumenten of de aanbesteding. WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar! Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische mengkraan worden geïnstalleerd.
Installatie ≥ 1000 750 ≥ 1200 600 3 6 720 645 480-03.1O Afb.
Installatie 3 3.3 Installatie in de referentieruimte Het installatieoppervlak op de wand moet vlak zijn. Bij installatie op een inbouwdoos: ▶ Vul de inbouwdoos met isolatiemateriaal, om beïnvloeding van de kamertemperatuurmeting door tocht te verhinderen. ▶ Installeer de sokkel op een wand ( afb. 5). 3.4 Elektrische aansluiting De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel met energie gevoed. De polariteit van de aders is willekeurig.
Installatie De buitentemperatuursensor (toebehoren) is op de warmteproducent aangesloten. ▶ Respecteer de handleidingen van de warmteproducent bij de elektrische aansluiting. Afnemen bedieningseenheid ▶ Druk op de knop aan de onderkant van de sokkel. ▶ Trek de bedieningseenheid aan de onderkant naar voren. ▶ Neem de bedieningseenheid naar boven weg.
Installatie 3 3.7 Installatie van een buitentemperatuursensor Wanneer de bedieningseenheid als weersafhankelijke regelaar wordt toegepast, is een buitentemperatuursensor nodig. Om de buitentemperatuur correct te registreren: ▶ Respecteer de in afb. 9 genoemde punten bij de keuze van de juiste installatieplaats van de buitentemperatuursensor. N NE NW E W SE SW H 1/2 H (min 2m) H 1/2 Y Y 1/2 H (min 2m) S 6 720 645 480-29.1O Afb.
Basisprincipes van de bediening 4 Basisprincipes van de bediening 4.1 Overzicht bedieningselementen 3 auto menu 2 man info 1 fav 4 4 5 6 7 6 720 807 316-01.1O Afb.
Basisprincipes van de bediening 4 afb. 10, pagina 13 Pos. Symbool 4 Benaming Verklaring menu-toets ▶ Indrukken, om het hoofdmenu te openen. ▶ Ingedrukt houden, om het servicemenu te openen. menu 5 Info-toets info Wanneer een menu is geopend: ▶ Indrukken, om aanvullende informatie over de actuele keuze op te roepen. Wanneer de standaardweergave actief is: ▶ Indrukken, om het infomenu te openen.
Basisprincipes van de bediening 4 afb. 11, pagina 14 Pos. Symbool 1 2 – 3 4 Benaming Verklaring Waarde-weergave Weergave van de actuele temperatuur: • Kamertemperatuur bij wandinstallatie • Temperatuur warmteproducent bij installatie in de warmteproducent. – 5 Informatieregel Weergave van tijd, weekdag en datum.
Basisprincipes van de bediening 4 4.3 Bediening van het servicemenu Wanneer de achtergrondverlichting van het display uit is, wordt door bedienen van een bedieningselement de betreffende bedieningsstap uitgevoerd en de achtergrondverlichting ingeschakeld. De eerste keer indrukken van de keuzeknop heeft echter alleen het inschakelen van de achtergrondverlichting tot gevolg. Wordt geen bedieningselement bediend, dat gaat de achtergrondverlichting automatisch uit.
Basisprincipes van de bediening 4.4 4 Overzicht van de servicemenu's Menu Doel van het menu Inbedrijfstelling Configuratieassistent starten? en belangrijkste instellingen voor configuratie van de installatie controleren en eventueel aanpassen. 18 Installatie gegevens Instellingen, die voor de gehele installatie gelden, zoals bijvoorbeeld minimale buitentemperatuur en soort gebouw.
5 5 In bedrijf nemen In bedrijf nemen 5.2 Instelling taal Installatievoorbeelden vindt u in de installatieen onderhoudshandleidingen van de module MM50/MM100 en SM50/SM100/SM200. Andere mogelijke installaties zijn weergegeven in de ontwerpdocumentatie. 5.1 Algemene inbedrijfname van de bedieningseenheid ▶ Verdraai de keuzeknop, om een taal te kiezen en druk dan op de keuzeknop. Datum instellen & Overzicht van de inbedrijfnamestappen 1.
In bedrijf nemen 5 Respecteer voor meer informatie over de instellingen hoofdstuk 7 vanaf pagina 21.
In bedrijf nemen 5 5.4 Andere instellingen bij de inbedrijfname Wanneer bepaalde functies niet zijn geactiveerd en modules, bouwgroepen of componenten niet zijn geïnstalleerd, worden niet benodigde menupunten bij de verdere instelling onderdrukt. 5.4.1 Checklist: instellingen op de wens van de klant afstemmen Voer de inbedrijfstelling altijd zo uit, dat beide partijen tevreden zijn en de CV-installatie naar wens en zonder problemen werkt.
Buiten bedrijf stellen/uitschakelen 6 6 Buiten bedrijf stellen/uitschakelen De bedieningseenheid wordt via de BUS-verbinding van stroom voorzien en blijft continu ingeschakeld. De installatie wordt alleen bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden uitgeschakeld. ▶ Schakel de gehele installatie en alle BUS-deelnemers spanningsloos. Na langere stroomuitval of uitschakelen moet eventueel de datum en de tijd weer opnieuw worden ingesteld. Alle andere instellingen blijven permanent behouden.
Servicemenu 7 Servicemenu Inbedrijfstelling Configuratieassistent starten? CV-circuit 1 ... 4 CV-circuit 1 ... 4 geïnstalleerd CV-circuit geïnstalleerd Regeltype cv-circuit 1 ... 4 Type regeling Menger cv-circuit 1 ... 4 Bediening Mengerlooptijd cv-circ. 1 ... 4 Minimale waarde gebruiken Verwarmingsysteem CV-1 ... 4 Gew. waarde const. CV1 ... 4 CV-systeem 1) Gew. waarde constant Bediening cv-circuit 1 ... 4 Max.
Servicemenu Drogen dekvloer Actief 7 Instellingen warmwater Warmwatersysteem I ... II Wachttijd voor start Warmwatersysteem I install (... II ...) Startfase duur Configuratie WW op ketel Startfase temperatuur Max. warmwatertemp. Opwarmfase stapgrootte Warmwater Opwarmfase temp.versch. Warmwater spaar Houdfase duur Inschakeltemp. verschil Houdfase temperatuur Aanvoertemp. verhoging Afkoelfase stapgrootte Start boilerlaadpomp Afkoelfase temp.verschil Circulatiepomp geïnst.
7 Servicemenu Diagnose Storingsmeldingen Functietest Actuele storingen Functietesten activeren Ketel / brander Storingshistoriek Systeeminformatie ... CV-circuit 1 ... 4 ... Onderhoud ... Onderhoudsmelding Warmwatersysteem I ... II Onderhoudsdatum ... Looptijd onderh.melding Solar Looptijd ketel ... Hybride ... Monitorwaarde Ketel / brander ... CV-circuit 1 ... 4 ... Warmwatersysteem I ... II ...
Servicemenu Menupunt Instelbereik Beschrijving Sensor open verdeler install Nee Geen evenwichtsfles 7 Op ketel Evenwichtsfles geïnstalleerd, temperatuursensor op ketel aangesloten Op module Evenwichtsfles geïnstalleerd, temperatuursensor op module aangesloten Open verdeler zonder Evenwichtsfles geïnstalleerd, geen temperatuursensor aangesloten. Wanneer een sensor warmtevraag bestaat, is de cv-pomp constant in bedrijf.
7 Servicemenu Soort gebouw Wanneer de demping is geactiveerd, kan met het gebouwsoort de demping van de variaties van de buitentemperatuur worden ingesteld. Door de demping van de buitentemperatuur wordt met de thermische traagheid van de gebouwmassa rekening gehouden. Zo kan met de gebouwsoort de regeling op het karakteristieke gedrag van het gebouw worden afgestemd. De gebouwsoort heeft invloed op de snelopwarming.
Servicemenu Menupunt Instelbereik Pompregeling Vermogen gestuurd De cv-pomp wordt afhankelijk van het brandervermogen aangestuurd. Pompnadraaitijd Beschrijving Delta-P gestuurd stand 1...4 De cv-pomp wordt afhankelijk van de verschildruk aangestuurd. 24 h Pompnadraaitijd nadat de brander is uitgeschakeld, om de warmte uit de warmteproducent af te voeren 1 ... 5 ... 60 min Pomplogicatemperatuur 7 30 ...
7 Servicemenu Menupunt Instelbereik Minimale waarde ge- Ja bruiken CV-systeem Beschrijving In de woonruimte is een bedieningseenheid RC300 in combinatie met een afstandsbediening RC100 of RC200 geïnstalleerd.
Servicemenu Menupunt Instelbereik Beschrijving Vorstbev. grenstemp. (buitentemperatuurdrempel) – 20 ... 5 ... 10 °C Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuurdrempel), pagina 34 Mengklep Ja Gekozen cv-circuit gemengd Nee Gekozen cv-circuit niet gemengd Mengerlooptijd 10 ...120 ... 600 s Looptijd van de mengkraan in het gekozen cv-circuit Mengerverhoging 0 ... 5 ...
7 • Servicemenu – Ruimteregeling op watertemp.: de kamertemperatuur wordt via aanpassing van de aanvoertemperatuur geregeld. Het regelgedrag is voor woningen en gebouwen met grotere lastvariaties geschikt. – Ruimteregeling op vermogen: de kamertemperatuur wordt via aanpassing van het warmtevermogen van de warmteproducent geregeld. Het regelgedrag is voor woningen en gebouwen met kleinere lastvariaties geschikt (bijvoorbeeld huis in open uitvoering).
Servicemenu 7 Menupunt Instelbereik Beschrijving Solarinvloed – 5 ... – 1 K Een weersafhankelijke regeling kan door de zonnestralen binnen bepaalde grenzen worden beïnvloed (solaropbrengst vermindert het benodigde warmtevermogen). Uit Met solarinstraling wordt bij de regeling geen rekening gehouden. Ruimteinvloed Uit Weersafhankelijke regeling werkt onafhankelijk van de kamertemperatuur. 1 ... 3 ...
Servicemenu C 60 TVL 50 40 C 60 1 50 2 TVL 7 30 20 +20 0 -10 TA Afb. 17 30 3 +10 40 4 1 20 +20 -20 C 5 +10 0 TA -10 -20 C 6 720 645 407-29.
Servicemenu Minimale buitentemperatuur TA,min voetpunt Eindpunt Maximale aanvoertemperatuur TVL,max Kamertemperatuur-Offset Vloerverwarming – 10 °C radiatoren, convectoren – 10 °C 25 °C 45 °C 48 °C 25 °C 75 °C 75 °C 0,0 K 0,0 K Tabel 17 Basisinstellingen van de eenvoudige stooklijnen Soort verlaging De soort verlaging bepaalt in automatisch bedrijf, hoe de verwarming werkt tijdens verlagingsfasen. In servicemenu Instellingen verwarming > CV-circuit 1 ...
7 Servicemenu Als de buitentemperatuur lager dan -15 °C wordt, schakelt de verwarming om van gereduceerde modus naar cv-bedrijf [3]. Daardoor kunnen kleinere verwarmingsoppervlakken worden gebruikt. Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuurdrempel) Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorstbeveiliging (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze werkt alleen, wanneer in menu Vorstbeveiliging of Buitentemperatuur of Ruimte- en Buitentemperatuur is ingesteld.
Servicemenu 7 Menupunt Instelbereik Beschrijving Actief Ja Door voor de chapedroging noodzakelijke instellingen worden getoond. Nee De chapedroging is niet actief en de instellingen worden niet getoond (basisinstelling). Geen wachttijd Chapedroogprogramma start na ingestelde wachttijd (gekozen cv-circuit tijdens de wachttijd uit, vorstbeveiliging actief, basisinstelling: geen wachttijd, afb. 21, tijd voor dag 0) Wachttijd voor start 1 ... 50 dagen Startfase duur Geen startfase 1 ... 3 ...
Servicemenu 7 VL 3 60°C 50°C 40°C 5 6 2 1 7 4 30°C t 20°C 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Afb. 21 t VL 6720 645 480-31.1O Verloop van de chapedroging met basisinstellingen Tijd in dagen Aanvoertemperatuur 7.2 Instellingen voor tapwater WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor verbranding! De maximale warmwatertemperatuur (Max. warmwatertemp.) kan tot boven 60 °C worden ingesteld en bij de thermische desinfectie wordt het warm water tot boven 60 °C verwarmd.
Servicemenu 7 Menupunt Instelbereik Beschrijving Warmwatersysteem I install (Warmwatersysteem II install.
Servicemenu 7 Menupunt Instelbereik Inschakelfreq. circulatie Thermische desinfectie Beschrijving Wanneer de circulatiepomp via het tijdprogramma voor de circulatiepomp actief is of permanent is ingeschakeld (bedrijfsmodus circulatiepomp: Aan), heeft deze instelling invloed op het bedrijf van de circulatiepomp. 1 x 3 minuten/uur ... 6 x 3 minuten/uur De circulatiepomp gaat eenmaal ... 6-maal per uur gedurende telkens 3 minuten in bedrijf.
Servicemenu schikbaar. De uitbreiding van de menu's door de solarinstallatie is in de handleiding van de gebruikte module beschreven. 7.5 7 Diagnosemenu In het menu Instellingen solar zijn bij alle solarinstallaties de in tab. 20 genoemde submenu's beschikbaar. WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor verbranding! ▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische tapwatermengkraan worden geïnstalleerd.
7 Servicemenu Informatie in menu CV-circuit 1...4 Het menupunt Status onder Aanvoertemp. gewenst geeft aan, in welke toestand de verwarming zich bevindt. Deze status is voor de aanvoertemperatuurstreefwaarde doorslaggevend. • Verwarm: cv-circuit is in cv-bedrijf. • Zomer: cv-circuit is in zomerbedrijf. • Geen vraag: geen warmtevraag. • Vraag nodig: aan warmtevraag voldaan, kamertemperatuur minimaal op streefaarde. • Dekvloerdrogen: chapedroging is voor het cv-circuit actief ( hoofdstuk 7.1.
Servicemenu • • • • • • • B.bev.: blokkeerbeveiliging is actief; pomp wordt regelmatig kort ingeschakeld. Geen vraag: geen warmtevraag; warm water minimaal op streeftemperatuur. Condens: condensatiebescherming van de warmteproducent is actief. geen WW: geen warmwaterbereiding mogelijk, bijvoorbeeld wanneer een storing aanwezig is. Toe.kd: temperatuur van de warmteproducent is te laag. Dekvloerdrogen: chapedroging is actief ( hoofdstuk 7.1.4, vanaf pagina 34). Boiler laden: boiler opwarmen actief.
7 Servicemenu 7.5.6 Menu Reset 7.5.7 Menu Kalibratie In dit menu kunnen verschillende instellingen of lijsten worden gewist of naar de basisinstelling worden teruggezet. Menupunt Beschrijving Sensorinreg. ruimtetemp. ▶ Geschikt precisie-meetinstrument in de nabijheid van de bedieningseenheid aanbrengen. Het precisiemeetinstrument mag geen warmte aan de bedieningseenheid afgeven. ▶ 1 uur lang warmtebronnen zoals zonnestralen, lichaamswarmte enzovoort op afstand houden.
Storingen verhelpen 8 ningseenheid getoond. Deze zijn beschreven in de documenten van de gebruikte warmteproducent. Storingen verhelpen Subcode Storingscode Een storing in uw installatie wordt op het display van de bedieningseenheid getoond. De oorzaak kan een storing van de bedieningseenheid, een component, een module of de warmteproducent zijn.
Storingen verhelpen Subcode Storingscode 8 A01 810 Oorzaak of beschrijving van de storing Warm water blijft koud Testprocedure/oorzaak Maatregel Controleer of eventueel constant water door af- Eventueel constante warmwaterafnatappen of een lekkage uit de boiler wordt ont- me tegengaan trokken Controleer de positie van de boilertemperatuursensor.
Subcode Storingscode Storingen verhelpen Oorzaak of beschrijving van de storing A11 1000 Systeemconfiguratie niet bevestigd Testprocedure/oorzaak Maatregel Systeemconfiguratie niet volledig uitgevoerd Configureer en bevestig het systeem volledig A11 1010 Geen communicatie via Controleer, of de buskabel verkeerd is aangesloten BUS-verbinding EMS plus Controleer, of de buskabel defect is. Verwijder de uitbreidingsmodule van EMS-BUS en schakel het regeltoestel uit en weer aan.
Storingen verhelpen Subcode Storingscode 8 Oorzaak of beschrijving van de storing A11 6004 Geen communicatie solarmodule Testprocedure/oorzaak Maatregel Controleer de configuratie (adresinstelling op de module). Met de gekozen instelling is een solarmodule nodig Verander de configuratie Vervang beschadigde kabel Controleer de verbindingskabel EMS naar solarmodule op beschadiging. Busspanning op de solarmodule moet tussen 12-15 V DC liggen.
Storingscode Subcode Milieubescherming/recyclage A61 A62 A63 A64 1081 Twee master-bedie1082 ningseenheden in het 1083 systeem. 1084 Hxx Oorzaak of beschrijving van de storing Geen installatiefout. 9 Testprocedure/oorzaak Maatregel Controleer in het installatieniveau de parametrering De bedieningseenheid voor cv-circuit 1 ...
Inbedrijfstellingsprotocol 10 10 Inbedrijfstellingsprotocol _ _ _ Tabel 26 Het identificatienummer van de bedieningseenheid bij de installatie hier invullen. ▶ Vul tijdens de inbedrijfstelling het inbedrijfstellingsprotocol in. Het is bedoeld ter informatie.
Inbedrijfstellingsprotocol 10 > CV-circuit 1 ... 4 CV-circuit Menupunt Instelling 1 2 3 4 CV-circuit 1 geïnstalleerd Nee Op ketel – – – Op module RC300 (geen afstandsbediening geïnstalleerd) RC200 (afstandsbediening geïnstalleerd) RC100 (afstandsbediening geïnstalleerd) Ja Nee Radiator Convector Vloerverwarming Bediening Minimale waarde gebruiken CV-systeem Gew.
10 Inbedrijfstellingsprotocol CV-circuit Menupunt Instelling 1 2 Mengerverhoging Ingestelde temperatuur (in Kelvin) 3 4 Warmwatervoorrang Ja Nee Ja Nee Aan Uit Snel Middel Traag 1 2 3 4 ............. K ............. K ............. K ............. K Zichtbaar in stand. weerg. Herkenning open raam PID-gedrag Tabel 29 Instellingen bij de inbedrijfname in menuCV-circuit 1 ...
Inbedrijfstellingsprotocol 10 > Warmwatersysteem I ... II Warmwatersysteem Menupunt Instelling i II Warmwatersysteem I install | Warmwatersysteem II install. Nee Op ketel – Op module Geen warmwater – 3-wegklep – Laadpomp – Configuratie WW op ketel Max. warmwatertemp. Ingestelde temperatuur Warmwater Ingestelde temperatuur Warmwater spaar Ingestelde temperatuur Inschakeltemp. verschil Ingestelde temperatuur (in Kelvin) Aanvoertemp.
10 Inbedrijfstellingsprotocol Warmwatersysteem Menupunt Instelling i II Therm. desinfectie dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Dagelijks Therm. desinfectie tijd Ingesteld uur Dagelijkse opwarming Ja Nee ........:........ ........:........ Dagelijkse opwarming tijd Ingesteld uur ........:........ ........:........ Tabel 31 Instellingen bij de inbedrijfname in menuWarmwatersysteem I ...
Trefwoordenregister Trefwoordenregister A Aansluiting ..................................................................10 aan de warmteproducent ...........................................10 Buitentemperatuursensor ..........................................12 BUS- verbinding ........................................................10 Achtergrondverlichting ........................................... 13, 16 Actieve componenten (bijvoorbeeld pompen) testen ........39 Afmetingen ..............................
Trefwoordenregister bij van de buitentemperatuur afhankelijke regeling ........ 11 bij weersafhankelijke regeling met invloed van de kamertemperatuur ................................................... 8 Invoeren bedrijfsnaam en telefoonnummer ..................... 41 Invoeren contactadres ................................................. 41 via de aanvoertemperatuur .........................................29 Via het cv-vermogen ..................................................29 Reset ..................
Trefwoordenregister Thermostaatkraan ..........................................................8 Tijd kalibreren .............................................................42 Tijdcorrectie ...............................................................42 Toebehoren ..................................................................7 Toepassingsmogelijkheden .............................................4 Toetsen ......................................................................13 U Uitschakelen ........
Fabrikant Bosch Thermotechnology n.v./s.a. Buderus Ambachtenlaan 42a 3001 Heverlee Tel.: 0032 16 403 020 Fax: 0032 16 400 406 www.buderus.be info@buderus.be Dienst na verkoop (voor onderhoud en reparatie) Tel.: 0032 78 050 780 Fax: 0032 78 050 781 www.myservice.be planning@myservice.be Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.