Installation Instructions
Montage- en onderhoudsvoorschrift
4
3 Opstelling
Voor de opstelling moet een vorstvrije ruimte gekozen
worden.
Bij de buitenbedrijfstelling mag de boiler niet bevriezen
en bijgevolg moet de boiler beschermd en afgetapt
worden.
De bodem moet egaal en voldoende dragend zijn.
De minimumafstanden voor het onderhoud en de
montage moeten gerespecteerd worden bij de opstelling
van de verwarmingsketel en de boiler
(afb. 2).
Afb. 2 Principe-afbeelding
4 Montage
4.1 Installatie
Installatie en uitrusting van de waterleidingen conform
de normen DIN 1988 en DIN 4753
(afb. 3).
Voer alle aansluitleidingen aan de boiler als
schroefkoppelingen uit, eventueel met een afsluitventiel.
z Bouw een ver- en ontluchtingsklep in de waterleiding
in voor de afsluitklep.
Bouw geen bochten in de aftapleiding in, anders kan de
installatie niet goed gereinigd worden.
Breng aan de veiligheidsklep een aanwijzingsplaatje
met het volgende opschrift aan: "Uitblaasleiding niet
afsluiten. Tijdens de opwarming kan er omwille van
veiligheidsredenen water ontsnappen".
De diameter van de uitblaasleiding moet ten minste
overeenstemmen met de diameter van de uitgang van
het veiligheidsventiel.
Controleer de werking van het beveiligingssysteem af
en toe door te ontluchten.
z Controleer alle aansluitingen en het handgatdeksel
op dichtheid!
Alle leidingen en aansluitingen moeten spanningsvrij
gemonteerd zijn!
Beveiligingsgrenzen
Temperatuur:
Tapwater, boiler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
°
C
Verwarmingswater, verwarmingsketel (VS) . . . . . . . . . 110
°
C
Verwarmingswater, zonne-energie (VS
1
). . . . . . . . . . . 135
°
C
Bedrijfsoverdruk:
Tapwater, boiler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 bar
Verwarmingswater, verwarmingsketel (VS) . . . . . . . . . .25 bar
Verwarmingswater, zonne-energie (VS
1
). . . . . . . . . . . .25 bar
Afb. 3
Legende:
1 boilervat 8 drukverminderaar
2 ver- en ontluchtingsventiel (indien nodig)
3 afsluitklep met 9 controleventiel
aftapklep 10 terugloopverhinderaar
4 veiligheidsventiel 11 manometeraansluit-
5 terugslagklep steun
6 afsluitklep 12 leegloop
7 omlooppomp
500
400
min. 100
1
4
3
5
2
6
7
6
6
8
9
10
11
6
AB
EZ
EK
12










