Uitvoerige Bedieningshandleiding Borduurmachine Productcode: 882-T51 Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van deze borduurmachine. Lees voordat u de machine gebruikt de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES”. Bestudeer vervolgens ook deze handleiding, zodat u de diverse functies juist kunt uitvoeren. Nadat u de handleiding hebt doorgenomen, raden wij u aan deze op een handige plaats op te bergen, zodat u hem in de toekomst gemakkelijk kunt raadplegen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees deze veiligheidsinstructies voordat u de machine gebruikt.
5 Houd altijd het werkvlak leeg: • Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof. • Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks aan op een wandstopcontact. • Zorg dat u nooit voorwerpen in openingen steekt of laat vallen. • Steek geen vingers in de openingen van de machine, zoals in de buurt van de borduurarm. Dit kan letsel veroorzaken.
9 Voor reparatie of bijstellingen: • Probeer op geen enkele manier de machine uit elkaar te halen, te repareren of veranderen. Dit kan leiden tot brand, letsel of een elektrische schok. • Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende Brother-dealer. • Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achter in deze bedieningshandleiding of u de reparatie of afstelling zelf kunt uitvoeren.
4
Handelsmerken IMPORTANT: READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING. By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If you do not agree to this license, do not download, install, copy or use the software. Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library Copyright © 2000, Intel Corporation, all rights reserved. Third party copyrights are property of their respective owners.
Waarschuwingsetiketten Op de machine treft u de volgende waarschuwingsetiketten aan. Neem de voorzorgsmaatregelen op de labels in acht. 1 2 Waar de etiketten zich bevinden Doe eenmaal daags voor gebruik een druppel olie op de grijper.
Structuur en functies van de machine ■ U kunt driedimensionale materialen borduren Dankzij de cilindrische arm kunnen driedimensionale, rondgebreide en pijpvormige artikelen zoals tassen en Tshirts op een eenvoudige manier worden geplaatst om er vervolgens prachtige borduurmotieven op aan te brengen. ■ Meerdere tekstregels creëren met letterpatronen. Met behulp van de nieuwe-regeltoets ( ), kunt u letters op een nieuwe regel plaatsen.
■ Markering borduurpositie U kunt de naaldpositie gemakkelijk vinden met de LED-pointer. ■ Automatisch inrijgmechanisme Met het automatisch inrijgmechanisme kunt u de naald gemakkelijk inrijgen. ■ Beschikbaar borduurgebied U kunt ontwerpen borduren met een maximum afmeting van 200 mm (H) × 200 mm (B). Er zijn meerdere borduurramen (optioneel) verkrijgbaar voor diverse bewerkingen en voor speciale materialen.
Opzet van de handleiding Deze handleiding is als volgt ingedeeld. Lees dit voor gebruik Hoofdstuk 1: Voorbereidingen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de borduurmachine moet installeren en welke voorbereidingen u moet treffen voordat u kunt beginnen met borduren. Hoofdstuk 2: Beknopte borduurhandleiding In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het aanzetten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking.
INHOUDSOPGAVE Inleiding ............................................................... 1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .......... 1 Handelsmerken..................................................... 5 Waarschuwingsetiketten....................................... 6 Structuur en functies van de machine .................. 7 Opzet van de handleiding..................................... 9 Lees dit voor gebruik .............................................................. 9 Extra informatie ...............
Hoofdstuk5 PATRONEN SELECTEREN/ BEWERKEN/OPSLAAN Hoofdstuk7 BIJLAGE 153 103 Applicaties naaien............................................ 154 Werken met de geheugenfunctie ...................... 104 Applicatiepatronen naaien ................................................. 154 Applicaties maken met een kaderpatroon (1) ...................... 155 Applicaties maken met een kaderpatroon (2) ...................... 156 Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens............................
12
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN Nadat u machine hebt uitgepakt, raadpleegt u “Accessoires” op pagina 16, en controleert u of alle vermelde accessoires zijn meegeleverd. Nadat u hebt gecontroleerd dat alle accessoires aanwezig zijn, kunt u de borduurmachine installeren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de borduurmachine moet installeren en welke voorbereidingen u moet treffen voordat u kunt beginnen. Machineonderdelen en hun functie......................... 14 Vooraanzicht .............................
Machineonderdelen en hun functie Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de beschrijvingen zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat gebruiken. Vooraanzicht Draadgeleider Linkerkant 1 Voorspanningsschijf spoel Leid de draad rond de voorspanningsschijf wanneer u de spoel met onderdraad gaat opwinden. (p.
VOORBEREIDINGEN Rechterkant/achteraanzicht Bedieningspaneel 1 1 2 3 4 7 8 1 2345 6 1 Start/stop-toets Druk op de start/stop-toets om de machine te starten of te stoppen. Afhankelijk van de handeling die door de machine wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en de wijze van oplichten van de knop. 5 6 1 Touch-pen houder Wanneer u de touch-pen niet gebruikt, plaatst u deze in de daarvoor bestemde houder. 2 USB-poort (USB 2.
Accessoires De onderstaande accessoires worden met de machine meegeleverd. Gebruik altijd de voor deze machine ontworpen accessoires. Meegeleverde accessoires Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de erkende Brother-dealer. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. Nr.
VOORBEREIDINGEN Nr. Optionele accessoires De volgende zijn verkrijgbaar als optionele accessoires die u los kunt kopen bij uw erkende Brother-dealer. 2. 1. 3. 4.
De machine installeren Hieronder wordt beschreven hoe u de machine moet instellen. Als de machine niet correct wordt ingesteld volgens de aanwijzingen, kan de machine gaan schudden of veel geluid gaan maken en zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd. Voor het optimaliseren van uw werkplek is de verrijdbare borduurmachine opbergtafel (optioneel) verkrijgbaar.
VOORBEREIDINGEN Installatielocatie 1 Installeer de machine op een locatie waarbij u rekening houdt met de volgende vereisten: • • • • • • • Plaats de machine minimaal 50 mm van de muur. Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine. Plaats geen objecten binnen het bereik van het borduurraam. Plaats de machine in de buurt van een stopcontact. Gebruik een stabiele ondergrond (waterpas), bijvoorbeeld een bureau. Gebruik een ondergrond die het gewicht van de machine (31 kg) kan dragen.
De machine installeren Gebruik de meegeleverde moersleutel om d de verstelbare moer van het voetje te draaien. Stel bij het installeren van de machine de voetjes zo af dat de machine stabiel staat. Zorg dat al het verpakkingsmateriaal en het a plakband van de machine is verwijderd. Door de moer in de richting 1 te draaien, wordt het voetje langer; door de moer in de richting 2 te draaien, wordt het voetje korter. Plaats de machine en zorg dat er voldoende b ruimte rondom de machine is.
VOORBEREIDINGEN De draadgeleider voorbereiden Zet de draadgeleider in elkaar. Houd de meegeleverde kruiskopschroevendraaier bij de hand. Verwijder de twee schroeven van de a draadgeleidersteun. Borduurraamhouder a bevestigen 1 Bevestig de borduurraamhouder aan de borduurarm. Gebruik de borduurraamhouder die past bij a het borduurraam dat u wilt gebruiken. (Zie “Typen borduurramen en toepassingen” op pagina 74.) Verwijder de twee duimschroeven van de b borduurraamhouder.
Zet de borduurraamhouder vast met de d twee duimschroeven die u hebt verwijderd in stap b . Plaats de pennen op de c raambevestigingsplaat van de borduurarm in de gaten aan weerszijden van de bevestigingsplaat van borduurraamhouder e. a b 1 Duimschroeven Opmerking 1 Pennen op raambevestigingsplaat van borduurarm 2 Gaten in de bevestigingsplaat van borduurraamhouder e Installeer de twee duimschroeven die u b en draai ze vast.
Hoofdstuk 2 BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het aanzetten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking. Volg de stappen in deze beknopte handleiding om een patroon te borduren en bekend te raken met de bediening van deze borduurmachine. Voorzorgsmaatregelen ............................................ 24 11. Beginnen met borduren......................................54 Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening ...
Voorzorgsmaatregelen Hieronder worden de maatregelen beschreven u acht moet nemen om de juiste werking van de machine te garanderen. Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening. WAARSCHUWING • Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Voorzorgsmaatregelen naalden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het kiezen van de juiste naalden voor uw machine. VOORZICHTIG • Gebruik alleen machinenaalden voor huishoudelijk gebruik. De naald ‘HAX 130 EBBR’ (Organ) wordt aanbevolen. Schmetz 130/705 H-E naalden kunnen eventueel ook worden gebruikt. Het gebruik van andere naalden kan resulteren in het breken van de draad of de naald, beschadiging van draadinrijgmechanisme of letsel.
Voorzorgsmaatregelen spoel Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de spoel. VOORZICHTIG • Gebruik alleen vooromwikkelde spoelen (COATS type “L”/TRU-SEW POLYESTER “Filaments”) of spoelen die speciaal zijn ontwikkeld voor deze machine. Het gebruik van een andere spoel kan letsel tot gevolg hebben of schade aan de machine veroorzaken. COATS L Polyester • Gebruik een onderdraad die op de juiste manier is opgewonden, anders kan de naald breken of de draadspanning onjuist zijn.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Basisprocedures Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het borduren beschreven. Lees deze zorgvuldig voordat u met de borduurmachine gaat werken. Stap Handeling Pagina Pagina beknopte bedienings handleiding procedures 1 De machine aanzetten. p. 28 p. 24, 26 2 De spoel plaatsen. p. 32 p.26 3 Selecteer een borduurpatroon. p. 37 4 Een borduurpatroon bewerken. p. 39 5 De borduurinstellingen invoeren. p. 40 6 De voorbeeldweergave controleren. p.
1. De machine aanzetten Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de borduurmachine aan. Voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening vindt u op pagina 24. a Steek het netsnoer in de machine. Steek de stekker van het netsnoer in een b normaal stopcontact. e Druk op . → Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven en de start/stop-toets licht rood op. De borduurarm wordt naar de beginpositie f verplaatst.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING De machine de eerste keer configureren De eerste keer dat u de machine aanzet, stelt u de taal en tijd/datum in op uw taal en uw plaatselijke tijd/datum. Volg onderstaande procedure wanneer het instellingenscherm automatisch verschijnt. Druk op a taal in. of op en stel de gewenste b Druk op c Er verschijnt een berichtscherm om te bevestigen of u de tijd/datum wilt instellen. Als u de tijd/datum wilt instellen drukt u op ; als u de instelling wilt annuleren, drukt u op .
Uitleg van het scherm Wanneer u de machine aanzet en op drukt, wordt het patroonkeuzescherm weergegeven. De volgende handelingen kunnen worden opgegeven via het bedieningspaneel. Zie pagina 26 voor voorzorgsmaatregelen voor het touch-screen. Nr. 2 3 Toetsnaam Functie Tijdsaanduiding-toets Druk op deze toets om uw klok in te stellen op uw plaatselijke tijd. 2 Instellingentoets 4 30 4 1 3 * Display 1 Druk op deze toets om de instellingen van de borduurmachine te wijzigen.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Schermoverzicht Hieronder wordt de volgorde van de basishandelingen weergegeven. 2 Selecteer een patroon in het patroonkeuzescherm. (Zie pagina 37, 61.) 1 2 1 Druk op deze toets om terug te keren naar het patroonkeuzescherm en voeg een ander patroon toe. 2 Druk op deze toets om naar het borduurinstellingenscherm te gaan. 1 1 Druk op deze toets om door te gaan naar het patroonbewerkingsscherm nadat u minstens één patroon hebt geselecteerd.
2. De spoel installeren De machine is geleverd met een leeg spoelhuis geïnstalleerd in de grijper. Plaats een spoel met de onderdraad daarop gewonden om te borduren. Zie pagina 26 voor voorzorgsmaatregelen voor de spoel. Pak de grendel van het spoelhuis vast en Opmerking c verwijder het spoelhuis. • De machine kan niet aangeven hoeveel onderdraad over is. Voordat u begint met borduren controleert u of er voldoende onderdraad is voor het patroon.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING De spoel installeren a Plaats de spoel in het spoelhuis. Het spoelhuis plaatsen a Plaats het spoelhuis op de grijper. Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het spoelhuis uitlijnt met de inkeping in de grijper (zie afbeelding). 2 Opmerking • Controleer of de draad met de klok mee op de spoel is gewonden (zie afbeelding). Als de spoel zo wordt geplaatst dat de draad in tegengestelde richting wordt afgewonden, zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd.
De spoel opwinden Plaats de draadklos op de eerste of de c tweede klospen aan de linkerkant. Duw de kloshouder zo ver mogelijk op de klospen om de draadklos goed vast te zetten. Opmerking • Gebruik de meegeleverde metalen spoel wanneer u de spoel opwindt met de machine. • De omcirkelde nummers op de draadgeleider geven het draadpad aan voor het opwinden van de spoel. 2 3 Leg de metalen spoel en de klos met onderdraad klaar. a Zet de hoofdschakelaar aan.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Leid de draad van voren naar achteren door e het draadgeleidergat. Wind de draad vier of vijf keer met de klok h mee om de spoel (zie afbeelding). 2 Leid het uiteinde van de draad door de i geleidesleuf in de spoelopwinderbasis en trek aan de draad. De draadafsnijder snijdt de draad af. 1 Draadgeleidergat Leid de draad rond de voorspanningsschijf f (zie afbeelding). Zorg dat de draad op de juiste manier in de voorspanningsschijf wordt geleid.
k Druk op . Snijd de draad af met de draadafsnijder en l verwijder de spoel. → Het opwinden van de spoel begint. De spoel stopt met draaien wanneer de spoel geheel is opgewonden. De spoelopwindschakelaar gaat automatisch terug in de oorspronkelijke stand. Opmerking • verandert in 1 Afsnijder Opmerking wanneer de spoel wordt opgewonden. Druk op als u wilt stoppen voordat de spoel geheel is opgewonden.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 3. Een borduurpatroon selecteren In dit voorbeeld wordt het borduurpatroon geselecteerd dat hier rechts is afgebeeld. Kies een patrooncategorie (type) in het patroonkeuzescherm. Patroonkeuzescherm (Zie pagina 61 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.) Zoek in het patroonlijstscherm naar het gewenste patroon en druk vervolgens op de toets voor het patroon.
Een borduurpatroon selecteren a Druk op c Druk op het gewenste patroon. In dit voorbeeld drukt u op . om de borduurpatronen te selecteren. → Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het patroonweergavevlak. 1 2 → Het patroonlijstscherm verschijnt. 3 Druk op (vorige) of (volgende) totdat b de gewenste pagina wordt weergegeven. 2 3 4 4 1 • Als u een andere categorie borduurpatronen wilt selecteren, drukt u op de 1 Terug-toets Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 4. Het borduurpatroon bewerken Via dit scherm kunt u het patroon bewerken. Patroonbewerkingsscherm (Zie pagina 63 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.) 2 Naar het borduurscherm 1 2 6 7 a Druk op . 3 4 8 5 → Het borduurscherm wordt weergegeven. 1 Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavevlak wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de hoogte aan en de onderste waarde de breedte.
5. Borduurinstellingen invoeren Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen invoeren. Bovendien kunt u de borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik. Borduurscherm (Zie pagina 65 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.) 4 5 1 Borduurpositiemarkering De naaldpositie wordt aangegeven met de LEDpointer in het borduurscherm. In het instellingenscherm kunt u de LED-pointer aan- of uitzetten.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 6. Voorbeeldweergave bekijken U kunt een voorbeeldweergave bekijken van het voltooide patroon binnen het borduurraam. Een voorbeeldafbeelding controleren Geef de voorbeeldweergave weer om te controleren of het patroon wordt geborduurd zoals gewenst. a Druk op Druk op of om het type b borduurraamhouder te selecteren. Selecteer vervolgens het borduurraam dat u wilt gebruiken.
7. De stof in het borduurraam spannen Nadat u het te borduren patroon hebt geselecteerd, controleert u welke borduurramen kunnen worden gebruikt om het patroon te borduren. Selecteer het meest geschikte borduurraam en span de stof met de steunstof/versteviging in het borduurraam. (Zie “Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof” op pagina 76 en “De stof in het borduurraam spannen” op pagina 77.) Zie pagina 26 voor voorzorgsmaatregelen voor de stof.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Draai de schroef stevig vast en controleer Opmerking • De borduurraamindicators geven alle borduurraamgrootten weer waarin het borduurpatroon kan worden geborduurd. Gebruik een borduurraam met de best passende afmeting. Als een te groot raam wordt gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof plooien ontstaan. (Zie “De borduurramen gebruiken” op pagina 74.) b f vervolgens of de stof strak staat.
8. Het borduurraam aan de machine bevestigen Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen, bevestigt u deze aan de borduurmachine. VOORZICHTIG • Als het borduurraam niet correct wordt bevestigd, kan het borduurraam de persvoet raken. Dit kan de machine beschadigen of letsel veroorzaken. • De start/stop-toets moet rood oplichten wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de start/stop-toets groen knippert, kan de borduurmachine beginnen met borduren.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Beweeg de linkerarm om de schroef aan de b rechterkant uit te lijnen met de markering voor het borduurraam dat moet worden geplaatst en draai vervolgens de duimschroeven aan. Houd het borduurraam horizontaal en lijn c vervolgens tegelijkertijd de linker- en rechterrand uit met de borduurraamhouderklemmen. In dit voorbeeld lijnt u uit met markering 3. 2 • Het binnenraam moet bovenop liggen.
9. Het borduurgebied controleren Controleer het borduurgebied om er zeker van te zijn dat het patroon op de gewenste plaats wordt geborduurd. Controleer tevens of de stof niet scheeftrekt en dat het borduurraam de persvoet niet raakt. Als het borduurraam niet correct is geplaatst, wordt dit verplaatst naar de correcte positie en wordt vervolgens de borduurpositie aangegeven (zie pagina 81). a Druk op .
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 10. Bovendraad inrijgen U kunt de draadkleuren controleren alsmede het aantal steken, de borduurtijd en andere bewerkopties uitvoeren in het borduurscherm. 1 4 1 Hiermee toont u het aantal steken, de borduurtijd en het aantal draadkleurwisselingen. 2 Met deze toetsen geeft u diverse bewerkinstellingen op. 3 Als u de machine wilt starten, drukt u op deze toets om de machine te ontgrendelen. Druk vervolgens op de start/stop-toets.
Bovendraad inrijgen Gebruik borduurgaren om de naald in te rijgen. VOORZICHTIG • Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad niet correct wordt ingeregen, kan de draad breken of verward raken. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken. Opmerking • Aanbevolen wordt het gebruik van borduurgaren van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 / gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Plaats de draadklos op een willekeurige a klospen van de 4 posities. Duw de kloshouder zo ver mogelijk op de klospen om de draadklos goed vast te zetten. Leid de draad van achteren naar voren door b het gat in de draadgeleider net boven de klos. 2 2 3 1 Kloshouder 2 Draadklos 3 Klospen • Wanneer u kleine draadklossen gebruikt, plaatst u de meegeleverde klosmat op de klospen voordat u de spoel op de houder plaatst.
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal e rond de draadspanningsschijf. Leid de draad langs de opening om deze g vanaf rechts door het gat in de draadophaalhendel te halen. 1 Draadspanningsschijf • Zorg dat de draad stevig in de draadspanningsschijf zit. 1 Leid de draad hier omheen. Leid de draad vanaf links door de middelste f draadgeleider onder de geleiderplaat. 1 Draadophaalhendel Trek de draad omlaag door de opening in de h draadgeleider en vervolgens door het gat in het deksel.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om i de draad door de draadgeleider van de De naald inrijgen naaldstang te leiden. Gebruik het automatische inrijgmechanisme om de naald in te rijgen. a 1 Draadgeleider van naaldstang 2 Naaldwisselhulp (naaldinrijger) Druk op de naald-inrijgtoets. 2 → De haak van het automatische inrijgmechanisme gaat door het oog van de naald.
Trek ongeveer 150 mm draad los. Zoals b aangegeven in de illustratie leidt u de draad Opmerking vanaf rechts onder de vork van het automatische inrijgmechanisme. Vervolgens wordt de draad met de haak door het oog van de naald opgepakt. • Als de draad niet goed door de groef in de draadafsnijder is geleid, verschijnt de melding “Wisserfout.” en kunt u de naald niet inrijgen. Let op dat u de draad veilig door de groef leidt.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING ■ Het klosnetje gebruiken Plaats het meegeleverde klosnetje voordat u gaat borduren over de klos als u metalliek draad of een andere sterke draad gebruikt. Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal voordat u het over de klos plaatst, zodat het even groot is als de klos. Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht nodig dat u de draadspanning aanpast. Knoop het einde van de draad van de c nieuwe klos aan het einde van de draad, dat over is van de vorige kleur.
11. Beginnen met borduren De machine is nu klaar om te borduren. Wanneer de machine begint te borduren, wordt de persvoet automatisch omlaag gezet. Aan het eind van het stiksel worden de noodzakelijke bewerkingen uitgevoerd om de draad af te knippen. VOORZICHTIG • Uit veiligheidsoverwegingen mag u de borduurmachine niet onbeheerd achterlaten tijdens het borduren. • Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING ■ Doorgaan met borduren Druk op selecteren. om een nieuw patroon te ■ Verdergaan met borduren nadat de machine was uitgezet a Druk op de start/stop-toets. 2 → Het patroonkeuzescherm wordt weergegeven. Opmerking • De borduursnelheid kan worden gewijzigd, zelfs tijdens het borduren van een patroon. (Zie “Instelling voor maximale borduursnelheid” op pagina 99.) Het borduren stoppen → De borduurmachinemachine stopt en de start/stoptoets licht rood op.
d Zet de hoofdschakelaar op “{”. → De borduurmachine wordt uitgezet en het scherm en de indicator van de start/stop-toets gaan uit. • Het borduren kan worden voortgezet nadat de borduurmachine weer is aangezet. Ga een aantal steken achteruit om de steken te laten overlappen. Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 89 voor meer informatie.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 12. De draadspanning controleren Controleer het borduurwerk om na te gaan of het met de juiste draadspanning is geborduurd. Als de draadspanning niet juist is afgesteld, kunnen de steken ongelijkmatig zijn of kunnen er plooien in de stof komen. U kunt de bovendraadspanning afstellen met de draadspanningsknop of met de voorspanningsknop op de bovendraadgeleider.
13. Borduurraam en stof verwijderen Nadat het borduren is voltooid, verwijdert u het borduurraam en haalt u vervolgens de stof uit het raam. Het borduurraam verwijderen VOORZICHTIG • Zorg dat de start/stop-toets rood oplicht wanneer u het borduurraam verwijdert. Als de start/stop-toets groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine per ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 14. De machine uitzetten Zet de machine uit nadat het borduren is voltooid. a Zet de hoofdschakelaar op “{”. → De borduurmachine wordt uitgezet en het scherm en de indicator van de start/stop-toets gaan uit. b Memo • Als de machine wordt uitgezet tijdens het borduren, kunt u doorgaan met borduren wanneer de machine weer is aangezet. (Zie “Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet” op pagina 89.) Uitgezet tijdens het borduren Haal de stekker uit het stopcontact.
Beknopte bedieningsgids voor het scherm In de onderstaande tabellen vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op de schermen worden weergegeven. Toetsschermen De weergave van de toetsen hebben de volgende betekenis: 60 (Normale weergave) : Deze toets is niet geselecteerd maar kan wel worden geselecteerd. (Donkere weergave) : Deze toets is geselecteerd. (Grijze weergave) : Deze toets kan niet worden geselecteerd.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Het patroonkeuzescherm Via dit scherm kunt u een patrooncategorie (type) selecteren. Display Nr. Functie Pagina Toetsnaam 2 4 1 7 2 5 3 Toets voor borduurpatronen in het machinegeheugen Haalt patronen op uit het geheugen van de machine. p. 115 6 8 8 7 Hiermee haalt u patronen op van USB-media. USBmediumtoetsen 9 Met de meegeleverde USB-kabel kan de computer worden aangesloten Computertoets op de borduurmachine. (USB) Zo kunt u patronen ophalen van de computer.
Het patroonlijstscherm Via dit scherm kunt u een patroon selecteren. Display 5 1 2 Nr. Functie 6 Pagina 3 7 4 Vorigepaginatoets 6 7 8 Volgendepaginatoets 8 A 9 B 0 Display Nr. Functie Pagina 9 Spiegel-toets 0 Toetsnaam 1 2 3 Insteltoets Geeft de afmeting weer van het borduurpatroon dat in het patroonweergavevlak wordt weergegeven. De bovenste waarde geeft de lengte aan en de onderste waarde de breedte.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Het patroonbewerkingsscherm Via dit scherm kunt u het patroon bewerken. Display Nr. 1 Functie 2 p. 123 Rotatiehoek Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt bewerkt, wordt gedraaid. p. 136 Wistoets Wist het patroon. Met deze toets wordt het geselecteerde patroon gewist. Met deze toets wordt het patrooncombinatiescherm weergegeven. p. 119 6 7 0 3 4 A 8 5 6 B 7 C 8 D 9 Display Nr.
Display Nr. Functie Pagina Toetsnaam 0 Kopieert het patroon. Kopieertoets 3 4 2 5 1 6 0 9 7 8 Display Nr. Functie Pagina Vergroten of verkleinen van het geselecteerde patroon. p. 122 Roteren van het geselecteerde patroon. p. 123 Wijzigt de kleur van het patroon. p. 127 Herhalen van een patroon, voor het creëren en aanpassen van een randborduurpatroon. p. 128 Spiegelen van het geselecteerde patroon in horizontale richting. p.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Het borduurscherm Via dit scherm kunt u het totaal aantal draadkleuren en de borduurtijd controleren. Tevens kunt u de naald een aantal steken vooruit of achteruit verplaatsen. Display Nr. 3 4 5 1 2 6 6 Verandert het draadkleurvolgordescherm in de borduurtijd voor de Draadgegevens respectievelijke (kleur/tijd) draadkleuren. 7 Geeft de volgorde weer van de draadkleurwisselingen.
Display Nr. 3 4 5 1 2 Functie Pagina Toetsnaam 6 I Terug-toets 7 J Geheugentoets Druk op deze toets om te stoppen met borduren en terug te keren naar het borduurbewerkingsscherm. Slaat het patroon op in het geheugen van de machine, een USBmedium of een computer. p. 114 8 B Memo A • De kleurnummers kunnen naar eigen wens worden aangepast.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING Vraag en antwoord TECHNISCHE TERMEN: ■ DST Dit is de extensie van Tajima-gegevensbestanden (*.dst) die worden gebruikt voor de gegevensindeling van borduurpatronen. Tajimagegevens bevatten geen kleurinformatie. De borduurmachine kent dus automatisch kleuren toe wanneer u een Tajima (.dst) bestand laadt. (Zie “Kleuren van Tajima-borduurgegevens (.dst)” op pagina 159.) ■ Draadwisser Dit is het mechanisme dat de draad opneemt.
■ Het raam is losgekomen van de borduurarm. Zorg dat de afstelpennen zijn geplaatst in de inkepingen en gaten van het raam. (Zie pagina 44.) Ten behoeve van de juiste registratie van het borduurpatroon zet u de machine uit en weer aan. Zo kan de borduurarm de registratiepunten opnieuw instellen. ■ Het huidige patroon annuleren opnieuw beginnen Selecteer de Home-toets rechts boven in het scherm. Het patroon en alle gegevens worden verwijderd. (Zie “Uitleg van het scherm” op pagina 30.
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING ■ De machine aansluiten op de computer Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de borduurmachine aansluiten op uw computer. 2 1 USB-poort van computer 2 USB-kabelaansluiting Opmerking • De connectoren van de USB-kabel kunnen slechts in één richting in de poort worden gestoken. Als u de connector niet gemakkelijk kunt aansluiten, moet u geen kracht gebruiken. Controleer of de connector niet andersom moet worden ingebracht.
70
Hoofdstuk 3 ANDERE BASISPROCEDURES In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan in Hoofdstuk 2 zijn behandeld, zoals het vervangen van de naald en draaklossen. De naald verwisselen............................................... 72 De naald vervangen ..................................................................72 De borduurramen gebruiken ................................... 74 Typen borduurramen en toepassingen ......................................
De naald verwisselen Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald vervangen. Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de naald te vervangen door een naald die geschikt is voor deze machine en die is gecontroleerd met de test beschreven in “De naald controleren” op pagina 25. De naald vervangen a • Oefen niet te veel kracht uit bij het los- of vastdraaien van de naaldstelschroef; hierdoor zou de machine beschadigd kunnen raken. Zet de borduurmachine uit.
ANDERE BASISPROCEDURES Houd de naaldwisselhulp vast en druk het uiteinde van de naaldwisselhulp 1 in om de naaldbevestigingsklem 2 uit te trekken. Bevestig de klem aan de naald en laat vervolgens het ingedrukte vlak los om de naald vast te klemmen. Druk opnieuw op 1 om de naald los te laten. 1 Uiteinde van de naaldwisselhulp 2 Naaldbevestigingsklem 3 Houd de naald op zijn plaats met uw d linkerhand en draai de naaldstelschroef aan.
De borduurramen gebruiken Er zijn diverse borduurramen beschikbaar voor deze machine. Bepaal aan de hand van het project welk borduurraam het best passend is. Naast de twee meegeleverde borduurramen kunt u met deze borduurmachine ook veel andere borduurramen gebruiken. (Zie “Optionele accessoires” op pagina 17.) VOORZICHTIG • Gebruik alleen een borduurraam met de afmeting die in het scherm wordt aangegeven, anders kan het raam de persvoet raken, wat letsel kan veroorzaken.
ANDERE BASISPROCEDURES Borduurgebied Borduurtype Zie Gebruik Compact raam (70/50/44/ staande richting) Pettenframe (optioneel) 70: 41 mm (H) × 70 mm (B) 50: 50 mm (H) × 50 mm (B) 44: 38 mm (H) × 44 mm (B) Staande richting: 33 mm (H) × 75 mm (B) Te gebruiken voor het borduren van kleine patronen, logo's of namen op mouwen of zakken van al in elkaar gezette producten, zoals shirts, jeans tassen, enzovoort.
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken gaan krimpen. VOORZICHTIG • Gebruik opstrijksteunstof (onderlaag) bij het borduren op dunne stoffen of stretchstoffen, stoffen met grof weefsel of stoffen waarbij de steken kunnen krimpen. Als geen opstrijksteunstof (onderlaag) wordt gebruikt, kan de naald verbuigen of breken of kan het patroon scheeftrekken.
ANDERE BASISPROCEDURES De stof in het borduurraam spannen De stof in het grote borduurraam spannen a Terwijl u de stof nog iets strakker trekt, d draait u de schroef stevig vast zodat de stof strak staat. Draai de schroef op het buitenraam los. 1 Schroef 3 • Als de stof goed is gespannen, maakt deze een trommelgeluid als u erop tikt. • Klem het binnen- en het buitenraam stevig tegen elkaar, zodat de bovenranden op gelijke hoogte liggen. Plaats de stof met de goede kant boven op b het buitenraam.
De stof in het compacte borduurraam spannen en dit aan de machine bevestigen Draai de schroef stevig vast en controleer d vervolgens of de stof strak staat. • Draai de schroef stevig aan met de meegeleverde schroevendraaier (groot). Bevestig borduurraamhouder e voordat u het compacte raam gebruikt. 1 a Draai de schroef op het buitenraam los. 1 Schroevendraaier (groot) Houd het raam waarin het stuk is e gespannen met beide handen vast en bevestig het aan borduurraamhouder e.
ANDERE BASISPROCEDURES ■ Het compacte borduurraam verwijderen Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen c vouwen of kreukels in zitten. Houd het compacte borduurraam met beide handen vast, terwijl u beide veren optilt met uw vingers. Trek het compacte raam naar u toe om het te verwijderen. Druk het binnenraam in het buitenraam. d Verwijder het borduursjabloon. 3 Opmerking • Pas op dat uw vingers niet tussen de veren raken.
Grote/kleine stukken stof In dit gedeelte wordt beschreven hoe u stoffen kunt borduren die veel groter of veel kleiner zijn dan het borduurraam. ■ Grote stukken stof of zware kledingstukken borduren ■ Hoeken borduren Wanneer u de hoek van een stuk stof wilt borduren, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de hoek van de stof vast te maken aan de steunstof (onderlaag). Span vervolgens de steunstof (onderlaag) in het borduurraam.
ANDERE BASISPROCEDURES Positie en beweging van het borduurraam Hieronder vindt u informatie over het borduurraam tijdens het gebruik van de borduurmachine. ■ Borduurramen die niet kunnen worden gebruikt voor het betreffende borduurwerk Zoals beschreven op pagina 42, geven de borduurraamindicators boven in het scherm aan welke borduurramen kunnen worden gebruikt om het geselecteerde patroon te borduren. Borduurramen waarvan het borduurgebied kleiner is dan het patroon kunnen niet worden gebruikt.
• Het borduurraam wordt vervangen terwijl het patroonbewerkingsscherm of het borduurscherm wordt weergegeven. Vervolgens drukt u op de toets voor het controleren van het borduurgebied, voor het verplaatsen van het borduurraam of voor het beginnen met borduren. Het borduurraam wordt verplaatst. Nadat het borduurraam is verplaatst naar de correcte positie en tot stilstand is gekomen, drukt u nogmaals op de gewenste toets.
ANDERE BASISPROCEDURES De borduurpositie wijzigen Bij aankoop van de borduurmachine zijn zowel de beginpositie als de eindpositie ingesteld op het midden van het patroon. Verplaats daarom het raam en stel de borduurpositie zo af dat het midden van het patroon samenvalt met de naaldpositie bij de borduurpositie. Bovendien kan de richting van het gehele patroon worden gedraaid als de stof niet gelijkmatig in het borduurraam kan worden gespannen of als het patroon in een hoek op de stof is geplaatst.
Memo Voorbeeld: Oorspronkelijke hoek • Bij deze handeling kunnen fijnafstellingen aan de hoek worden gemaakt. Dit is met name handig wanneer u bijvoorbeeld tassen of cilindervormige artikelen borduurt die maar beperkt in het borduurraam kunnen worden gespannen. Voorbeeld: Wanneer u een kussensloop borduurt Roteer het patroon 90 graden naar links alvorens te borduren.
ANDERE BASISPROCEDURES Als de draad breekt of de onderdraad tijdens het borduren opraakt Als de draad breekt of de onderdraad opraakt tijdens het borduren, stopt de machine automatisch. Sommige steken zijn misschien met maar één draad gemaakt. Voordat u verder gaat met borduren gaat u dus terug naar een punt waar al steken zijn geborduurd. Opmerking c • Als de draadsensor is uitgeschakeld, stopt de machine pas wanneer het borduren is voltooid. Normaliter moet de draadsensor ingeschakeld zijn.
Als de onderdraad breekt of opraakt Druk op en druk vervolgens a op de draadafknip-toets. → De bovendraad wordt afgeknipt. • Als de onderdraad breekt of opraakt, knipt u ook de bovendraad af. ■ Als de onderdraad opraakt, vervangt u in deze procedure de onderdraad. Vervang de spoel door een spoel die is c omwikkeld met onderdraad. (Zie pagina 32.) • Als u het grijper afdekklepje kunt openen, vervangt u de spoel zonder het borduurraam uit de machine te verwijderen.
ANDERE BASISPROCEDURES Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon Als u wilt borduren vanaf het beginpunt, bijvoorbeeld als een proeflapje is geborduurd met verkeerde draadspanning of als de verkeerde kleur draad is gebruikt, start het borduren dan opnieuw met behulp van de voor- en achteruitstiktoets. U kunt bovendien per kleur draad of per steek vooruit of achteruit door het borduurwerk gaan om een eerste steek te maken vanaf een willekeurige positie in het patroon.
■ De steek selecteren waar het borduren moet beginnen d Druk op en om een kleur te selecteren uit de draadkleurvolgorde en druk vervolgens op , , , , , , en om de steek te selecteren. 1 2 3 6 7 8 9 4 0 A 5 B 1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken terug. 2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek terug. 3 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek naar voren. 4 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien steken naar voren.
ANDERE BASISPROCEDURES Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet In de volgende gevallen worden de resterende steken van het borduurwerk opgeslagen in het geheugen van de machine. • Als de hoofdschakelaar van de machine is ingedrukt om uit te schakelen nadat de machine is gestopt met borduren.
Druk twee keer of drie keer op f twee of drie steken terug te gaan. om 1 1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een steek terug. • Controleer dat het rode lichtpuntje de naaldpositie aangeeft waar steken al zijn uitgevoerd. g Druk op . → Het borduurscherm wordt opnieuw weergegeven. Druk op en druk vervolgens h op de start/stop-toets om verder te gaan met borduren. Memo • U kunt de machine op ieder moment laten stoppen, zelfs terwijl deze aan het borduren is.
ANDERE BASISPROCEDURES De draadspanning afstellen De volgende procedure beschrijft hoe de draadspanning moet worden afgesteld wanneer de juiste draadspanning zoals beschreven op pagina 57 niet is toegepast. Stel de spanning van de onderdraad af voordat u de spanning van de bovendraad afstelt. Opmerking • Controleer de spanning van de onderdraad telkens wanneer u de spoel verwisselt.
De spanning van de bovendraad afstellen Voor borduurwerk moet u de draadspanning zo instellen dat de bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant van de stof. a ■ Correcte draadspanning U kunt het patroon zien aan de achterkant van de stof. Als de draadspanning niet juist is ingesteld, is het resultaat niet goed. De stof kan gaan rimpelen, en de draad kan breken. Draai de draadspanningsknop. 1 Bovenkant 2 Achterkant Volg onderstaande stappen om de draadspanning aan de situatie aan te passen.
ANDERE BASISPROCEDURES ■ Bovendraad is te los De spanning van de bovendraad is te los, zodat de te losse bovendraad in lussen en plukken aan de bovenkant van de stof te zien is. 1 Bovenkant 2 Achterkant Draai de knop in de richting van de pijl om de spanning van de onderdraad te verhogen.
94
Hoofdstuk 4 BORDUURINSTELLINGEN In dit hoofdstuk worden de diverse borduurinstellingen beschreven waarmee het borduren nog eenvoudiger wordt. Rijgsteken ................................................................ 96 INSTELLINGEN VOOR BEGINPOSITIE ................... 97 Verbonden letters borduren......................................................97 Instelling voor maximale borduursnelheid .............. 99 Borduurkleurbeheer ..............................................
Rijgsteken Voordat u gaat borduren, kunt u rijgsteken naaien langs de omtrek van het patroon. Dit is nuttig om stof te borduren waarop u geen steunstof kunt aanbrengen met een strijkbout of lijm. Door steunstof aan de stof te stikken maakt u de kans op krimpende steken of scheeftrekkende patronen zo klein mogelijk. Druk op d selecteren. Opmerking om de rijginstelling te • Het is aan te raden eerst het combineren/ bewerken van het patroon te voltooien voordat u de rijginstelling selecteert.
BORDUURINSTELLINGEN INSTELLINGEN VOOR BEGINPOSITIE De beginpositie kan worden ingesteld van de 9 punten van het patroon. Deze punten zijn: linkerbovenhoek, middenboven, rechterbovenhoek, middenlinks, middenmidden, middenrechts, linkeronderhoek, middenonder en rechteronderhoek. U kunt deze instellingen gebruiken om een patroon te herhalen langs een diagonaal. U geeft de instellingen voor de beginpositie op via het borduurinstellingenscherm.
i Opmerking Druk op . • Als u de beginpositie-instelling wilt annuleren en wilt terugkeren naar de beginpositie in het midden van het patroon, druk u op • Met . selecteert u een andere beginpositie voor het borduren. Druk op om terug te keren naar het d borduurscherm. → verandert in terwijl het beginpunt in de linkerbenedenhoek van het patroon wordt geplaatst. Druk op en druk vervolgens e op de start/stop-toets om te beginnen met borduren.
BORDUURINSTELLINGEN Instelling voor maximale borduursnelheid U kunt de maximale borduursnelheid instellen op een van zeven niveaus tussen 400 en 1.000 spm, in stappen van 100 spm. Als u het pettenframe of het cilinderraam gebruikt, kunt u de maximale borduursnelheid instellen op een van vijf niveaus tussen 400 en 600 spm, in stappen van 50 spm.
Borduurkleurbeheer Ononderbroken borduren (monochroom - in één kleur) U kunt een geselecteerd patroon in één kleur borduren in plaats van meerdere kleuren. De machine vertraagt even, maar stopt niet tussen kleurstappen en gaat door tot het patroon is voltooid. Druk op zodat de meerkleurenstappen grijs worden en het geselecteerde patroon wordt geborduurd in één kleur, zonder draadwisseling tijdens het borduren.
BORDUURINSTELLINGEN Draadknipinsteltoets De automatische draadknipfunctie gebruiken (einde kleur knippen) De automatische draadknipfunctie zorgt dat de draad wordt afgeknipt wanneer het borduren van een kleur is voltooid. De functie is aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u op en vervolgens op . U kunt de functie in- en uitschakelen tijdens het borduren.
b Druk op om de draadknipfunctie uit te schakelen. → De toets wordt weergegeven als . → De machine knipt de draad niet af alvorens met het volgende stiksel te beginnen. ■ Lengte instellen van niet te knippen springsteek Wanneer de draadknipfunctie is ingeschakeld, kunt u de lengte van de springsteek bepalen waarbij de draad niet wordt afgeknipt. U kunt de functie inen uitschakelen tijdens het borduren. Selecteer een instelling van 5 mm tot 50 mm in stappen van 5 mm.
Hoofdstuk 5 PATRONEN SELECTEREN/ BEWERKEN/OPSLAAN In dit hoofdstuk vindt u informatie over het selecteren, bewerken en opslaan van borduurpatronen. Werken met de geheugenfunctie ........................... 104 Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ................................104 ■ ■ ■ ■ Typen borduurgegevens die kunnen worden gebruikt ............ 104 Typen USB-media/apparaten die kunnen worden gebruikt .... 104 De machine aansluiten op de computer .................................
Werken met de geheugenfunctie Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van borduurgegevens die niet zijn gemaakt en opgeslagen op deze machine. VOORZICHTIG • Wanneer andere borduurgegevens worden gebruikt dan de oorspronkelijke patronen, kunnen de draad of de naald breken wanneer wordt geborduurd met een te fijne steekdichtheid of wanneer er drie of meer overlappende steken worden gemaakt.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN ■ Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de computer om gegevens te maken en op te slaan • Wanneer de naam van een borduurgegevensbestand/-map niet wordt herkend, bijvoorbeeld omdat er speciale tekens in de naam voorkomen, wordt het bestand niet weergegeven. Wijzig in dat geval de naam van het bestand/de map. Het is aan te raden om de 26 letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters) te gebruiken, de cijfers 0 t/m 9, het streepje “-” en de onderstreping “_”.
Een borduurpatroon selecteren Deze machine heeft diverse ingebouwde borduurpatronen. Naast de ingebouwde patronen kunt u verschillende andere patronen selecteren van de borduurkaarten (optioneel) en van de computer. Memo • Zie pagina 112 voor meer informatie over het ophalen van borduurpatronen van de borduurkaarten (optioneel). Algemene patroonselectie De procedure voor het selecteren van een patroon is afhankelijk van het type patroon.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Borduurpatronen/ Decoratieve alfabetpatronen Selecteer de patrooncategorie die u wilt a borduren. • Als een verkeerd patroon is geselecteerd of als u een ander patroon wilt selecteren, drukt u op het gewenste patroon. d Druk op . Hiermee bevestigt u de patroonkeuze. → Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven. → De typen borduurpatronen worden weergegeven. b Kaderpatronen 5 Selecteer een type patroon. a Druk op .
Selecteer de gewenste vorm voor het kader b in de bovenste tabs van het scherm. Druk op de gewenste kadervorm. Alfabetpatronen De machine bevat 20 ingebouwde lettertypen. Voorbeeld: “Lucky Color” invoeren. a Druk op . → De beschikbare kaderpatronen worden in de onderste helft van het scherm weergegeven. c Selecteer een kaderpatroon. Druk op het gewenste patroon. → Het lettertypekeuzescherm wordt weergegeven. b → Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het patroonweergavevlak.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Als de toets voor het teken dat u wilt c selecteren niet wordt weergegeven, drukt u Nu de eerste letter is geselecteerd, drukt u om de afmeting van de letter te veranderen. e op op de tab voor de gewenste lettertypeset. 1 2 3 4 1 2 3 4 → Hoofdletters Kleine letters Cijfers/symbolen Speciale tekens Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven voor de tekens die op het tabblad worden getoond.
g Druk op om een nieuwe regel in te j voeren. h Druk op Als de tekst klein is en moeilijk af te lezen op het scherm, drukt u op om de tekst te controleren. en voer “C” in. Nadat u de tekst hebt gecontroleerd, drukt om terug te keren naar het tekstinvoerscherm. k u op l Nadat alle tekst op de gewenste manier is ingevoerd, drukt u op . Hiermee bevestigt u de patroonkeuze. → Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven. i 110 Druk op en voer “olor” in.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN ■ De tekstindeling wijzigen Druk op om het volgende scherm weer te geven. Druk op de toets voor de gewenste tekstindeling. Nadat u de gewenste tekstindeling hebt geselecteerd, drukt u op naar het tekstinvoerscherm. Wanneer de toets eruit ziet als gecentreerd. , wordt de tekst Wanneer de toets eruit ziet als rechts uitgelijnd. , wordt de tekst om terug te keren 1 2 3 7 4 5 8 6 1 Ordent de tekst aan de binnenzijde van een wijde boog.
Wanneer u de borduurkaartlezer/ USB-kaartschrijfmodule aansluit op de USB-poort, zet u de kabel vast met de twee haken op het achterpaneel. Als de kabel niet is vastgezet, kan het borduurraam blijven haken achter de kabel terwijl het raam beweegt. Dan wordt het patroon mogelijk scheefgetrokken. Borduurkaarten (optioneel) ■ Over borduurkaarten (optioneel) • Gebruik alleen borduurkaarten die zijn gefabriceerd voor deze machine. Wanneer u andere kaarten gebruikt, werkt uw machine mogelijk niet goed.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Druk op de toets van de USB-poort waarop c de borduurkaartlezer/ Druk op USB-kaartschrijfmodule* is aangesloten. → De lijst met patronen op de borduurkaart wordt weergegeven. Selecteer de patronen zoals beschreven op d pagina 107 t/m 108. wanneer het patroon dat u a wilt opslaan zich op het borduurscherm bevindt. b * Druk op . Druk op om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm zonder op te slaan.
Borduurpatronen opslaan op USB-media Wanneer u borduurpatronen van de machine naar een USB-medium wilt zenden, plaatst u het USB-medium in de USB-poort van de machine. c * Memo • USB-media zijn in de handel verkrijgbaar, maar sommige USB-media zijn mogelijk niet bruikbaar bij deze machine. Meer bijzonderheden vindt u op onze website ( http://support.brother.com ).
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN * De USB-kabel kan worden aangesloten op de USB-poorten van de computer en van de borduurmachine, ongeacht of deze aan of uit staan. d * Druk op . Druk op om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm zonder op te slaan. → Het patroon wordt tijdelijk opgeslagen op “Verwisselbare schijf” onder “Computer (Deze computer)”. Selecteer het .phc-bestand van het patroon e in “Verwisselbare schijf” en kopieer het bestand naar de computer.
Druk op de toets van het patroon dat u wilt b ophalen. c * Druk op Druk op Druk op b . . om de borduurpatronen te verwijderen. → Borduurpatronen en een map in de bovenste map worden weergegeven. Druk op wanneer er een submap is c om twee of meer steekpatronen te sorteren op een USB-medium. Het borduurpatroon in de submap wordt weergegeven. 2 1 → Het borduurscherm wordt weergegeven.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Druk op de toets van het patroon dat u wilt d ophalen. * e * Verplaats/kopieer de patroongegevens naar c “Verwisselbare schijf”. Druk op om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm. Druk op . Druk op om het patroon te verwijderen van het USB-medium. → De patroongegevens in “Verwisselbare schijf” worden naar de machine geschreven. Opmerking • Verwijder de USB-kabel niet terwijl de gegevens worden geschreven. • Maak geen mappen in “Verwisselbare schijf”.
Druk op de toets van het patroon dat u wilt e ophalen. f * Druk op Druk op computer. . om het patroon te verwijderen van de → Het borduurbewerkingsscherm wordt weergegeven.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) U kunt de patronen bewerken via het patroonbewerkingsscherm en het borduurscherm. U kunt afzonderlijke patronen bewerken via het patroonbewerkingsscherm en u kunt het gehele patroon bewerken via het borduurscherm. Het resultaat van de bewerkingen wordt weergegeven in het patroonweergavevlak. Patronen combineren b Een borduurpatroon selecteren.
Het patroon selecteren om te bewerken Als meerdere patronen zijn geselecteerd, kunt u kiezen welk patroon wordt bewerkt. a Druk op of . Het patroon dat wordt bewerkt, is het patroon dat rood is omkaderd. Het borduurpatroon uitvergroot weergeven Een klein patroon kan uitvergroot worden zodat alle details duidelijk zichtbaar worden weergegeven. a Druk op . Blijf op en drukken tot het rode kader om het patroon staat dat u wilt bewerken.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Een patroon verplaatsen Opmerking • U kunt het patroon alleen verplaatsen wanneer de pijltoetsen op het scherm worden weergegeven. Bepaal waar in het borduurraam het patroon moet worden geborduurd. Als meerdere patronen worden gecombineerd, verplaatst u elk patroon om het ontwerp in te delen. Memo • Met de pijltoetsen in het borduurscherm kunt u het raam verplaatsen en de borduurpositie selecteren.
De afmeting van een patroon wijzigen a Druk op Druk op deze toetsen om de gewenste b afmeting voor het patroon in te stellen. Elke keer als u op een toets drukt, wordt het patroon iets vergroot of verkleind. . 1 2 → Het volgende scherm wordt weergegeven. 6 1 2 7 3 8 4 9 5 0 De afmeting van het patroon wordt weergegeven nadat u op een toets hebt gedrukt om deze te wijzigen.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Druk op deze toetsen om het patroon in de b gewenste richtingshoek te zetten. Een patroon draaien Telkens als u op een toets drukt, wordt het patroon gedraaid. Het patroon kan tussen 1 en 359 graden met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. a Druk op . 1 1 Geeft de hoek van het patroon weer nadat op een toets is gedrukt om deze te wijzigen. • Als u het patroon in de oorspronkelijke hoek wilt → Het volgende scherm wordt weergegeven.
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de d positie van het patroon te wijzigen. De tekstindeling wijzigen Teksten en tekens kunnen worden geordend op een horizontale lijn, een schuine lijn of op een boog. a Druk op . Zie “Een patroon verplaatsen” op pagina 121 voor meer informatie. e Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd, drukt u op . → Het patroonbewerkingsscherm wordt opnieuw weergegeven.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Druk op deze toetsen om de letters en b tekens op de gewenste afstand te zetten. c Elke keer als u op een toets drukt, wordt de afstand tussen de tekens iets vergroot of verkleind. • Als u de tekens in de oorspronkelijke afstand wilt terugzetten, drukt u op Met selecteert u waar het patroon moet worden gescheiden. Druk vervolgens op om het te scheiden. In dit voorbeeld wordt het patroon gescheiden tussen “T” en “a”. .
De draaddichtheid wijzigen (alleen bij sommige letter- en omrandingspatronen) De draaddichtheid van sommige letter- en omrandingspatronen kan worden gewijzigd. U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120%, in stappen van 5%. a Druk op . c Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd, drukt u op . → Het patroonbewerkingsscherm wordt opnieuw weergegeven. Tekst in meerdere kleuren uitvoeren De geselecteerde letters van het letterpatroon (op pagina 108) zijn ingesteld op zwart.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN De kleuren van het patroon wijzigen 1 U kunt de kleuren van het patroon wijzigen en een voorbeeldweergave van het resultaat bekijken op het scherm. Door de kleuren van het patroon te wijzigen, kunt u hetzelfde patroon op verschillende manieren bekijken. Als de kleuren draad zijn vastgelegd in een kleurenpalet dat u hebt gebruikt om kleuren te wijzigen, kunt u aan de draadklossen de beschikbare kleuren draad toewijzen.
Druk op , , en om de nieuwe c kleur te selecteren uit het kleurenpalet. Herhaalpatronen ontwerpen ■ Herhaalpatronen borduren Met de randfunctie kunt u herhaalpatronen creëren. U kunt ook de ruimte tussen de patronen binnen een herhaalpatroon aanpassen. a 1 2 1 Geeft de naam weer van de kleur draad die is geselecteerd 2 De kleur die vergroot wordt weergegeven, is de kleur die is geselecteerd. → In het patroonweergavevlak wordt de kleur van het geselecteerde deel van het patroon gewijzigd.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Selecteer de richting waarin u het patroon b wilt herhalen. d Pas de ruimte van het herhaalpatroon aan. • Als u de ruimte wilt verbreden, drukt u op . • Als u de ruimte wilt versmallen, drukt u op . 1 3 5 1 1 Druk op om een herhaalpatroon terug te veranderen in één patroon. Memo • U kunt alleen de ruimte van de patronen in het rode kader aanpassen. Voltooi de herhaalpatronen door stap e t/m te herhalen.
■ Eén element van een herhaalpatroon herhalen c Druk op . Met de knipfunctie kunt u één element van een herhaalpatroon selecteren om alleen dat element te herhalen. Met deze functie kunt u complexe herhaalpatronen ontwerpen. Kies de richting waarin het herhaalpatroon a wordt geknipt. • Druk op om horizontaal te knippen. • Druk op om verticaal te knippen. → Het herhaalpatroon wordt verdeeld in afzonderlijke elementen. d Druk op Met en . selecteert u het element dat u e wilt herhalen.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN g Nadat u de gewenste wijzigingen hebt doorgevoerd, drukt u op . c Druk op om de draadmarkering die u wilt naaien te selecteren. Het patroonbewerkingsscherm wordt opnieuw weergegeven. Opmerking • Als u een herhaalpatroon in afzonderlijke elementen hebt geknipt, kunt u niet terugkeren naar het oorspronkelijke herhaalpatroon. • U kunt elk element afzonderlijk bewerken in het bewerkscherm. Zie pagina “Het patroon selecteren om te bewerken” op pagina 120.
Gebruik om een van de draadmerken c in de machine te selecteren. Een eigen palet maken U kunt een eigen palet maken met de draadkleuren die u het meest gebruikt. U kunt draadkleuren selecteren in de uitgebreide lijst draadkleuren van negen verschillende draadmerken. U kunt elke gewenste kleur selecteren en naar uw eigen kleurenpalet verplaatsen. Opmerking • Bij sommige machines staan er mogelijk al 300 Robison-Anton draadkleuren in het eigen kleurenpalet.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Herhaal de vorige stappen tot u alle e gewenste draadkleuren hebt opgegeven. Opmerking • Als u niet drukt op wordt het draadkleurnummer niet gewijzigd. Herhaal de vorige stappen tot u alle f gewenste draadkleuren hebt opgegeven. • Als u een opgegeven kleur uit het palet wilt verwijderen, drukt u op . • Als u alle opgegeven kleuren uit het palet wilt verwijderen, drukt u op • Als u een opgegeven kleur uit het palet wilt verwijderen, drukt u op .
Sluit het USB-medium aan op de USB-poort c op de machine. 1 USB-poort 2 USB-media d Druk op Plaats het USB-medium waarop het eigen a palet is opgeslagen in de USB-poort. 1 USB-poort 2 USB-media . → Het scherm “Opslaan” wordt weergegeven. Wanneer de gegevens zijn opgeslagen, keert u automatisch terug naar het oorspronkelijke scherm. b Druk op c Druk op en druk vervolgens op . . Opmerking • Plaats of verwijder geen USB-media terwijl het scherm “Opslaan” wordt weergegeven.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Een kleur kiezen in het eigen palet U kunt een kleur kiezen uit de maximaal 300 kleuren die u in het eigen palet hebt geplaatst. a Druk op → Het eigen kleurpalet (300 borduurdraden) verschijnt. Druk op • Gebruik en om door het eigen kleurenpalet te schuiven. • Druk op . om een nieuwe kleur d te kiezen uit het eigen palet. om terug te keren naar de oorspronkelijke kleur.
Een patroon kopiëren a Druk op . → De kopie ligt boven op het originele patroon. Een patroon verwijderen a Druk op . → Het volgende scherm wordt weergegeven. b Druk op . 1 → Het patroon wordt verwijderd. 1 Gekopieerd patroon 136 • Druk op te breken. om het verwijderen van het patroon af Opmerking Opmerking • Wanneer meerdere patronen worden weergegeven op het scherm, wordt alleen het patroon dat is geselecteerd met en gekopieerd. • Verplaats en bewerk elk gekopieerd patroon individueel.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN Het borduurpatroon bewerken (borduurscherm) In het borduurscherm kunt u één patroon bewerken wanneer patronen niet zijn gecombineerd. U kunt ook een volledig gecombineerd patroon bewerken als één patroon. Bovendien kunt u de pijltoetsen gebruiken om het patroon te verplaatsen in het patroonbewerkingsscherm of om het borduurraam te verplaatsen in het borduurscherm. Wanneer u op deze toetsen drukt, wordt het borduurraam verplaatst.
Een gecombineerd patroon bewerken In dit deel wordt beschreven hoe u tekst kunt combineren met een bloemletterpatroon en hoe u het resultaat vervolgens kunt bewerken. Voorbeeld) a Druk op . d Druk op om het patroon te selecteren. → Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven. e b c Druk op Selecteer . . . → Dit patroon wordt geplaatst in het midden van het borduurgebied. 138 Druk op → Het patroonkeuzescherm wordt opnieuw weergegeven.
PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN f Druk op g Druk op . i Typ “Luck”. Nadat u op “L” hebt gedrukt, drukt u op de tab voor kleine letters om het tekstinvoerscherm voor kleine letters weer te geven. Druk vervolgens op “u”, “c” en “k”. . → De geselecteerde letters verschijnen onder de letters die u eerder hebt getypt. • Als u de tekstindeling wilt wijzigen, drukt u op . Druk op j geselecteerd. nadat u de letters hebt → Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
Druk op en vervolgens op om m een voorbeeldafbeelding van het patroon te bekijken. • Druk hierop scherm. Druk op n voltooid. om terug te keren naar het vorige nadat het bewerken is → Het borduurscherm wordt weergegeven. • Als u wilt terugkeren naar het patroonbewerkingsscherm, drukt u op 140 .
Hoofdstuk 6 BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen van het gebruik van de instellingentoetsen en de bedieningshandleidingtoetsen, vermeld op pagina 30. Er wordt uitgelegd hoe u wijzigingen kunt aanbrengen in de basisinstellingen van de borduurmachine en hoe de bediening wordt weergegeven op het LCD-scherm. De instellingentoets gebruiken .............................. 142 Het instellingenscherm ...........................................................
De instellingentoets gebruiken Druk op wijzigen. (instellingentoets) om veel van de basisinstellingen van de borduurmachine te ■ Pagina 2 Het instellingenscherm Het instellingenscherm bestaat uit vier pagina’s. Druk op en midden onder in het scherm tot de gewenste pagina wordt weergegeven. De toets verschijnt op alle pagina's. ■ Pagina 1 7 8 2 3 4 5 1 6 1 Druk hierop om een afbeelding van het huidige instellingenscherm op te slaan op een USB-medium (zie pagina 144).
BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE ■ Pagina 3 ■ Pagina 4 9 D 0 E F A B G C H I J 9 Boven- en onderdraadsensor Zet de“Boven- en onderdraadsensor” “ON” of “OFF”. (Zie pagina 146.) 0 Luidsprekervolume U kunt het volume van de bedienings- en waarschuwingssignalen aanpassen. (Zie pagina 15 of 147.) A Kies voor energiebesparing door de “Ecomodus” of de “Afsluitondersteun-modus” in te stellen (zie pagina 148).
Afbeelding van het instellingenscherm opslaan op een USB-medium U kunt een afbeelding van het instellingenscherm opslaan als BMP-bestand. De schermhulplijnen wijzigen U kunt de hulplijnen in het patroonweergavevlak instellen op het borduurraam dat u hebt bevestigd. U kunt de hulplijninstellingen opgeven via pagina 1 van het instellingenscherm. U kunt maximaal 100 afbeeldingen tegelijk opslaan op één USB-medium. Deze functie is beschikbaar op alle pagina's van het instellingenscherm.
BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE De draadkleurgegevens wijzigen U kunt de naam van de draadkleuren, het borduurdraadnummer of de borduurtijd weergeven. ■ Voorbeeldweergaven Draadkleurnummer (#123) Borduren (Polyester) Country (Katoen*) Madeira Poly (Polyester) Madeira Rayon (Rayon) Sulky (Rayon) Robison-Anton (Polyester) Bij aankoop van de borduurmachine is het draadkleurnummer (#123) geselecteerd. U kunt de draadkleurweergave instellen via pagina 1 van het instellingenscherm.
De maateenheden wijzigen U kunt de maateenheden instellen op millimeter of inch. Bij aankoop van de borduurmachine is “mm” geselecteerd. De maateenheid kunt u instellen op pagina 1 van het instellingenscherm. Druk op en om de gewenste a maateenheid te selecteren. De gewenste eenheden worden weergegeven. De achtergrondkleuren van de borduurpatronen of miniaturen wijzigen De achtergrondkleuren van het patroonweergavevlak en de patroonminiaturen.
BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE Het miniatuurformaat opgeven Druk op of op a instelling te selecteren. om de gewenste U kunt instellen of de miniaturen voor de selectie van een borduurpatroon normaal of groot worden weergegeven. Het grote formaat is anderhalf maal het normale formaat. Bij aanschaf van de borduurmachine is het normale formaat geselecteerd. Het formaat van de miniatuurafbeelding kunt u instellen op pagina 2 van het instellingenscherm.
Ecomodus of afsluitondersteunmodus selecteren U kunt energie besparen door de ecomodus of afsluitondersteun-modus in te stellen. Als u de machine een bepaalde gespecificeerde tijd niet gebruikt, gaat hij in een van deze modi. Beginscherm instellen U kunt het eerste scherm van de machine selecteren. Als u het “Beginscherm” op “ON” zet, begint het openingsscherm met film wanneer u de machine aanzet. Wanneer u dit scherm aanraakt, wordt het eerste patroonkeuzescherm weergegeven.
BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE De naaiverlichting aan- of uitzetten U kunt de naaiverlichting aan- of uitzetten. Bij aankoop van de machine is “ON” geselecteerd. U kunt het naaiverlichting instellen via pagina 4 van het instellingenscherm. Druk op of op a instelling te selecteren. om de gewenste LED-pointer instellen U kunt de “LED-pointer” instellen op “ON” of “OFF”. De LED-pointer geeft de naaldpositie weer in het borduurscherm wanneer u “ON” hebt geselecteerd.
De bedieningshandleidingstoets gebruiken Deze machine bevat informatie die is gebaseerd op de inhoud van de bedieningshandleiding, zoals basismachinehandelingen. Druk op (bedieningshandleidingstoets) en selecteer een van de vier onderwerpen die worden weergegeven om de beschikbare informatie weer te geven. ■ Inhoud van de categorieën Belangrijkste onderdelen Weergave van en uitleg over de belangrijkste onderdelen van de machine en hun functies.
BASISINSTELLINGEN EN HELPFUNCTIE c Druk op . → De procedure voor het inrijgen van de bovendraad wordt weergegeven. d Lees de instructie. * Druk op om de volgende pagina weer te geven. * Druk op om de volgende pagina weer te geven. Druk op om terug te keren naar het e oorspronkelijke scherm.
152
Hoofdstuk 7 BIJLAGE In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen van borduurtechnieken, tips voor het maken van prachtig borduurwerk en meer informatie over onderhoud en probleemoplossing. Applicaties naaien ................................................. 154 Applicatiepatronen naaien ......................................................154 ■ Procedure voor het naaien van applicaties............................. 154 Applicaties maken met een kaderpatroon (1)..........................
Applicaties naaien In dit deel wordt de procedure voor het naaien van applicaties beschreven. Applicatiepatronen naaien Verwijder de stof van de applicatie uit het c borduurraam en knip vervolgens voorzichtig langs de geborduurde kniplijn. Sommige ingebouwde borduurpatronen kunnen worden gebruikt voor het naaien van applicaties.
BIJLAGE Nadat u het applicatiestuk hebt f aangebracht, borduurt u een b Borduur hetzelfde patroon op de basisstof. “APPLICATIE”-patroon. De applicatie is voltooid. Breng een beetje stoflijm aan of spray wat • Afhankelijk van het patroon is een “APPLICATIE”patroon mogelijk niet beschikbaar. Borduur de applicatie dan met draad in de kleur van een deel van het borduurwerk.
Applicaties maken met een kaderpatroon (2) Er is een andere manier om applicaties te borduren. Met deze methode hoeft u de stof in het borduurraam niet te verwisselen. De applicatie kan worden gemaakt door twee kaderpatronen van dezelfde afmeting en met dezelfde vorm te borduren: een met rechte steken en een met satijnsteken. • Zorg dat de machine stopt voordat het kruis in het midden wordt geborduurd.
BIJLAGE Gesplitste borduurpatronen borduren U kunt gesplitste borduurpatronen die zijn gemaakt met PE-DESIGN Ver.7 of later, of met PE-DESIGN NEXT borduren. Met grote borduurpatronen worden ontwerpen die groter zijn dan het borduurraam verdeeld in meerdere delen. Deze worden gecombineerd tot één patroon wanneer de gedeelten klaar zijn. Selecteer het gedeelte b borduren. * * Selecteer de gedeelten in alfabetische volgorde. U kunt maximaal 9 gedeelten weergeven op één pagina.
Memo • U kunt het patroon 90° naar links of naar rechts draaien wanneer u op e Druk op drukt. . Druk op om de f borduurmachine te ontgrendelen. Druk de start/stop-toets om het g patroongedeelte te borduren. Wanneer het borduren is voltooid, h verschijnt het volgende scherm. Druk op . → Er verschijnt een scherm zodat u een deel van het gesplitste borduurpatroon kunt selecteren. Herhaal stap t/m om de overige i gedeelten van het patroon te borduren.
BIJLAGE Handige tips voor de bediening van de machine In dit deel worden handelingen beschreven die nuttig zijn bij de bediening van deze machine. Kleurenpalet Draadkleurweergave met een eigen palet Hieronder vindt u extra uitleg over het ingebouwde kleurenpalet en het eigen palet. Normaliter worden de kleuren draad in het scherm met de draadkleurvolgorde en in het patroonweergavevlak weergegeven in de kleuren van het ingebouwde draadkleurpalet.
Prachtig borduurwerk maken Hieronder worden de diverse voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen met betrekking tot de draad, de borduurramen, de steunstoffen, verstevigingen en onderlagen om prachtig borduurwerk te maken. Draden Borduurdraad kan duur zijn en daarom moet u er voorzichtig mee omgaan. Hoe goed de draad ook is gemaakt, voor het beste resultaat is het van groot belang dat deze correct wordt opgeborgen.
BIJLAGE Steunstoffen, verstevigingen en onderlagen De onder- en bovenlaag moeten het product dat wordt geborduurd stabiliseren en ondersteunen, zodat de steken kunnen worden gemaakt met zo weinig mogelijk onderbreking of instabiliteit. Ze vormen de ondersteuning van uw borduurwerk. Zonder het juiste type steunstof kan de stof te veel gaan bewegen in het borduurraam, zodat het borduurwerk verschuift.
Spantechnieken “Gebruik het juiste gereedschap voor de juiste klus”, luidt een veelgehoorde uitdrukking. Deze uitspraak is zeker van toepassing bij borduren. Door een te klein of te groot borduurraam of een borduurraam van een onjuist type kan het patroon scheeftrekken tijdens het borduren en kan zelfs het hele product beschadigd raken.
BIJLAGE Compatibiliteitstabel stof/steunstof Stof/ Kledingstuk Aantal onderlagen Aantal bovenlagen Opmerkingen 1 x in water oplosbaar Vergroot de dichtheid en/of de satijnsteekbreedte. Kleine details en letters kunnen in de badstoflussen vast komen te zitten. Satijnen jasje Dikke voering: Geen Dunne of geen voering: 1 x lostrekbaar Geen Als het kledingstuk in het raam gaat glijden waardoor het gaat scheeftrekken, omwikkelt u het binnenraam met afdektape of stofkruistape.
Onderhoud Hieronder worden eenvoudige procedures voor borduurmachineonderhoud beschreven. Houd de machine altijd schoon, anders kunnen er storingen optreden. Het LCD-scherm reinigen Open het grijper afdekklepje en verwijder b het spoelhuis. (Zie pagina 32.) Als het oppervlak van het LCD-scherm vuil is, kunt u het met een zachte, droge doek afvegen. Gebruik geen biologische reinigers of reinigingsmiddelen.
BIJLAGE Reinigen rondom de naaldplaat b Verwijder de naaldplaat. Draai de schroeven met een haakse schroevendraaier los en verwijder vervolgens de naaldplaat. Als zich pluisjes en stof rondom het bewegende mesje of de draadopsluitplaat verzamelen, wordt de draad misschien niet goed afgeknipt, waarna een foutmelding verschijnt, of kunnen delen van de machine beschadigd raken. Zorg dat het gebied rondom de naaldplaat eens per maand wordt gereinigd.
Het spoelhuis reinigen Gebruik het meegeleverde c schoonmaakborsteltje om pluisjes en stof uit het spoelhuis te verwijderen. Draadwas en stof kunnen gemakkelijk in het gat van de spanveer op het spoelhuis komen, waardoor de draadspanning niet meer goed is. Het is dan ook raadzaam het te reinigen telkens wanneer u de spoel verwisselt. Gebruik een stuk papier met de dikte van een visitekaartje. Open het klepje voor de grijper, verwijder a het spoelhuis en verwijder vervolgens de spoel. (Zie pagina 32.
BIJLAGE c De spanningsunit opnieuw in elkaar zetten Opmerking • Let op dat u de spanningsschijf niet ondersteboven installeert, wanneer u de spanningsunit opnieuw in elkaar zet. Onderop zit een magneet. Onder 1 Draadgeleiderplaat Boven ■ De spanningsunit uit elkaar halen en reinigen Als u de spanningsknop wilt verwijderen, a draait u deze tegen de klok in, zoals aangegeven in de illustratie.
De machine oliën Draai het handwiel naar stand (U) op de c machine. U moet de borduurmachine oliën voordat u deze voor de eerste keer gebruikt om de levensduur van de onderdelen te verlengen en de machine naar behoren te laten werken. Als u te weinig olie aanbrengt op de grijper, verschijnt er mogelijk een foutmelding. Breng daarna iedere dag voor gebruik een druppel olie op de grijper aan. En een druppel olie op de viltring van de onderste naaldstang na 40 à 50 uur gebruik.
BIJLAGE ■ De naaldstangen oliën Breng een druppel olie aan op de viltring van de onderste naaldstang. Over de onderhoudsmelding Als deze melding verschijnt, is het aan te raden de machine naar een erkende Brother-dealer te brengen voor een onderhoudscontrole. Deze melding verdwijnt weer en de machine functioneert weer wanneer u op drukt, maar de melding verschijnt vaker tot het juiste onderhoud is uitgevoerd. 1 Breng hier olie aan. • Een overmaat aan olie kan op het naaiwerk druppelen.
Problemen oplossen Probleemoplossing Als de machine niet naar behoren functioneert, controleer dan eerst de volgende punten/kwesties voordat u hulp inroept. Neem contact op met een erkende Brother-dealer als de gesuggereerde oplossing het probleem niet verhelpt. Symptoom De borduurmachine werkt niet. Waarschijnlijke oorzaak De machine staat niet aan. De machine is niet ontgrendeld. U hebt niet op de start/stop-toets gedrukt. De naald is niet correct geplaatst. De naaldstelschroef zit los.
BIJLAGE Symptoom Waarschijnlijke oorzaak De naald raakt de naaldplaat. Oplossing Vervang de naald of overleg met de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer. 1 Naald 2 Gat in naaldplaat 3 Naald raakt gat De persvoet is te hoog ingesteld en niet correct geplaatst. De naald raakt de persvoet. Het schuifoppervlak op het grijperloophuis is niet glad. Er zitten krassen en bramen op. De naald breekt. Pagina p. 72 Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer.
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Het vlak rondom het gat in de naaldplaat is beschadigd. Oplossing Pagina Vervang de naaldplaat of raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer. 1 Krassen/bramen De naald raakt de naaldplaat. Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer. 1 Naald 2 Naaldplaatgat 3 Naald raakt gat De persvoet is te hoog ingesteld en niet correct geplaatst. De naald raakt de persvoet. Bij het gebruik van een zwakke draad, zoals metalliek draad.
BIJLAGE Symptoom Waarschijnlijke oorzaak De onderdraad is niet goed opgewonden. De bovendraad breekt. Het automatische inrijgmechanisme is kapot. Er zit lijm op de naald. De stof staat niet strak. De kwaliteit van de draad is slecht. De draaddichtheid van de borduurgegevens is te fijn. Er worden drie of meer overlappende steken gemaakt. De onderdraad is niet goed ingeregen. De spoel is bekrast of draait niet soepel. De onderdraad breekt. De draad zit verward.
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak De borduurarm beweegt terwijl u het borduurraam verwijdert. Het borduurpatroon is scheefgetrokken. Het borduurraam is te groot voor dit borduurwerk. Het borduurraam is niet correct aan de borduurarm bevestigd. Het patroon is niet goed gedigitaliseerd. De steunstof is niet goed bevestigd, bijvoorbeeld omdat het kleiner is dan het borduurraam. De draadspanning van de bovendraad is laag. Er zitten lussen in de bovendraad.
BIJLAGE Symptoom U kunt de naaldinrijger niet gebruiken. Waarschijnlijke oorzaak De naald is niet correct geplaatst. Deze naalden worden niet voor deze machine aanbevolen. De grijper op het automatische inrijgmechanisme is verbogen. De naald is gedraaid, verbogen of de punt is stomp. De bovendraad is niet goed ingeregen. De draadspanning is niet goed. De onderdraad is niet goed ingeregen. De draadspanning van de onderdraad is niet goed. De onderdraad is niet goed opgerold.
Symptoom Er gebeurt niets, zelfs niet als u op het LCD-scherm drukt. Het LCD-scherm is beslagen. De LED-pointer geeft de positie niet goed aan. Waarschijnlijke oorzaak Het scherm is vergrendeld. Er heeft zich condens gevormd op het LCD-scherm. Met dikke of elastische stof is de positie alleen onjuist op de omhoogstekende stukken stof. Als de stof een sterk ongelijkmatig oppervlak heeft, is de positie onjuist. Oplossing Druk op scherm te ontgrendelen. Pagina om het p.
BIJLAGE Foutmeldingen Als u op de start/stop-toets drukt terwijl de machine niet juist is ingesteld of als er een onjuiste handeling wordt uitgevoerd, stopt de machine en geeft door middel van een geluidssignaal en een foutmelding aan dat er zich een storing heeft voorgedaan. Als er een foutmelding wordt weergegeven, corrigeert u het probleem aan de hand van de instructies in het bericht. Druk op om de melding te sluiten of voer de aangegeven handelingen uit en druk vervolgens op .
De patronen die u bewerkt, kosten te veel geheugen, of u bewerkt te veel patronen voor het geheugen. U kunt alleen beginnen met borduren Het automatische inrijgmechanisme wanneer u naar het borduurscherm gaat functioneert niet naar behoren. Verwijder de draad die verward is en op toets drukt. geraakt in het automatische inrijgmechanisme en druk vervolgens op . Terwijl het automatische inrijgmechanisme de naald aan het inrijgen was, is een andere handeling uitgevoerd.
BIJLAGE Het geselecteerde patroon zal worden gewist, omdat u op gedrukt. hebt Een opgeslagen gecombineerd patroon wordt geroteerd in het borduurinstellingenscherm. Deze melding verschijnt wanneer de afmeting van het letterpatroon is gewijzigd, zodat het te groot is om in het borduurraam te passen. Tijdens het naaien is de machine uit- en weer aangezet. werd ingedrukt terwijl de draadkleuren werden gewisseld.
De motor blijft vastzitten omdat de Het USB-medium is beveiligd tegen schrijven. Het USB-medium is beveiligd tegen schrijven. draad verward is of er iets anders mis is Annuleer de schrijfbeveiliging. Druk op en annuleer de met de draadaanvoer. schrijfbeveiliging. Als de draad verward zit in het spoelhuis, reinig dan het loophuis en olie het. (Zie pagina 166 en 169.
BIJLAGE Deze melding verschijnt wanneer u een patroon probeert op te halen dat niet kan worden gebruikt op deze machine. U hebt een groot (split) borduurpatroon U probeert een incompatibel medium te geselecteerd om te worden gebruiken. gecombineerd met een ander borduurpatroon. U kunt dit patroon niet combineren. Deze melding verschijnt wanneer u Het USB-medium is bezig met probeert een incompatibel USB-medium gegevensoverdracht. te gebruiken.
Als de machine niet reageert wanneer u op een toets drukt Als er niets gebeurt wanneer u op een toets op het scherm drukt (u kunt geen toets selecteren of de toetsen zijn vervormd), stelt u het touch-screen als volgt af. Druk op een willekeurige plaats op het a touch-screen en zet ondertussen de machine uit en weer aan. VOORZICHTIG • Gebruik altijd de meegeleverde touch-pen om op het touch-screen te drukken. Gebruik geen balpen, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp.
BIJLAGE Specificaties Specificaties van de machine Item * Specificatie Gewicht 31 kg Afmetingen 511 (B) × 587 (D) × 747 (H) mm Borduursnelheid Snelheidsbereik / Max.: 1.000 spm, Min.
Software-upgrade voor uw machine U kunt met een USB-medium of computer software-upgrades downloaden voor uw borduurmachine. Wanneer een upgradeprogramma verkrijgbaar is op “ http://support.brother.com ”, download dan de bestanden volgens de instructies op de website en onderstaande stappen.
BIJLAGE Kopieer het upgradebestand naar d “Verwisselbare schijf”. Opmerking • Als zich een fout voordoet, verschijnt een foutmelding in rode tekst. Wanneer de download goed is uitgevoerd, verschijnt de volgende melding. Verwijder het USB-medium en zet de e machine uit en weer aan. e Druk op . Upgradeprocedure met behulp van computer Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de computer om gegevens te maken en op te slaan” op pagina 105 voor informatie over computers en besturingssystemen.
Index A Aanbevelingen voor de draad ...................................................... 26 Aanpassen bewerkte patronen ................................................................. 121 hoek ......................................................................................... 83 Aantal draadkleurwisselingen ...................................................... 65 Accessoires .................................................................................. 16 Achtergrondkleuren ..................
BIJLAGE Instellingentoets ......................................................................... 142 Insteltoets .................................................................................... 62 R J Joggingstof ................................................................................. 163 K Kaderpatronen ........................................................................... Katoen ....................................................................................... Kleur draad ....
V Veiligheidsmechanisme ............................................................... 54 Veranderen borduurpositie .......................................................................... 83 Vergrotentoets ............................................................................ 120 Versie ........................................................................................ 143 Verwijderen patroon ..................................................................................
BIJLAGE 7 189
Ga naar http://support.brother.com/ voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).