User Manual

9
10
Persoonlijke gegevens
invoeren (Stations-ID)
U kunt uw naam en faxnummer opslaan zodat deze
gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u
verstuurt.
Zie voor meer informatie Tekst invoeren in bijlage C
van de Beknopte gebruikershandleiding.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Stand.instel. weer te
geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op Stations-ID.
e Toets uw faxnummer in (max. 20 cijfers) op het
Touchscreen en druk vervolgens op OK.
f Voer uw naam (max. 20 tekens) in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen en druk
vervolgens op OK.
g Druk op Stop/Exit.
11
Faxverzendrapport
De Brother-machine biedt u de mogelijkheid om een
verzendrapport af te drukken dat u kunt gebruiken ter
bevestiging dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport worden de naam of het faxnummer van de
geadresseerde, de datum, de tijd en duur van de
verzending en het aantal verzonden pagina's
weergegeven. Ook wordt aangegeven of de fax met
succes is verzonden. Als u de functie
faxverzendrapport wilt gebruiken, raadpleegt u
Verzendrapport in hoofdstuk 4 van de Beknopte
gebruikershandleiding.
Opmerking
• Druk op om te schakelen tussen letters,
nummers en speciale tekens. (De beschikbare
tekens zijn afhankelijk van uw taal.)
• Als u een teken wilt invoeren dat op dezelfde
toets als het vorige teken staat, drukt u op c om
de cursor naar rechts te verplaatsen.
• Als u een letter verkeerd hebt ingevoerd en
deze wilt aanpassen, drukt u op d of c om de
cursor naar het onjuiste teken te verplaatsen
en drukt u op .
Opmerking
Als u een fout maakt en opnieuw wilt beginnen,
drukt u op Stop/Exit en gaat u terug naar a.