BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-J6910DW Versie A DUT
Als u de klantenservice moet bellen Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-J6910DW Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.com/registration/ © 2010 Brother Industries, Ltd.
Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze vinden? Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Veiligheid en wetgeving Lees deze handleiding eerst. Lees de Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Zie deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Inhoudsopgave (BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING) 1 Algemene informatie 1 Gebruik van de documentatie................................................................................1 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1 Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding, en de Verklarende woordenlijst Netwerk...........................................................................................
4 Een fax verzenden 31 Faxen verzenden .................................................................................................31 Faxen onderbreken ....................................................................................... 33 Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................33 Een fax in kleur verzenden ............................................................................33 Een actieve fax annuleren .....................................
7 Nummers kiezen en opslaan 48 Nummers kiezen..................................................................................................48 Handmatig kiezen ..........................................................................................48 Eéntoetsnummers .........................................................................................48 Snelkiezen .....................................................................................................48 Faxnummer opnieuw kiezen......
A Routineonderhoud 65 De inktcartridges vervangen ................................................................................ 65 De machine reinigen en controleren....................................................................67 De glasplaat reinigen.....................................................................................67 De printkop reinigen ...................................................................................... 68 De afdrukkwaliteit controleren ...................
Inhoudsopgave (UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING) In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen uitgelegd. U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding bekijken op de documentatiecd-rom.
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst naar specifieke knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm. Cursief Cursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp. Courier New Het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
Hoofdstuk 1 c Klik op uw land. Instructies voor het scannen opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding Scannen ControlCenter d Ga met de muisaanwijzer achtereenvolgens naar uw taal en Handleiding bekijken en klik vervolgens op de gewenste handleiding.
Algemene informatie Brother-support openen (Windows®) 1 Brother-support openen (Macintosh) Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatie-cd-rom. Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatie-cd-rom. Klik in het bovenste menu op Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven: Dubbelklik op het pictogram van Brother-support.
Hoofdstuk 1 Overzicht van het bedieningspaneel 9 7 8 1 1 2 Fax- en kopieertoetsen: Dubbelzijdig Druk op deze toets om beide zijden van het papier te kopiëren, scannen of faxen. N op 1 Kopie Druk op deze toets om kopieën van N op 1- of posterformaat te maken. Fax Voorbeeld Met deze toets kunt u inkomende faxen op het LCD-scherm bekijken. Lade instelling Druk op deze toets om de lade te selecteren die u voor het afdrukken wilt gebruiken. Modustoetsen: FAX Hiermee opent u de faxmodus.
Algemene informatie 1 6 3 5 Starttoetsen: Eéntoetsnummers Deze 8 toetsen geven direct toegang tot 16 vooraf opgeslagen nummers. Shift Om ééntoetsnummers 9 tot 16 te selecteren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de toets van het ééntoetsnummer drukt. Als er geen nummer is toegewezen aan de toets, kunt u het nummer direct opslaan door op de lege toets te drukken. 9 AAN/UIT Hiermee schakelt u de machine in en uit. Druk op AAN/UIT om de machine aan te zetten.
Hoofdstuk 1 Aanwijzingen op het LCDscherm 8 1 Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt. Status draadloze verbinding Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan indien u dat gebruikt. 0 9 8 7 10 9 6 5 1 2 3 4 1 Faxen in het geheugen Hier wordt aangegeven hoeveel ontvangen faxen zich in het geheugen bevinden. 2 Faxvoorbeeld Hiermee kunt u een ontvangen fax eerst bekijken.
Algemene informatie Standaardhandelingen Om het touchscreen te gebruiken, drukt u met uw vinger op MENU of de optietoets op het LCD-scherm. Om alle schermmenu's of opties in een instellingen weer te geven en te openen, drukt u op d c of a b om deze door te bladeren. Opmerking 1 Druk op om naar het vorige niveau terug te keren. g 1 Druk op Stop/Eindigen. In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt.
Hoofdstuk 1 Volume-instellingen Belvolume 1 1 U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit. De machine behoudt uw nieuwe standaardinstelling totdat u deze wijzigt. Het belvolume instellen via het menu a b c d e f g h 8 Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. Druk op Standaardinst. Druk op a of b om Volume weer te geven. Druk op Volume. Druk op Belvolume. Druk op Laag, Half, Hoog of Uit. Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie Luidsprekervolume U kunt uit een aantal luidsprekervolumeniveaus kiezen, van Hoog tot Uit. a b Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. c d Druk op Standaardinst. e f g h Druk op Volume. Druk op a of b om Volume weer te geven. Druk op Luidspreker. Druk op Laag, Half, Hoog of Uit. Druk op Stop/Eindigen.
2 Papier laden Papier en andere afdrukmedia laden Opmerking 2 Opmerking Zie Papier laden in papierlade 2 op pagina 13 voor lade 2. Papier laden in papierlade 1 a 2 Trek de papierlade volledig uit de machine. 2 • Wanneer u papier van A3-, Legal- of Ledger-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde van de papierlade naar buiten.
Papier laden b Open het deksel van de uitvoerlade (1). d Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. 2 1 Opmerking c Druk de papiergeleider voor de lengte (1) en de papiergeleiders voor de breedte (2) met beide handen voorzichtig in en stel ze af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleider voor de lengte (1) en op de papiergeleiders voor de breedte (2) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijzen.
Hoofdstuk 2 Opmerking g Wanneer u papier van Photo L-formaat in de papierlade plaatst, moet u de vergrendelingen aan beide zijden van de klep van de uitvoerlade losmaken en de klep naar achteren duwen. Pas vervolgens de papiergeleider voor de lengte aan het papierformaat aan. Sluit het deksel van de uitvoerlade. Controleer of het papier plat en onder de markering voor de maximale hoeveelheid papier (1) in de lade ligt. Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
Papier laden i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt u de papiersteun (1) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u vervolgens de papiersteunklep (2) uit. Papier laden in papierlade 2 2 Opmerking • U kunt alleen normaal papier van A4-, A3-, Ledger-, Letter- of Legal-formaat in lade 2 plaatsen. • Om de afdrukfunctie Zonder Marges te gebruiken, moet u het papier vanuit lade 1 invoeren. 2 1 a Opmerking Trek de papierlade volledig uit de machine.
Hoofdstuk 2 b Open het deksel van de papierlade (1). d 1 Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. Opmerking Controleer altijd of het papier niet is omgekruld. e c Druk de papiergeleider voor de lengte (1) en de papiergeleiders voor de breedte (2) met beide handen voorzichtig in en stel ze af op het papierformaat.
Papier laden Opmerking j Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer. g Sluit het deksel van de papierlade. h Duw de papierlade langzaam terug in de machine. Trek lade 1 uit de machine. Druk op de universele ontgrendeling (1) terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten schuift.
Hoofdstuk 2 l m Sluit het deksel van de uitvoerlade en duw de papierlade langzaam in de machine. Opmerking Als u klaar bent met het gebruik van A3-, Ledger- of Legal-formaat en een kleiner papierformaat wilt gebruiken, moet u het grotere formaat eerst uit de lade verwijderen. Verkort vervolgens de lade door op de universele ontgrendeling (1) te drukken. Pas de papiergeleider voor de lengte (2) aan het papierformaat dat u gebruikt aan. Laad vervolgens een kleiner papierformaat in de lade.
Papier laden Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer b 2 Pas de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer aan de breedte van het papier dat u gebruikt aan. U kunt speciale afdrukmedia één voor één invoeren via de sleuf voor handmatige invoer. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer om enveloppen, etiketten of dikker papier af te drukken of te kopiëren.
Hoofdstuk 2 d Pas met beide handen voorzichtig de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer aan het papierformaat aan. Opmerking Wanneer u een envelop of een dik vel papier laadt, duwt u de envelop in de sleuf voor handmatige invoer tot u voelt dat de envelop wordt opgepakt. f Als de gegevens niet op één pagina passen, wordt u via het LCD-scherm gevraagd een andere pagina te laden. Plaats een ander vel papier in de sleuf voor handmatige invoer en druk vervolgens op Mono Start of Kleur Start.
Papier laden Enveloppen en briefkaarten laden Informatie over enveloppen Enveloppen en briefkaarten laden 2 a 2 Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst. 2 2 Gebruik enveloppen met een gewicht tussen 80 en 95 g/m2. Voor sommige enveloppen moet u de marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt.
Hoofdstuk 2 b Plaats de enveloppen of briefkaarten met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de envelop) eerst. Druk met beide handen de papiergeleider voor de lengte (1) en de papiergeleiders voor de breedte (2) in en stel ze af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten. Als u problemen hebt met afdrukken op enveloppen, kunt u het volgende proberen: a b Open de omslag van de envelop. c Wijzig het formaat en de marge in de toepassing.
Papier laden Afdrukgebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder Marges beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding.
Hoofdstuk 2 Papierinstellingen Paperformaat en -soort Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt. U kunt zeven papierformaten gebruiken voor het afdrukken van kopieën: A4, A5, A3, 10 15 cm, Letter, Legal en Ledger en vijf formaten voor het afdrukken van faxen: A4, A3, Ledger, Letter en Legal.
Papier laden Ladegebruik in de faxmodus U kunt de standaardlade, die de machine voor het afdrukken van binnenkomende faxen gebruikt, wijzigen. Auto Select geeft de machine de mogelijkheid om eerst papier uit lade 1 te nemen, of uit lade 2 als: Lade 2 is ingesteld op een ander papierformaat dat geschikter is voor de binnenkomende faxen. Beide laden hetzelfde papierformaat bevatten en lade 1 niet is ingesteld voor het gebruik van normaal papier. a b Druk op Lade instelling. c d Druk op Fax:lade.
Hoofdstuk 2 Acceptabel papier en andere afdrukmedia De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Papier laden Omgaan met en gebruik van afdrukmedia Etiketten 2 Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden. Raak de voor- of achterkant van transparanten niet aan; deze absorberen snel water en transpiratievocht, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Hoofdstuk 2 De juiste afdrukmedia selecteren 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen Kaarten Enveloppen Transparanten Papierformaat Gebruik 26 Faxen Kopiëren Photo Printer Capture A3 297 420 mm Ja Ja Ja Ja A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja Ledger 279,4 431,8 mm Ja Ja Ja Ja Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja – Ja Executive 184 267 mm – – – Ja JIS B4 257 364 mm – – – Gebruikergedefinieerd JIS B5
Papier laden Capaciteit van de papierladen Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen A4, Ledger, A3, Legal, Executive, Letter, A5, A6, JIS B4, JIS B5, Enveloppen (Commercial Nr.
3 Documenten laden Documenten laden a 3 Vouw de ADF-documentsteun (1) en de ADF-documentsteunklep (2) uit. U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen. De ADF gebruiken 3 1 2 3 De ADF heeft een capaciteit van maximaal 35 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier met een gewicht van 80 g/m2 en waaier de stapel altijd los voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documenten laden De glasplaat gebruiken 3 Lengte: Max. 431,8 mm Breedte: Max. 297 mm Gewicht: Max. 2 kg 3 Opmerking U kunt de glasplaat gebruiken voor het faxen, kopiëren of scannen van afzonderlijke vellen of van bladzijden uit een boek. Ondersteunde documentformaten Documenten laden Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. 3 a b Til het documentdeksel op. c Sluit het documentdeksel.
Hoofdstuk 3 Niet-scanbaar gebied 3 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt aangegeven welke gebieden niet kunnen worden gescand. 3 4 1 2 Gebruik Document- Bovenkant (1) Links (3) grootte Onderkant (2) Rechts (4) Faxen A3 3 mm 4,5 mm A4 3 mm 1 Ledger 3,7 mm Letter 4 mm Legal Kopiëren Scannen 1 Alle papierformaten 3 mm Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare gebied 1 mm.
4 Een fax verzenden Faxen verzenden In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een fax verzendt. a Wanneer u een fax wilt verzenden of de instellingen voor het verzenden of ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt u op de (FAX)-toets zodat deze blauw verlicht wordt. b 4 4 Plaats op een van de volgende manieren uw document: Plaats het document met de bedrukte zijde omhoog in de ADF. (Zie De ADF gebruiken op pagina 28.) Leg uw document met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Hoofdstuk 4 c U kunt de volgende faxinstellingen wijzigen. Druk op FAX en vervolgens op d of c om door de faxinstellingen te bladeren. Als de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u erop en kiest u uw optie. d (Beknopte gebruikershandleiding) Zie pagina’s 33 tot 34 voor meer informatie over het wijzigen van de volgende faxinstellingen.
Een fax verzenden Faxen onderbreken 4 Druk op Stop/Eindigen om het faxen te onderbreken. Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen Druk op c d Druk op Scanformaat glas. 4 U kunt een faxbericht eerst bekijken voordat u het verzendt. U moet Direct verzenden en Pollen ontvangen op Uit zetten voordat u deze functie kunt gebruiken. 4 Wanneer documenten van het formaat Letter zijn, moet u het scanformaat op Letter instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de zijkanten van de fax.
Hoofdstuk 4 h Druk op Mono Start. Opmerking Als u op Mono Start drukt, wordt het faxbericht uit het geheugen verzonden en vervolgens gewist. Verzendrapport U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport worden de naam of het faxnummer van de afzender, de tijd en de datum waarop het bericht werd verzonden, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de fax al dan niet goed is verzonden, vermeld.
5 Faxberichten ontvangen 5 Ontvangstmodi 5 U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op de lijn zijn aangesloten. De ontvangstmodus kiezen 5 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen. Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken op pagina 36 voor meer informatie over ontvangststanden.
Hoofdstuk 5 Ontvangstmodi gebruiken Extern antwoordapparaat 5 Sommige ontvangststanden beantwoorden oproepen automatisch (Alleen Fax en Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging op pagina 37.) Alleen Fax Faxen worden automatisch ontvangen. Bellers kunnen een bericht op het externe antwoordapparaat achterlaten. 5 Als de modus Alleen Fax is ingeschakeld, wordt elk telefoontje automatisch als faxoproep beantwoord.
Faxberichten ontvangen Instellingen ontvangstmodus Belvertraging De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u een extern of tweede toestel op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen. (Zie Werken met externe of tweede toestellen op pagina 46 en Fax waarnemen op pagina 38.) a b c d Druk op MENU. Druk op a of b om Fax weer te geven. Druk op Fax.
Hoofdstuk 5 Fax waarnemen 5 Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 5 De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven, of wanneer u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
Faxberichten ontvangen Faxvoorbeeld gebruiken Als de fax wordt weergegeven, verschijnen de toetsen op het LCDscherm en voert u de onderstaande handelingen uit. 5 Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt hiervan een melding op het LCD-scherm. (Bijvoorbeeld: Nieuwe fax(en) 02) a Druk op Fax Voorbeeld. De lijst van nieuwe faxen wordt weergegeven. Toets De fax vergroten. De fax verkleinen.
Hoofdstuk 5 Fax afdrukken a b c 5 Druk op Fax Voorbeeld. Druk op de fax die u wilt bekijken. Druk op (Afdrukken). Als de fax meerdere pagina's bevat, gaat u naar stap d. Als de fax uit een pagina bestaat, wordt deze afgedrukt. Ga naar stap e. d Ga op een van de volgende manieren te werk: Faxvoorbeeld uitschakelen a b c Druk op Fax Voorbeeld. d e Druk op Ja om te bevestigen. Druk op Alle Pag Afdruk. om alle pagina's van de fax af te drukken. Druk op Afdr. vanaf deze pag.
6 Telefoontoestel en externe apparaten Opties voor normale telefoongesprekken Toon of puls Nummerweergave 6 6 Wanneer u een pulsservice hebt, maar toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld voor telefonisch bankieren), dient u de onderstaande instructies te volgen: a b Neem de hoorn van het externe toestel. Druk op # op het bedieningspaneel van de machine. Alle cijfers die hierna worden gekozen, worden als toonsignalen verzonden.
Hoofdstuk 6 Nummerweergave inschakelen Als u beschikt over nummerweergave op uw lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan zodat het telefoonnummer van de beller op het LCD-scherm wordt weergegeven als de telefoon overgaat. a b c d e f g h 6 Telefoondiensten De machine ondersteunt de nummerweergaveservice die door sommige telefoonbedrijven wordt aangeboden. Druk op Fax.
Telefoontoestel en externe apparaten h Druk op Aan of Altijd. Opmerking U kunt het indrukken van de toets R programmeren als onderdeel van een nummer opgeslagen onder een éénkiesnummer of snelkiesnummer. Hiervoor drukt u tijdens het programmeren van het éénkiesnummer of snelkiesnummer eerst op R (op het LCDscherm verschijnt ‘!’) en vervolgens voert u het telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u niet telkens op Telefoon/Intern te drukken voordat u een nummer kiest met een ééntoets- of snelkieslocatie.
Hoofdstuk 6 Extern antwoordapparaat aansluiten BELANGRIJK Sluit een antwoordapparaat NIET op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan. 6 U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde telefoonlijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat terwijl de machine “luistert” of er faxtonen zijn. Als de machine faxtonen waarneemt, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen.
Telefoontoestel en externe apparaten Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) 6 Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd als het systeem telefoonoproepen ontvangt.
Hoofdstuk 6 Werken met externe of tweede toestellen 6 Als u een faxoproep aanneemt van een tweede toestel of een extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door de faxontvangstcode in te toetsen. Als u de code voor activeren op afstand, l 5 1, intoetst, begint de machine met het ontvangen van de fax. Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van een handmatige fax.
Telefoontoestel en externe apparaten De codes voor afstandsbediening wijzigen Opmerking 6 Voor activeren op afstand, moeten de codes hiervoor geactiveerd worden. De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is l 5 1. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is # 5 1. U kunt deze desgewenst vervangen door uw eigen codes. a b c d Druk op MENU. Druk op a of b om Fax weer te geven. Druk op Fax.
7 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen 7 Snelkiezen 7 a Druk op (Telefoonboek). U kunt ook Telefoonboek kiezen door op (FAX) te drukken. b Druk op het nummer van twee cijfers dat u wilt bellen. U kunt de nummers ook op alfabetische volgorde laten weergeven door op het LCD-scherm op te drukken. Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in.
Nummers kiezen en opslaan Faxnummer opnieuw kiezen Als u handmatig een fax verzendt en de lijn bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en dan op Mono Start of Kleur Start om het opnieuw te proberen. Als u nogmaals een nummer wilt bellen dat u recentelijk hebt gekozen, kunt u op Herkies/Pauze drukken en een van de laatste 30 nummers kiezen uit de lijst met uitgaande gesprekken. Herkies/Pauze werkt alleen als u het nummer via het bedieningspaneel hebt gekozen.
Hoofdstuk 7 Overzicht nummerweergave 7 e Voor deze functie is de nummerweergaveservice vereist die door veel telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie Nummerweergave op pagina 41.) Om een fax te verzenden, drukt u op Fax versturen. Als u het nummer wilt opslaan, drukt u op Meer en vervolgens op Toevoegen snelkiesnr of Toevoegen Directkies. De nummers, of eventuele namen, van de laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u hebt ontvangen, worden opgeslagen in het nummerweergaveoverzicht.
Nummers kiezen en opslaan Nummers opslaan b 7 Voer de naam (maximaal 16 tekens) in via de toetsen op het LCD-scherm. U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Als u een snelkiesnummer kiest, wordt het nummer op het LCD-scherm weergegeven. Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 127 voor informatie over het invoeren van letters.
Hoofdstuk 7 Snelkiesnummers opslaan 7 g U kunt namen en nummers opslaan als snelkieslocaties van twee cijfers. U kunt maximaal 100 snelkieslocaties opslaan. Als u een nummer kiest, hoeft u slechts een paar toetsen in te drukken (bijvoorbeeld: druk op (Telefoonboek), het nummer dat u wilt kiezen en Fax versturen). a b c d Druk op Om de weergegeven eerstvolgende beschikbare snelkieslocatie te accepteren, drukt u op OK.
Nummers kiezen en opslaan De namen of nummers van ééntoets- of snelkiesnummers wijzigen f Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op Naam:. Voer de nieuwe naam (maximaal 16 tekens) in via de toetsen op het LCD-scherm. (Zie Tekst invoeren op pagina 127.) 7 U kunt de naam of het nummer wijzigen van een ééntoets- of snelkiesnummer dat al is opgeslagen. a Druk op b c Druk op Meer. Druk op OK. (Telefoonboek).
8 Kopiëren 8 b Kopiëren 8 Plaats het document met de bedrukte zijde omhoog in de ADF. In de volgende stappen worden de standaardkopieerhandelingen beschreven. Raadpleeg de Uitgebreide gebruikershandleiding voor meer informatie over elke handeling. a Plaats op een van de volgende manieren uw document: (Zie De ADF gebruiken op pagina 28.) Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Schakel de kopieermodus in door op (KOPIE) te drukken zodat deze toets blauw oplicht.
Kopiëren Kopieerinstellingen 8 U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen. Druk op KOPIE en vervolgens op d of c om door de kopieerinstellingen te bladeren. Als de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u erop en kiest u uw optie. (Beknopte gebruikershandleiding) Zie pagina 55 voor meer informatie over het wijzigen van de volgende kopieerinstellingen.
Hoofdstuk 8 Lade selecteren 8 U kunt tijdelijk een andere lade selecteren voor de volgende kopie. Zie Ladegebruik in de kopieermodus op pagina 22 voor het wijzigen van de standaardlade. a Druk op b c d Laad uw document. e f Druk op Ladeselectie. g (KOPIE). Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op d of c om Ladeselectie weer te geven. Druk op Lade 1, Lade 2 of Aut. select. Als u geen instellingen meer wilt wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
9 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USBflashstation PhotoCapture Center™-functies 9 9 Ook wanneer uw machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's direct vanaf digitale cameramedia of een USBflashstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukken op pagina 60.) U kunt documenten scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart of USBflashstation opslaan. (Zie Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen op pagina 61.
Hoofdstuk 9 Aan de slag 9 Steek de geheugenkaart of het USB-flashstation stevig in de juiste sleuf. 1 2 1 USB-flashstation BELANGRIJK De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een camera die compatibel is met PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag. Andere USBapparaten worden niet ondersteund.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation BELANGRIJK Steek een Memory Stick Duo™ NIET in de onderste sleuf, hierdoor kan de machine worden beschadigd. Indicaties van de PHOTO CAPTURE-toets: PHOTO CAPTURE-lampje brandt, de geheugenkaart of het USB-flashstation is correct geplaatst. PHOTO CAPTURE-lampje brandt niet, de geheugenkaart of het USB-flashstation is niet correct geplaatst. PHOTO CAPTURE-lampje knippert, de geheugenkaart of het USB-flashstation wordt gelezen of beschreven.
Hoofdstuk 9 Foto's afdrukken Foto's weergeven U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote bestanden zijn, kan het langer duren voordat elke foto op het LCD-scherm wordt weergegeven. a b d Voer het gewenste aantal kopieën in door op het betreffende venster te drukken en het aantal in te voeren of druk op + of -. Druk op OK. e Herhaal stap c en d tot u alle foto's hebt gekozen die u wilt afdrukken. f Als u alle foto's hebt gekozen, drukt u op OK.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation PhotoCapture Center™afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen. De machine keert terug naar de standaardinstellingen na 3 minuten of wanneer de Tijdklokstand weer overgaat op faxmodus. (ZieTijdklokstand in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.) Opmerking U kunt de afdrukinstellingen die u vaak gebruikt opslaan door ze als standaard te definiëren.
Hoofdstuk 9 b c Ga op een van de volgende manieren te werk: e Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u een 2-zijdig document wilt scannen, plaatst u uw document in de ADF. Druk op Dubbelzijdig en druk dan op Scannen. Ga naar stap c. Om de kwaliteit aan te passen, drukt u op d of c om Kwaliteit weer te geven. Druk op Kwaliteit en kies 100 dpi 16kl, 200 dpi 16kl, 300 dpi 16kl, 600 dpi 16kl, 100 dpi Z/W, 200 dpi Z/W of 300 dpi Z/W.
10 Afdrukken vanaf een computer Een document afdrukken 10 10 De machine kan data ontvangen van uw computer en deze afdrukken. Om af te kunnen drukken vanaf een computer, moet de printerdriver worden geïnstalleerd. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding voor meer informatie over de afdrukinstellingen.) a Installeer de Brother-printerdriver vanaf de installatie-cd-rom. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.
11 Scannen vanaf een computer Een document scannen 11 Scannen met de scantoets Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de toets SCAN op de machine of de scannerdrivers op uw computer gebruiken. Raadpleeg De scantoets gebruiken in de Softwarehandleiding voor meer informatie. a Druk op a b Kies de gewenste scanmodus. Om de machine als een scanner te kunnen gebruiken, moet de scannerdriver worden geïnstalleerd.
A Routineonderhoud De inktcartridges vervangen Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de vier cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de machine u waarschuwen door middel van een melding op het LCD-scherm. A a Open het deksel van de inktcartridge. Als een of meer inktcartridges aan vervanging toe zijn, wordt op het LCDscherm Alleen BK afdr. of Kan niet afdr. weergegeven.
d Draai de groene hendel op de oranje bescherming (1) rechtsom tot deze klikt om de vacuümverpakking te openen. Verwijder vervolgens de oranje bescherming zoals getoond in de illustratie. f Duw voorzichtig tegen de achterkant van de inktcartridge met de aanduiding “PUSH” (duwen) tot de cartridge op zijn plaats klikt. Sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge. g Er wordt automatisch een reset uitgevoerd voor de inktstippenteller. 1 Opmerking 1 e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Routineonderhoud BELANGRIJK • Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit. • Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten. • Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
d Sluit het documentdeksel en open het ADF-deksel. Reinig de witte balk (1) en de glazen strook (2) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een nietbrandbare glasreiniger. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt. 2 BELANGRIJK Sluit het ADF-deksel. Sluit het stroomsnoer weer aan.
Routineonderhoud De afdrukkwaliteit controleren Druk op b c d Druk op Testafdruk. e Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel. f U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit oké is. Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk na het reinigen op Kleur Start. De machine drukt de Testpagina afdrukkwaliteit opnieuw af en vervolgens keert u terug naar stap e. j Druk op Stop/Eindigen.
De uitlijning controleren Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen als na het transport van de machine de afgedrukte tekst vlekkerig is of de afbeeldingen flets zijn. a Druk op b c d Druk op Testafdruk. . Druk op Instel kantlijn. Druk op Mono Start of Kleur Start. De machine begint de Uitlijningscontrolepagina af te drukken. e Druk voor het “A”-patroon op het nummer van de proefafdruk dat het minste aantal verticale strepen vertoont (1-9).
B Problemen oplossen B Foutmeldingen B Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen. De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Afgebroken Een ander persoon of de faxmachine van de andere partij heeft de oproep afgebroken. Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen. Als oproepen herhaaldelijk worden onderbroken en u een VoIP (Voice over IP)-systeem gebruikt, stel de compatibiliteit dan in op Basic (voor VoIP). (Zie Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) op pagina 96.) Alleen BK afdr. Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Wat te doen Beeld te klein. Het formaat van uw foto is te klein om bij te snijden. Kies een grotere foto. Beeld te lang. Omdat de verhoudingen van uw foto onregelmatig zijn, kunnen er geen effecten worden toegevoegd. Kies een foto met regelmatige proporties. Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding heeft een communicatiefout veroorzaakt. Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem niet is verholpen. Deksel is open.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Geen inktcartridge Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd. Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 65.) Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Bezig met kopiëren Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het dan opnieuw.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Wat te doen Kan niet afdr. Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. De machine stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte is, worden zwartwitfaxen in het geheugen opgeslagen. Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt de machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden. Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 65.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Onbruikb. app. Een USB-apparaat of een USBflashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB Direct-interface. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct-interface. Schakel de machine uit en vervolgens weer in. USB-Apparaat Loskoppelen. Ga naar http://solutions.brother.com/ voor meer informatie. Onvoldoende faxgeh. Het faxgeheugen is vol. Ga op een van de volgende manieren te werk: Wis de gegevens in het geheugen.
Problemen oplossen Foutmelding Oorzaak Wat te doen Papier nazien Het papier in de machine is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst. Ga op een van de volgende manieren te werk: Plaats papier in de papierlade en druk vervolgens op Mono Start of Kleur Start. Verwijder het papier, plaats het terug in de papierlade en druk op Mono Start of Kleur Start. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 10.) Het papier is vastgelopen in de machine.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Papier vast [voor] Het papier is vastgelopen in de machine. Verwijder het vastgelopen papier volgens de stappen in Papier is vastgelopen aan de voorkant van de machine op pagina 81. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste papierformaat. Trek de papierlade NIET uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt. Reinigen onmog. XX Opstartprobleem XX Print onmogelijk XX Scan onmogelijk XX De machine heeft een mechanisch probleem.
Problemen oplossen Foutanimatie B Met foutanimatie worden stapsgewijs instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen tempo lezen door op c te drukken om de volgende stap weer te geven en op d om terug te gaan. Faxberichten of Faxjournaal overzetten Voer het faxnummer in waarnaar de faxen moeten worden doorgestuurd. B h Scan onmogelijk XX We raden u aan de faxen naar een andere faxmachine of uw pc over te brengen.
Het faxjournaal naar een andere machine overbrengen Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de overdrachtsmodus niet openen. (Zie Persoonlijke gegevens invoeren (Stations-ID) in de Installatiehandleiding.) a b c Druk op Stop/Eindigen om de fout tijdelijk te onderbreken. Druk op MENU. Druk op a of b om Service weer te geven. d e f g Druk op Service. h Druk op Mono Start. Druk op Dataoverdracht.
Problemen oplossen Het document is in de ADF vastgelopen a b c B Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. c d Sluit het documentdeksel. Druk op Stop/Eindigen. Printer of papier vastgelopen Til het documentdeksel op. B Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Trek het vastgelopen document naar rechts eruit.
d Til de klep ter verwijdering van vastgelopen papier op en verwijder het vastgelopen papier. Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine Als Papier vast [achter] wordt weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de volgende stappen: a Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. Opmerking Vergeet niet het papier uit de sleuf voor handmatige invoer te verwijderen voordat u deze sluit. b e Open de klep ter verwijdering van het vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine.
Problemen oplossen d b Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Controleer of de klep goed gesloten is. Trek lade #1 (1) en vervolgens lade #2 (2) volledig uit de machine. 1 e 2 Sluit het stroomsnoer weer aan. Papier is vastgelopen aan de voor- en achterkant van de machine Als Pap. vast [vr, achter] wordt weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de volgende stappen: a B c Trek het vastgelopen papier (1) eruit. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
d e Til de flap op en verwijder het vastgelopen papier. (Plaats de laden nog niet terug en ga naar stap e.) Open de klep ter verwijdering van het vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine. 1 84 f Trek het vastgelopen papier uit de machine. g Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Controleer of de klep goed gesloten is.
Problemen oplossen h Plaats lade #1 (1) en vervolgens lade #2 (2) weer stevig terug in de machine. BELANGRIJK • Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken, en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen. 1 • Als de printkop zich in de rechterbovenhoek bevindt, zoals in de illustratie, kunt u de printkop niet verplaatsen. Sluit het stroomsnoer weer aan.
VOORZICHTIG Zorg ervoor dat uw vingers niet onder het scannerdeksel bekneld raken. Gebruik altijd de vingergrepen aan beide zijden van het scannerdeksel om het te openen en sluiten. b Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. c Sluit het scannerdeksel voorzichtig en gebruik daarbij de vingergrepen aan beide zijden. Opmerking Let erop dat u de papiersteun naar buiten trekt tot u een klik hoort. k Sluit het stroomsnoer weer aan.
Problemen oplossen e Plaats slechts één vel dik A4- of Letterpapier, zoals glanzend papier, in een horizontale positie in de sleuf voor handmatige invoer. Druk het in de sleuf voor handmatige invoer. Opmerking • Wij raden u aan om glanzend papier te gebruiken. • Als u het papier niet diep in de sleuf voor handmatige invoer drukt, voert de machine het niet door als u het netsnoer opnieuw aansluit. f Sluit het stroomsnoer weer aan.
Problemen oplossen B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de tips voor het oplossen van problemen volgen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/. Als u problemen met uw machine heeft Afdrukken Probleem Suggesties Geen print.
Problemen oplossen Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 68.) Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Tekens en regels zijn vlekkerig. Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 70.) Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef. Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld.
Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties De machine voert meerdere pagina’s in. Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 10.) Laad slechts één papierformaat en één papiersoort tegelijk in de papierlade. Controleer of het scheidingskussen in de papierlade schoon is. (Zie De doorvoerrollen voor papier reinigen in appendix A van de Uitgebreide gebruikershandleiding.
Problemen oplossen Telefoonlijn of verbindingen Probleem Suggesties Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer of de stekker in het stopcontact zit en de machine ingeschakeld is. Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten. Wijzig de instelling Toon/Puls. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.) Haal de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te controleren als u geen kiestoon hoort.
Inkomende oproepen beantwoorden Probleem Suggesties De machine “hoort” een stem als een faxtoon. Als Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden. De machine neemt dan bepaalde stemmen of muziek op de lijn waar als een faxmachine die belt en reageert met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine door op Stop/Eindigen te drukken. U kunt dit probleem wellicht voorkomen door Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op pagina 38.) Een faxoproep naar de machine sturen.
Problemen oplossen Problemen met scannen Probleem Suggesties Tijdens het scannen verschijnen TWAIN- of WIA-fouten. Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in PaperPort™12SE met OCR op Bestand, Scannen of foto ophalen en klik op Selecteren om de TWAIN/WIA-driver van Brother te kiezen. (Windows®) Tijdens het scannen verschijnen TWAIN- of ICA-fouten.
Problemen met PhotoCapture Center™ Probleem Suggesties Verwisselbare schijf werkt niet correct. 1 Heeft u de update voor Windows® 2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk als dat niet zo is: 1) Koppel de USB-kabel los. 2) Installeer de update voor Windows® 2000 op een van de volgende manieren. Installeer MFL-Pro Suite vanaf de installatie cd-rom. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.) Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
Problemen oplossen Netwerkproblemen (Vervolg) Probleem Suggesties De functie netwerkscannen werkt niet. (Windows®-gebruikers) Om netwerkscannen te kunnen gebruiken, moet de beveiliging/firewall van de derde partij dit toestaan. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor netwerkscannen toe te voegen: Bij naam: voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan. Bij Poortnummer: voer 54925 in. Bij protocol: UDP is geselecteerd.
Kiestoon waarnemen Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd voordat deze het nummer kiest. Door de kiestooninstelling op Waarneming te zetten, kiest uw machine het nummer zodra deze een kiestoon waarneemt. Door deze instelling te gebruiken, kunt u een beetje tijd besparen als u een fax naar veel verschillende nummers verzendt.
Problemen oplossen Informatie over de machine Het serienummer controleren 3 Alle instell. B B U kunt alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Brother raadt u met klem aan deze bewerking uit te voeren wanneer u de machine van de hand doet. U kunt het serienummer van de machine nakijken op het scherm. a b Druk op MENU. c d Druk op Machine-info. Opmerking Ontkoppel de interfacekabel voordat u Netwerk of Alle instell. selecteert. Druk op a of b om Machine-info weer te geven.
C Menu en functies Programmeren op het scherm Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig via het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd met behulp van de menutoetsen op het touchscreen. Programmeren via het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van uw machine optimaal te benutten. Op het scherm worden stapsgewijze aanwijzingen weergegeven om u te helpen uw machine te programmeren. U hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden.
Menu en functies Menutabel C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. MENU ( MENU ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Standaardinst.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Standaardinst. Lade-instell. Kopie:lade Lade 1 22 (Vervolg) (Vervolg) Kies de lade die wordt gebruikt voor de kopieermodus. Kies de lade die wordt gebruikt voor de faxmodus. 23 Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. 8 Hiermee stelt u het volume van de waarschuwingstoon in. 8 Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in. 9 De zomertijd wordt automatisch ingesteld. Zie 1.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Standaardinst. Functieslot Wachtw. inst. — Zie 1. Slot UitiAan — Gebruiker inst. — U kunt de geselecteerde bewerking beperken tot max. 10 individuele gebruikers en alle andere onbevoegde openbare gebruikers. Bel Vertraging 0 De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de modus Alleen Fax of Fax/Telefoon.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Fax Ontvangstmenu Geheugenontv. Uit* Zie 1. (Vervolg) (Vervolg) U kunt de machine instellen om faxen door te zenden, inkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u ze kunt ophalen wanneer u niet in de buurt bent van uw machine) of faxen naar uw pc over te brengen. Fax Doorzenden Fax Opslaan PC-Fax ontv. Als u Fax Doorzenden of PC-Fax ontv. kiest, kunt u de beveiligingsfunctie Reserveafdruk inschakelen.
Menu en functies Menu Netwerk Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk LAN met kabel TCP/IP BOOT Method Automatisch* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255]. [000-255]. Voer het IP-adres in. [000-255]. [000-255] Subnet Mask [000-255]. [000-255]. Voer het subnetmasker in. [000-255]. [000-255] Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255]. Voer het adres van de gateway in.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk LAN met kabel Ethernet — Automatisch* (Vervolg) (Vervolg) Selecteert de Ethernetlinkmodus. 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD WLAN MAC-adres — — U kunt het MACadres van de machine bekijken. TCP/IP BOOT Method Automatisch* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255]. [000-255]. Voer het IP-adres in. [000-255]. [000-255] Subnet Mask [000-255]. [000-255].
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk WLAN TCP/IP APIPA Aan* (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) Wijst automatisch het IP-adres toe van het link-local adresbereik. Uit IPv6 Aan Uit* Schakelt het IPv6-protocol voor een draadloos LAN in of uit. Inst. Wizard — — U kunt de afdrukserver voor een draadloos netwerk handmatig instellen. WPS/AOSS — — U kunt uw draadloze netwerkinstellingen gemakkelijk configureren met één druk op de knop.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk E-mail/IFAX Mail Address — — (Vervolg) (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Voer het e-mailadres in. (maximaal 60 tekens) Server inst. SMTP Server Naam (maximaal 30 tekens) Voer SMTPserveradres in. IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] SMTP-poort [00001-65535] Voer het SMTPpoortnummer in. Aut. voor SMTP Geen* Hiermee selecteert u de beveiligingsmethode voor e-mailwaarschuwingen.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk E-mail/IFAX Setup Mail RX Auto Polling Aan* (Vervolg) (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Controleert automatisch de POP3-server op nieuwe berichten. Uit (Vervolg) Poll Frequency 1 Min (Beschikbaar als Auto Polling is ingesteld op Aan.) 3 Min. 5 Min. 10 Min.* 30 Min. Hiermee stelt u het interval voor het controleren van nieuwe berichten op de POP3-server in. 60 Min. Header Alle Onderw.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk Netwerk I/F — LAN met kabel* — U kunt het type netwerkverbinding kiezen. — Hiermee kunt u informatie, zoals faxnummers en e-mailadressen, op uw server opzoeken. — Hiermee worden alle fabrieksinstellingen van het netwerk herstelt. (Vervolg) WLAN LDAP — Aan Uit* Netw. resetten — — Zie de Netwerkhandleiding. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies MENU ( MENU ) (vervolg) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Print lijsten Verzendrapport — — Zie 1. Help — — Hiermee drukt u deze lijsten en rapporten af. Kieslijst — Alfabet. volgorde Nummervolgorde Fax Journaal — — Gebruikersinst — — Netwerk Conf. — — WLAN-rapport — — Overz. beller-ID — — Machine-info Serienummer — — Hiermee kunt u het serienummer van uw machine bekijken. 97 Stand.instel.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Stand.instel. Reset Netwerk — Hiermee worden de fabrieksinstellingen van de afdrukserver, zoals het wachtwoord en de IPadresgegevens, hersteld. 97 Snelkiez.&fax — Hiermee verwijdert u alle opgeslagen snelkiesnummers en faxen, en herstelt u de fabriekinstellingen van de stations-ID, de snelkieslijst, het verzendrapport en het faxjournaal. Alle instell. — Hiermee worden alle fabrieksinstellingen van de machine hersteld.
Menu en functies FAX ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Oproepoverz. Uitg. Gesprek Fax versturen — 49 Meer Toevoegen snelkiesnr U kunt een nummer kiezen uit het overzicht van uitgaande gesprekken en dit nummer bellen, er een fax naar verzenden, het toevoegen als snelkiesnummer en éénkiesnummer of het verwijderen. U kunt een nummer kiezen uit het overzicht nummerweergave en er een fax naar verzenden, het toevoegen als snelkiesnummer en éénkiesnummer of het verwijderen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Scanformaat glas — — A4* Hiermee wijzigt u het scanformaat van de glasplaat voor faxen. 33 A3 Letter Legal Ledger Rondsturen Nummer toevoeg. — — U kunt eenzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers tegelijk verzenden. Zie 1. — Aan U kunt een faxbericht eerst bekijken voordat u het verzendt. 33 Hiermee stelt u het tijdstip waarop de uitgestelde faxen moeten worden verzonden in 24-uursformaat in. Zie 1.
Menu en functies SCAN ( ) Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina naar bestand — — — Hiermee kunt u een zwartwit- of kleurendocument in uw computer scannen. Zie 1. Duplex scannen — Uit* U kunt de dubbelzijdige scanmodus kiezen. DuplexScan : lange zijde DuplexScan : korte zijde naar media (Wanneer een geheugenkaart of USBflashstation is geplaatst) Duplex scannen — Uit* DuplexScan : lange zijde U kunt de dubbelzijdige scanmodus kiezen.
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina naar media (Wanneer een geheugenkaart of USBflashstation is geplaatst) Scanformaat glas — A4* Hiermee wijzigt u het scanformaat van de glasplaat. Zie 2. A3 Letter Legal Ledger (Vervolg) Bestandsnaam — — U kunt de bestandsnaam wijzigen. 61 Automatisch bijsnijden — Aan U kunt meerdere documenten via de glasplaat scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart of USBflashstation opslaan. Zie 2.
Menu en functies Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina naar e-mail E-mail server Handmatig Duplex scannen Zie 1. (Vervolg) (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Telefoonboek (Opties) U kunt de dubbelzijdige scanmodus kiezen. (Vervolg) Uit* (Vervolg) DuplexScan : lange zijde DuplexScan : korte zijde Kwaliteit (Opties) 100 dpi 16kl Hiermee selecteert u het bestandsformaat om de gescande gegevens via de e-mailserver te verzenden.
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina naar e-mail E-mail server Handmatig (Beschikbaar nadat u IFAX hebt gedownload) Telefoonboek Hiermee wijzigt u het scanformaat van de glasplaat. Zie 1. (Vervolg) Scanformaat glas (Vervolg) (Opties) A4* (Vervolg) A3 Letter Legal Ledger Nieuwe standaard (Opties) U kunt uw scaninstellingen opslaan. Kwaliteit Bestandstype Scanformaat glas naar OCR 3 Fabrieksinstellingen U kunt alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Menu en functies KOPIE ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Kwaliteit — — Snel Hiermee kiest u de kopieerresolutie voor de volgende kopie. Zie 1. Selecteer de papiersoort die overeenkomt met het papier in de lade. 55 Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade. 55 Kies de lade die wordt gebruikt voor de kopieermodus. 56 Zie 1. Normaal* Fijn Papiersoort — — Normaal pap.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Dichtheid — — Opties Licht Donker Omschrijvingen Pagina Hiermee kunt de dichtheid voor kopieën aanpassen. Zie 1. -2 -1 0 +1 +2 Stapel/Sorteer — — Stapel* Sorteer Pagina layout — Uit (1 op 1)* 2 op 1(P) 2 op 1(L) 2-op-1 (id) 4 op 1(P) 4 op 1(L) 1 > 2 Poster (2 x 1) Poster (2 x 2) Poster (3 x 3) Als u A3 of Ledger hebt gekozen: (Als 2 op 1 is geselecteerd) U kunt ervoor kiezen om meerdere kopieën te laten stapelen of sorteren.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Dubbelz. kopiëren — — Uit* U kunt de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken kiezen. Zie 1. 2zijdigi2zijdig 1zijd.i2zijd. Lange zijde 2zijd.i1zijd. Lange zijde 1zijd.i2zijd. Korte zijde 2zijd.i1zijd. Korte zijde Meer Geavanc. Normaal* DX1 DX2 Geavanceerde instellingen — A3/LGR duplex kop. inst. Aanpassen aan pag.
Kopieerinstellingen voor het watermerk Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina Sjabloon bewerken Tekst — VERTROUWEL.* Hiermee gebruikt u een sjabloon om tekst als watermerk in uw document te plaatsen. Zie 1. CONCEPT KOPIE Positie A B C D E* F G H I Patroon Formaat Klein Midden* Groot Hoek -90 -45* 0 +45 +90 Transparantie -2 -1 0* +1 +2 Kleur Zwart* Groen Blauw Paars Rood Oranje Geel 1 Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
Menu en functies Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina Afbeeld. gebruiken Scan Transparantie -2 U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document afdrukken door een papieren document te scannen. Zie 1. (Geef het watermerkdocument op en druk op Start.) -1 0* +1 +2 Media Positie (Kies een afbeelding op de media) A B C D Hiermee kunt u een afbeelding (logo of tekst) op een verwisselbaar medium als watermerk in uw document plaatsen.
PHOTO CAPTURE ( ) Niveau1 Niveau2 Foto’s kijken (Alle foto's afdrukken) Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina U kunt alle foto's op uw geheugenkaart of USBflashstation afdrukken. 60 (Auto Correct) Zie de afdrukinstellingen in de volgende tabel. (Diavoorst.) Foto verbet. De machine start een diavoorstelling van uw foto's. De machine bepaalt het beste effect voor uw foto. Verbeteren (Auto Correct) Zie de afdrukinstellingen in de volgende tabel.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Index afdr. Index 6 Images/Regel* Zie de afdrukinstellingen in de volgende tabel. U kunt een pagina met miniaturen afdrukken. Zie 1. 5 Images/Regel Foto’s afdrukken 1 — U kunt een enkele afbeelding afdrukken. Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Optie1 Optie2 Contrast (Niet beschikbaar wanneer Verbeteren is gekozen.) Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina — — Hiermee kunt u het contrast instellen. Zie 1. -2 -1 0 +1 +2 Kleur aanp. (Niet beschikbaar wanneer Verbeteren is gekozen.) Aan Wit Balans -2 Uit* Hiermee kunt u de tint van witte vlakken aanpassen. -1 0 +1 +2 Scherpte -2 -1 Hiermee kunt u het detail van de afbeelding verbeteren.
Menu en functies Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina Nieuwe standaard Printkwaliteit — — U kunt uw afdrukinstellingen opslaan. Zie 1. — — U kunt alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Papiersoort Papierform. Helderheid Contrast Kleur aanp. Bijsnijd(crop) Zonder rand Datum afdr. Fabrieksinstell. — 1 Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Oproepoverz. ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Oproepoverz. Uitg. Gesprek Fax versturen — 49 Meer Toevoegen Directkies U kunt een nummer kiezen uit het overzicht van uitgaande gesprekken en dit nummer bellen, er een fax naar verzenden, het toevoegen als snelkiesnummer en éénkiesnummer of het verwijderen. U kunt een nummer kiezen uit het overzicht nummerweergave en er een fax naar verzenden, het toevoegen als snelkiesnummer en éénkiesnummer of het verwijderen.
Menu en functies Tekst invoeren C Wanneer u bepaalde menuopties instelt, dient u wellicht tekst in de machine in te voeren. Druk op om de schakelen tussen letters, nummers en speciale tekens. Aan elke lettertoets op het LCDscherm zijn maximaal vier letters toegewezen. Door herhaaldelijk op de betreffende toets te drukken, wordt het gewenste teken beschikbaar. Spaties invoegen Om een spatie in te voeren, drukt u op de spatietoets of C om speciale tekens te kiezen en drukt u vervolgens op .
D Specificaties D Algemeen D Opmerking Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor uitgebreidere specificaties naar http://www.brother.com/.
Specificaties Afmetingen 331 mm 540 mm 489 mm 590 mm 669 mm Gewicht 18,5 kg Geluidsemissie In bedrijf: LPAm = 50 dB of minder 1 Geluidsemissie conform ISO9296 Kopiëren: LWAd = 6,31 B(A) 2 (Zwart-wit) Temperatuur Vochtigheid LWAd = 6,22 B(A) (Kleur) Gereed: LWAd = 3,07 B(A) (Zwart-wit/Kleur) In bedrijf: 10 tot 35 C Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 33 C In bedrijf: 20 tot 80% (niet condenserend) Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 80% (niet condenserend) ADF (automatische documentinvoer)
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade 1 Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 1 en transparanten 1 2 Papierformaat: A4, Ledger, A3, Legal, Executive, Letter, A5, A6, JIS B4, JIS B5, Enveloppen (Commercial Nr.10, DL, C5, Monarch, Y4), Foto 10 15 cm, Foto L 89 127 mm, Foto 2L 13 18 cm, Indexkaart en Briefkaart 3 Breedte: 89 mm - 297 mm Lengte: 127 mm - 431,8 mm Zie Papiergewicht en -dikte op pagina 27 voor meer informatie.
Specificaties Papierinvoer (Vervolg) Sleuf voor handmatige invoer Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 1, transparanten 1 2, enveloppen en Etiketten Papierformaat: A4, Ledger, A3, Legal, Executive, Letter, A5, A6, JIS B4, JIS B5, Enveloppen (Commercial Nr.
Faxen D Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3 Dubbelzijdige fax (verzenden) Ja Modemsnelheid Automatische terugval 33.
Specificaties Kopiëren D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja Breedte kopie Max. 291 mm Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%) Resolutie Kan maximaal 1.200 1.
PhotoCapture Center™ D Compatibele media 1 Memory Stick™ (16 MB - 128 MB) Memory Stick PRO™ (256 MB - 32 GB) Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB) Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 32 GB) Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter Multimediakaart (32 MB - 2 GB) Multimediakaart plus (128 MB - 4 GB) Multimediakaart mobiel met adapter (64 MB - 1 GB) SD (16 MB - 2 GB) miniSD met adapter microSD met adapter SDHC (4 GB - 32 GB) miniSDHC met adapter microSDHC met adapter USB-flashstation 2 Resolutie Max. 1.200 2.
Specificaties PictBridge Compatibiliteit D Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de Camera & Imaging Products Association. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/ voor meer informatie.
Scanner D Kleur/Zwart-wit Ja/Ja Dubbelzijdig scannen Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/Windows® XP/ Windows® XP Professional x64 Edition/Windows Vista®/ Windows® 7) Mac OS X 10.4.11, 10.5.x, 10.6.x 1 WIA-compatibel Ja (Windows® XP 2/Windows Vista®/Windows® 7) ICA-compatibel Ja (Mac OS X 10.6.x) Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer) 24-bits kleurverwerking (uitvoer) Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 3 Max. 2.400 × 2.
Specificaties Printer D Resolutie Max. 1.200 6.000 dpi Afdrukbreedte 291 mm [297 mm (zonder rand) 1] 3 Zonder rand A4, Letter, Ledger, A3, A6, B4, Foto 10 15 cm, Indexkaart 127 203 mm Foto L 89 127 mm, Foto 2L 13 18 cm 2 Dubbelzijdig Papiersoort: Normaal papier Papierformaat: A4, Letter, Ledger 4, A3 4, Legal, A5, A6, Executive, B4 4, B5 Afdruksnelheid 5 1 Wanneer de optie Zonder rand op Aan is ingesteld. 2 Zie Type en formaat papier voor elke functie op pagina 26.
Interfaces D USB 1 2 Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m. LAN-kabel 3 Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus) 1 Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een USB 1.1-interface. 2 USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund. 3 Zie de Netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
Specificaties Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Aanbevolen Hardeschijfruimte Ondersteunde pcPcMinimale Minimum- hoeveelheid Computerplatform & voor installatie RAM besturingssysteemversie softwarefuncties interface processorsnelheid RAM Drivers Toepassingen ® ® ® ® Afdrukken, USB, 64 MB 256 MB 150 MB 500 MB Intel Pentium II Windows - Windows 2000 besturings- Professional 6 of gelijkwaardig PC-Fax 4, 10/100 Scannen, Base-TX systeem 1 128 MB 150 MB 500 MB Wind
Verbruiksartikelen Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn geleverd, minder lang mee dan standaardcartridges (65%).
Specificaties Netwerk (LAN) D Opmerking Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor een volledig overzicht van de netwerkspecificaties. LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken en scannen via het netwerk, PC Fax verzenden, PC Fax ontvangen (alleen Windows®), Remote Setup, foto's ophalen van het PhotoCapture Center™ 1. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light 2 wordt meegeleverd.
E Index A D Aangepaste telefoonfuncties op een enkele lijn .................................................92 Aansluiten extern antwoordapparaat ......................44 extern toestel ........................................45 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......45 Aansluitingen Extern Extern toestel .....................................45 ADF (automatische documentinvoer) ......28 Afdrukken afdrukgebied .........................................21 papier vastgelopen ............................
Faxberichten of Faxjournaal overzetten ................................................79 Faxcodes Code voor activeren op afstand ..... 38, 46 Code voor deactiveren op afstand ........46 gebruiken ..............................................46 wijzigen .................................................47 Faxen, vanuit PC Zie de Softwarehandleiding. Foutmeldingen op LCD-scherm ...............71 Alleen BK afdr. ......................................72 Communicatiefout .................................
N Netwerk afdrukken Zie de Netwerkhandleiding. scannen Zie de Softwarehandleiding. Niet-scanbaar gebied ...............................30 Nummerweergave ....................................41 Overzicht nummerweergave .................50 Faxen verzenden ...............................50 Toevoegen aan éénkiesnummers ......50 Toevoegen aan snelkiesnummers .....50 Verwijderen ........................................50 O Onderhoud, routine inktcartridges vervangen .......................
R U Reinigen printkop .................................................68 scanner .................................................67 Remote Setup Zie de Softwarehandleiding. Resolutie afdrukken ............................................137 faxen ...................................................132 kopiëren ..............................................133 scannen ..............................................136 Uitgaand gesprek Faxen verzenden .................................
Bezoek ons op het World Wide Web http://www.brother.com/ Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn aangekocht.