Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Definities van opmerkingen
- Samenstelling en publicatie
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De netwerkinstellingen van de machine wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren
- Overzicht
- Stappenoverzicht voor configuratie van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- De configuratiemethode van het draadloze netwerk controleren
- Configuratie via het WPS/AOSS™-menu in het bedieningspaneel (alleen in infrastructuurmodus) (aanbevolen)
- De draadloze machine configureren via de installatiewizard van het bedieningspaneel
- De draadloze netwerkmachine configureren met het installatieprogramma van Brother op de installatie‑ ...
- Configuratie via de pinmethode of Wi-Fi Protected Setup (alleen in infrastructuurmodus)
- De machine configureren voor een draadloos netwerk (voor infrastructuur- en ad‑hocmodus)
- De machine configureren voor een draadloos netwerk met het WPS of AOSS™-menu op het bedieningspaneel
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- De machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven
- Het automatische installatieprogramma op de installatie‑cd‑rom gebruiken om de machine voor een draa ...
- De pinmethode van Wi-Fi Protected Setup gebruiken
- 4 Draadloze configuratie met het Brother-installatieprogramma
- 5 Configuratie van het bedieningspaneel
- Netwerk-menu
- De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- Het WLAN-rapport afdrukken
- Functietabel en standaardinstellingen
- 6 Beheer via een webbrowser
- Overzicht
- De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser (webbrowser)
- Beveiligd functieslot 2.0
- De Scannen naar FTP-configuratie wijzigen met een webbrowser
- De Scannen naar netwerk-configuratie wijzigen met een webbrowser
- De LDAP-configuratie wijzigen met een webbrowser (alleen MFC‑J6910DW)
- 7 Werken met LDAP (alleen MFC‑J6910DW)
- 8 Internetfaxen
- 9 Beveiligingsfuncties
- 10 Problemen oplossen
- Appendix A
- Index
Beveiligingsfuncties
67
9
Een e-mail met gebruikersverificatie gebruiken
Deze machine ondersteunt de POP voor SMTP- en SMTP-VERIF-methoden om een e-mail te verzenden via
een e-mailserver waarvoor gebruikersverificatie is vereist. Deze methoden voorkomen dat onbevoegden
toegang tot de e-mailserver krijgen. U kunt deze instellingen configureren met Beheer via een webbrowser,
BRAdmin Professional 3 en Web BRAdmin. U kunt POP voor SMTP en SMTP-VERIF gebruiken voor het
verzenden van e-mailmeldingen, e-mailrapporten en internetfaxen.
Instellingen van de e-mailserver
U dient de instellingen voor SMTP-verificatie in overeenstemming te brengen met de methode die door uw
e-mailserver wordt gebruikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of ISP (Internet Service Provider)
over de configuratie van de e-mailserver.
U dient ook SMTP-VERIF van de Verificatiemethode SMTP-server in te schakelen om SMTP-
serververificatie te activeren.
SMTP-instellingen
U kunt het SMTP-poortnummer met Beheer via een webbrowser wijzigen. Dit komt van pas wanneer uw
ISP (Internet Service Provider) de service “Outbound Port 25 Blocking (OP25B)” gebruikt.
Wanneer u in plaats van het SMTP-poortnummer een specifiek nummer gebruikt dat uw ISP gebruikt voor
de SMTP-server (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server een e-mail versturen.
U kunt zowel POP voor SMTP als SMTP-VERIF gebruiken, maar wij raden u aan SMTP-VERIF te kiezen.
Als u POP voor SMTP als de SMTP-serververificatiemethode kiest, moet u de POP3-instellingen
configureren. Indien nodig kunt u ook de APOP-methode gebruiken.










