Installation Instructions
26
Macintosh
®
Bedraad netwerk
Voor gebruikers van de bekabelde netwerkinterface
(Voor Mac OS
®
X 10.2.4 of hoger)
20
Voordat u installeert
a Controleer of de machine is aangesloten en of
de Macintosh
®
is ingeschakeld. U dient te zijn
aangemeld met beheerderrechten.
21
De netwerkkabel
aansluiten
a Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan
beide zijden van de machine om het
scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de
open stand vergrendeld is.
b Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-poort,
gemarkeerd met een -symbool. De LAN-
poort bevindt zich links in de machine, zoals
hieronder getoond.
c
Leid de netwerkkabel voorzichtig door de goot zoals
hieronder aangegeven naar de achterkant van de
machine. Sluit daarna de kabel op uw netwerk aan.
d
Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken
a
.
Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig
naar beneden
b
en sluit het scannerdeksel
c
.
BELANGRIJK
• Bij gebruik van Mac OS
®
X 10.2.0 tot en met
10.2.3, moet u upgraden naar Mac OS
®
X
10.2.4 of hoger. (Ga voor de meest recente
informatie over Mac OS
®
X naar
http://solutions.brother.com/
)
• Controleer of er geen geheugenkaarten of
een USB-flash-stick zijn geïnstalleerd.
• Als u uw toestel voor een draadloos netwerk
hebt geconfigureerd en u het vervolgens
voor een bekabeld netwerk wilt
configureren, dient u te controleren of
Netwerk I/F op de machine is ingesteld op
LAN met kabel. Druk op MENU op uw
machine.
Druk op a of b om Netwerk weer te geven en
druk op Netwerk.
Druk op Netwerk I/F.
Druk op LAN met kabel.
Druk op Stop/Eindigen.
BELANGRIJK
Controleer of de kabel het sluiten van het
deksel niet bemoeilijkt, anders zou er een fout
kunnen optreden.
Opmerking
Als zowel de USB- als de LAN-kabel worden
gebruikt, voert u beide kabels door de goot, de
ene kabel op de andere.
LAN USB
1
3
2










