Operation Manual
Installatie 19
NORMAAL GEBRUIK
Aangepaste instellingen
Volume-instellingen
Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst
zelfs worden uitgeschakeld.
1
Druk op Menu, 1, 3, 1.
2
Druk op of om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als
het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een
toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
Druk op Menu, 1, 3, 2.
2
Druk op of om de gewenste instelling te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Volume van luidspreker
U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen.
1
Druk op Menu, 1, 3, 3.
2
Druk op of om het volume af te stellen (UIT, LAAG, HALF of HOOG).
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
■ Zie Tekst invoeren, pagina 168 voor nadere informatie over het invoeren van
uw naam.
■ Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad.
■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden
ingevoerd.
■ Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk
tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
■ Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze
identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te
brengen (2).










