Operation Manual
2
■ De automatische documenteninvoer (ADF) kan maximaal 30 vel papier bevatten, die een
voor een in de machine worden ingevoerd. Gebruik in de automatische documenteninvoer
alleen normaal papier (64 g/m
2
~90 g/m
2
). Als u zwaarder papier gebruikt, dient u elk vel
apart in te voeren; dit om te voorkomen dat het papier vastloopt.
• Gebruik NOOIT documenten die zijn omgekruld, verkreukeld, gevouwen
of gescheurd, en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm,
correctievloeistof of plakband. Gebruik ook NOOIT karton,
krantenpapier of stof.
• Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
3 Een fax verzenden
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
Voer het gewenste faxnummer in.
Druk op Fax Start.
4 Een kopie maken
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
Druk op Copy.
Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op Stop/Exit. Druk nogmaals op Stop/Exit om het
originele document vrij te geven. (Zie Kopiëren, pagina 54.)
5 Meerdere kopieën maken
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
Voer met behulp van de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk
bijvoorbeeld op 3, 8 als u 38 kopieën wilt maken.
Druk op Copy.
Papiergeleiders
Ca. 1,3 cm
1
2
3
1
3
3
1
2
3










