User Manual

Table Of Contents
Problemen oplossen en routineonderhoud
117
C
Faxen verzenden
Problemen Suggesties
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 147.)
Op het verzendrapport staat
RESULT:FOUT.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX verzendt en in het verzendrapport
staat RESULT:FOUT, is het geheugen van de machine wellicht vol. Om extra
geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen (zie Opties voor
afstandsbediening uitschakelen op pagina 68), faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen afdrukken (zie Een fax in het geheugen afdrukken op pagina 49) of
een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren (zie Taken in de wachtrij controleren
en annuleren op pagina 43). Als het probleem nog niet is verholpen, vraagt u het
telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Std (voor VoIP) te zetten.
(Zie Storing op de telefoonlijn op pagina 131.)
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. (Zie Documenten laden op pagina 22.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen
op pagina 147.)
Kan geen fax verzenden. (Alleen bij MFC-9320CW) Neem contact op met uw beheerder om de instellingen
van het beveiligd functieslot te controleren.
Inkomende oproepen afhandelen
Problemen Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op
Stop/Exit om de machine uit te schakelen. Dit probleem kunt u wellicht vermijden
door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen
op pagina 47.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor
activeren op afstand intoetsen (de standaardinstelling is l51). Hang op zodra uw
machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave,
nummerweergave voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of
andere speciale diensten samen met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn
gebruikt, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of
verstoren. De functie van Brother voor foutencorrectie (ECM-functie) kan helpen
om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op
telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en
ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het
voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen
worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies
aanbevolen.
Problemen met het openen van menu-onderdelen
Problemen Suggesties
De machine piept wanneer u de
menu’s Ontvangststand instellen
en Verzenden instellen probeert te
openen.
Als Fax niet brandt, drukt u op deze toets om de faxmodus in te schakelen.
Ontvangststand instellen (Menu, 2, 1) en Verzenden instellen (Menu, 2, 2) zijn
alleen beschikbaar als de machine in de faxmodus staat.