User Manual

Table Of Contents
10
10
Persoonlijke gegevens
invoeren (stations-ID)
U kunt uw naam en faxnummer opslaan, zodat deze
gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u
verstuurt.
a Druk op Menu, 0, 3.
b Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) op het
bedieningspaneel en druk vervolgens op OK.
Stations-ID
Fax:
c Voer uw telefoonnummer in (max. 20 cijfers) op
het bedieningspaneel en druk vervolgens op
OK. Als uw telefoon- en faxnummer hetzelfde
zijn, voert u nogmaals hetzelfde nummer in.
Stations-ID
Tel:
d Voer met behulp van het bedieningspaneel uw
naam in (max. 20 tekens) en druk vervolgens
op OK.
Stations-ID
Naam:
e Druk op Stop/Exit.
11
Faxverzendrapport
De Brother-machine biedt de mogelijkheid een
verzendrapport af te drukken dat u kunt gebruiken ter
bevestiging dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport wordt de naam of het faxnummer van de
ontvanger, de datum, tijd en duur van de verzending,
en het aantal verzonden pagina's weergegeven. Ook
wordt aangegeven of de fax met succes is verzonden.
Zie Hoofdstuk 11 Rapporten afdrukken in de
Gebruikershandleiding als u de functie voor het
afdrukken van verzendrapporten wilt gebruiken.
Opmerking
Raadpleeg bij het invoeren van uw naam het
onderstaande schema.
Als u een teken wilt invoeren dat op dezelfde
toets staat als het vorige, dan drukt u op c om
de cursor een positie naar rechts te
verplaatsen.
Als u een letter verkeerd hebt ingevoerd en
deze wilt aanpassen, drukt u op d of c om de
cursor naar het onjuiste teken te verplaatsen
en drukt u op Clear/Back.
Druk op
toets
Eén
keer
Twee
keer
Drie
keer
Vier
keer
Vijf
keer
2 ABC2A
3 DEF 3D
4 GH I 4G
5 JKL5J
6 MNO 6M
7 PQRS 7
8 TUV8T
9 WXYZ9
Zie meer informatie Tekst invoeren in de
Gebruikershandleiding.
Opmerking
Als u een fout maakt en opnieuw wilt beginnen,
drukt u op Stop/Exit en gaat u terug naar stap a.