Network User's Guide

Table Of Contents
Instellen via het bedieningspaneel
56
6
d Druk op a of b om TCP/IP te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Opstartmethode (Boot Method) te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op a of b om Auto
1
, Statisch
2
, RARP
3
, BOOTP
4
of DHCP
5
te kiezen.
Druk op OK.
Als u Auto, RARP, BOOTP of DHCP hebt gekozen, gaat u naar stap g.
Als u Statisch hebt gekozen, gaat u naar h.
g Geef aan hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen. Wij raden u aan 3 keer of
meer in te voeren.
Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
1
Automatische modus
In deze modus zoekt de machine op het netwerk naar een DHCP-server. Als een DHCP-server wordt gevonden en de configuratie van deze
server toewijzing van een IP-adres aan de machine toelaat, wordt het door de DHCP-server toegewezen IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-
server beschikbaar is, zoekt de machine een BOOTP-server. Als er een BOOTP-server beschikbaar is en deze server correct is geconfigureerd,
vraagt de machine het IP-adres bij de BOOTP-server op. Als er geen BOOTP-server beschikbaar is, zal de machine naar een RARP-server
zoeken. Als er ook geen RARP-server antwoordt, wordt het IP-adres ingesteld met behulp van het APIPA-protocol. Als u de machine voor het
eerst inschakelt, kan het een paar minuten duren voor de machine het netwerk heeft afgezocht.
2
Statische modus
In deze modus moet u het IP-adres voor de machine handmatig toewijzen. Nadat het IP-adres is opgegeven, wordt het op het toegewezen adres
vastgezet.
3
RARP-modus
Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kunt u configureren met de functie Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer. (Zie RARP gebruiken
voor het configureren van het IP-adres op pagina 169 voor meer informatie over RARP.)
4
BOOTP-modus
BOOTP is een alternatief voor RARP en het voordeel is dat ook het subnetmasker en de toegangspoort geconfigureerd kunnen worden. (Zie
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 168 voor meer informatie over BOOTP.)
5
DHCP-modus
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die worden gebruikt voor het toewijzen van een IP-
adres. Als er zich op uw netwerk een DHCP-server bevindt (doorgaans een netwerk op basis van UNIX, Windows
®
2000/XP, Windows Vista
®
,
Windows
®
7), zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en
1002 compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Als u de afdrukserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u de BOOT Method in te stellen op statisch, zodat de afdrukserver
een statisch IP-adres heeft. Zo wordt voorkomen dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt de
BOOT Method wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de machine of met de toepassingen BRAdmin Light, Remote Setup
of Beheer via een webbrowser.
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server de router zijn.