Network User's Guide

Table Of Contents
Appendix A
168
A
Andere manieren om het IP-adres in te stellen
(voor geavanceerde gebruikers en beheerders) A
Raadpleeg Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 17 om uit te vinden hoe u de machine met
BRAdmin Light voor een netwerk kunt configureren.
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
Het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die worden
gebruikt voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een DHCP-server in uw netwerk hebt, zal de afdrukserver
het IP-adres automatisch via de DHCP-server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en
1002 compatibele dynamische naamservice.
Opmerking
Als u de afdrukserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u de Boot Method
(opstartmethode) in te stellen op statisch, zodat de afdrukserver een statisch IP-adres heeft. Zo wordt
voorkomen dat de afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt
de Boot Method wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de machine of via de
toepassingen van BRAdmin Light, Remote Setup of Beheer via een webbrowser.
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
BOOTP is een alternatief voor RARP met als voordeel dat ook het subnetmasker en de toegangspoort
geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet
BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar worden uitgevoerd (het behoort in het bestand
/etc/services op uw host als een ware service te verschijnen; typ man bootpd of raadpleeg de bij uw
systeem geleverde documentatie voor meer informatie). BOOTP wordt standaard opgestart via het bestand
/etc/inetd.conf en u dient dit wellicht te activeren door het "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de bootp-
ingang staat. Bijvoorbeeld, een doorsnee bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er als volgt uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem kan deze ingang “bootps” heten in plaats van “bootp”.
Opmerking
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een tekstverwerkingsprogramma om “#” te verwijderen (staat
er geen “#”, dan is BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans
/etc/bootptab) en voer de naam in, het netwerktype (1 voor Ethernet), het MAC-adres (Ethernetadres)
en het IP-adres, het subnetmasker en de toegangspoort van de afdrukserver. Helaas kan de indeling van
deze gegevens afwijken, en het is derhalve belangrijk dat u de bij uw systeem geleverde documentatie
raadpleegt om te zien hoe u deze informatie invoert (veel UNIX-systemen hebben sjablonen in het
bestand bootptab die u als voorbeeld kunt gebruiken). Een paar standaard /etc/bootptab-ingangen
zijn: (“BRN” hieronder moet u voor een draadloos netwerk vervangen door “BRW”.)
BRN310107 1 00:80:77:31:01:07 192.168.1.2
en:
BRN310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\ip=192.168.1.2: